close
close

Activerend onderwijs ontwerpen – Universiteit Leiden

Merkt u soms dat u voor de klas staat te zweten terwijl uw leerlingen achterover leunen? Beantwoordt u vaker uw eigen vragen dan studenten? Zijn jouw leerlingen vooral bezig met het behalen van een goed cijfer met minimale inspanning?

Knelpunt

Het zijn knelpunten in het onderwijs waarvoor Michael Klos, Jessie Pool, Jonathan Huijts en ondergetekende een oplossing hebben gezocht in het project ‘flip the classroom’. Tijdens het project werd een onderwerp uit vier masterprogramma’s ‘omgedraaid’ en werden nieuwe onderwijsmodellen ontwikkeld. De nieuwe onderwijsmodellen zijn getest, geobserveerd, geëvalueerd en geanalyseerd.

Ontwerpprincipes

De oplossing werd gevonden in zeven ontwerpprincipes die op de omgekeerde dozen werden toegepast en die de knelpunten leken op te lossen. Als het onderwijs op basis van deze ontwerpprincipes wordt ontworpen, verwerven studenten diepere kennis, beheersen ze juridische vaardigheden beter, maar vooral: ze nemen meer verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces.

Wat zijn de ontwerpprincipes en hoe werken ze?

  1. Bespreking van studenten onderling.
    • De naam zegt het al: met dit ontwerpprincipe kunnen leerlingen onderling taken of werkgroepuitspraken bespreken. We zagen dat leerlingen zich beter voorbereidden en ook vaker meededen aan gesprekken met de docent.
    • Er zijn veel manieren om ervoor te zorgen dat studenten de stof met elkaar bespreken. Check het Menu om de werkwijzen te activeren die Kernvisie Team 2 heeft vrijgegeven om jou te inspireren!
  2. Tussentijdse summatieve evaluatie
    • Ondertussen wordt de stof getest en beoordeeld via een tussentijds examen, presentatie of essay. We zagen dat studenten eerder gingen studeren en dat het niveau tijdens het onderwijs toenam.
  3. Tussentijdse formatieve opmerkingen
    • Studenten kregen voorlopige (=ongecijferde) formatieve feedback op essayconcepten of examenpresentaties. De feedback gaf studenten en docenten informatie over het leerproces, zodat aanpassingen konden worden doorgevoerd voordat het eindproduct voltooid was.
  4. Zelfstandig basiskennis verwerven.
    • Studenten hebben zelfstandig basiskennis verworven in de deelnemende vakken door middel van kennisclips, quizzen of door zelf gevonden literatuur te bestuderen. In de leeranalyse van de gebruikte kennisclips zagen we dat studenten deze inderdaad vlak voor een lesmoment bekeken.
    • Als je bijvoorbeeld kennisclips maakt, zorg er dan voor dat het boek niet overbodig wordt. We realiseerden ons dat als studenten kennis konden opdoen via een kennisclip, ze niet langer voorgeschreven literatuur met dezelfde inhoud bestudeerden.
  5. Cognitieve bijeenkomsten op hoog niveau
    • Omdat de leerlingen de basiskennis al zelfstandig hadden verworven, was er tijdens de onderwijssessies ruimte voor onderwijs op hogere cognitieve niveaus, zoals analyse, evaluatie en creatie. De docent trad op als deskundige en richtte zich op het faciliteren van het onderlinge gesprek, het kritisch bevragen, uitdagen en contextualiseren ervan.
  6. Kennis verdiepen door vaardigheden
    • Studenten werkten aan verschillende vaardigheden, zoals samenwerken, presenteren, reflecteren, literatuuronderzoek, onderzoek en mondelinge en schriftelijke communicatie. De docent positioneerde zich als coach en expert en gaf commentaar of aanvullingen. We zagen dat het niveau tijdens het onderwijs omhoog ging en dat de verantwoordelijkheid voor het leren echt bij de leerling kwam te liggen.
  7. Het aanbieden van opties
    • Studenten konden bij de omgedraaide onderwerpen bepaalde beslissingen nemen, zoals kiezen tussen drie stellingen op een toets, het kiezen van het onderwerp voor een werkgroep en het kiezen van tien onderwerpen voor de presentatie. Hierdoor werd de autonomie van de studenten vergroot en voelden zij zich verbonden met andere studenten die dezelfde beslissing namen.

Denk je nu: dit kan alleen in kleine groepen? O: leuk, maar dit duurt lang en ik heb het niet. Dat is niet noodzakelijk. Zelfs kleine veranderingen kunnen een mooi en activerend resultaat geven. Zo is onderling overleg tussen studenten heel gemakkelijk toe te passen (ook in grote groepen) en heeft het een groot effect. Formatieve feedback kan ook tijdens een conferentie worden gegeven in plaats van individueel. Sommige ontwerpprincipes vergen meer tijd tijdens het onderwijs, maar zorgen ervoor dat bijna geen enkele leerling opnieuw hoeft te doen. Kijk dus goed welk ontwerpprincipe bij jouw opleiding (en andere taken) past.

Ook in de bachelor?

Hoewel de ontwerpprincipes in het kader van het masteronderwijs zijn onderzocht, zijn ze ook in de bachelorfase zeer toepasbaar en worden daarom deels meegenomen in de uitvoering van de Centrale Visie. Zo worden ontwerpprincipes momenteel aangeleerd tijdens werksessies met vakcoördinatoren van graad 1, waarbij zij onder andere hun vak actiever maken.

Jij ook?

Geïnteresseerd in ontwerpprincipes? Projectleden zijn altijd beschikbaar voor vragen of presentaties. En als u opmerkingen, vragen of aanvullingen heeft, horen wij die ook graag!

Marije Schneider

Projectteam ‘Flipping the Classroom’ en directeur van de masteropleiding Rechten

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *