close
close

Kennis over cardiaal energiemanagement biedt inzichten voor de behandeling van hartfalen met voedingssupplementen

Voedingssupplementen kunnen de schadelijke effecten van overmatige vetconsumptie op de hartfunctie verminderen en zelfs herstellen. Dat blijkt uit onderzoek onder leiding van Jan Glatz en Joost Luiken. Zijn jarenlange onderzoek naar de energiebalans van het hart en de impact van vetrijke diëten geven aan dat voedingssupplementen een gezonde levensstijl kunnen ondersteunen, wat de belangrijkste manier is om het risico op hart- en vaatziekten te verminderen. De resultaten zijn onlangs gepubliceerd in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift. Circulatie onderzoek.

Het hart heeft veel energie nodig. Vooral bij inspanningen zoals plotseling opstaan ​​of rennen moet het hart direct harder werken om via het bloed zuurstof door het lichaam te pompen. De belangrijkste energiebronnen voor het hart komen uit voeding, met name suikers (glucose) en vetten (vetzuren). Maar overmatige inname van vet voedsel kan leiden tot een ophoping van vet in het hart, hartspierziekten en uiteindelijk hartfalen. Hierdoor kan het hart het bloed niet meer goed rondpompen, waardoor mensen snel moe en kortademig worden. Dit komt vooral voor bij mensen met overgewicht en diabetes type 2 en is het gevolg van een te vet dieet. Uit onderzoek onder leiding van Jan Glatz en Joost Luiken blijkt dat voedingssupplementen niet alleen de schadelijke effecten van overmatige vetconsumptie kunnen verminderen, maar zelfs de pompfunctie van het hart kunnen herstellen.

Energiebeheer

Deze bevindingen zijn het resultaat van jarenlang onderzoek naar het energiebeheer van het hart. Ze ontdekten eerder dat een bepaald eiwit, CD36, de deuren van hartspiercellen opent voor vetzuren. Dit is nodig als het hart extra energie nodig heeft, bijvoorbeeld tijdens inspanning. CD36 wordt voornamelijk opgeslagen in specifieke zure delen van de cel. Tijdens inspanning verplaatst CD36 zich van het zure deel naar de rand van de cel, zodat vetzuren de cel kunnen binnendringen. In een gezond hart keren eiwitten na inspanning terug naar het zure deel in de cel, waardoor de deuren voor vetzuren worden gesloten.

De onderzoekers ontdekten ook dat een te vet dieet ervoor zorgt dat het deel van de cel waar CD36 zich bevindt zuurgraad verliest. Hierdoor blijft CD36 aan de rand van de cel en blijft de deur naar vetzuren open. Hierdoor ontstaat een vicieuze cirkel: een overmatige vetinname zorgt ervoor dat steeds meer vet door de cellen wordt opgenomen. Vet hoopt zich op in de hartspiercellen en er is geen ruimte meer voor glucose, terwijl het hart beide voedingsstoffen nodig heeft om goed te kunnen functioneren. Die kennis vormde de basis van zijn laatste onderzoek om de hartfunctie te herstellen.

Herstel de balans

In hun nieuwste onderzoek wilden Glatz en Luiken de balans tussen vetzuren en glucose in hartspiercellen herstellen. Om dit te doen wilden ze de zuurgraad verlagen, zodat CD36 niet aan de rand van de cel komt, maar juist opnieuw binnendringt, zelfs bij een vetrijk dieet. Een mengsel van drie specifieke aminozuren, de bouwstenen van eiwitten, leek precies dat effect te hebben. Ze onderzochten dit mogelijke gunstige effect van het aminozurenmengsel op het hart bij ratten met een zieke hartspier als gevolg van een te vet dieet. Dit aminozuurmengsel stopte de ophoping van vet in de hartspiercellen en keerde deze zelfs om, wat leidde tot herstel van de hartfunctie. Daarom kan een zieke hartspier genezen worden door het evenwicht tussen glucose en vetzuren als energiebron voor de hartspier te herstellen.

Een gezonde levensstijl blijft de belangrijkste aanbeveling om het risico op hart- en vaatziekten te verminderen. De inzichten en bevindingen van Glatz en Luiken bieden echter inzicht in hoe leefstijlinterventies met voedingssupplementen kunnen worden ondersteund. Hoewel aminozuren ook in normale voedingsmiddelen voorkomen, is de specifieke combinatie noodzakelijk om de cel- en dus de hartfunctie te herstellen. Omdat het aminozuurmengsel tot nu toe alleen op dieren is getest, is er meer onderzoek nodig om deze ontdekkingen naar de klinische praktijk te vertalen en patiënten met hartaandoeningen te helpen.

Een recente publicatie in Fysiologische beoordelingen beschrijft de huidige kennis over de energiehuishouding van hartspiercellen, naar aanleiding van het onderzoek van Glatz en Luiken.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *