close
close

‘Verduurzaming van woningen kan tot verdeeldheid leiden’

De kosten van het aanpassen van woningen aan de klimaatverandering zullen voor Nederland de komende decennia makkelijk te dragen zijn, maar de verschillen tussen regio’s en individuele woningeigenaren zijn groot en kunnen leiden tot verdere verdeeldheid in de samenleving. ING, Rabobank en ABN Amro schrijven het in een gezamenlijk rapport Klimaatverandering en de Nederlandse vastgoedmarkt, die ze woensdag publiceren. “De kosten van verduurzaming, maar ook van herstel na schade, kunnen zonder ingrijpen leiden tot verdeeldheid tussen huishoudens met en zonder financiële draagkracht”, aldus het rapport.

Verarming bedreigt vooral regio’s die weinig veerkracht hebben; Plekken aan de rand van Nederland waar wonen minder dan gemiddeld waard is en aanpassing aan het klimaat daardoor relatief duur en soms zelfs niet de moeite waard is. Als er veel mensen met lage inkomens in de buurten van deze regio’s wonen, is het risico op verdeeldheid nog groter, waarschuwen de banken.

Hoofdeconoom Sandra Phlippen van ABN Amro, een van de auteurs van het rapport: “Nederland zal kosten moeten maken en door goed beleid zo laag mogelijk moeten houden. Maar de pil zal toch moeten worden ingenomen. Het is dus belangrijk om de pijn eerlijk te verdelen, om te voorkomen dat kwetsbare groepen uiteindelijk op kwetsbare plekken terechtkomen. We zien dat gebeuren in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië.”

Lees ook
Aanpassing aan de opwarming kan veel geld besparen, maar er gebeurt heel weinig

<strong>De bodem van een droge rivier</strong> in de buurt van Istanbul, Turkiye.  Klimaatverandering veroorzaakt over de hele wereld droogtes en extreme neerslag.  Vooral ontwikkelingslanden zijn hierop slecht voorbereid, zo blijkt uit een onderzoek van de VN.  ” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”https://images.nrc.nl/_fBchNAjfZ4q-bYzKIfJQy7ydCM=/160×96/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/ gestript/data107524462-116c1c.jpg”/></p>
<h2 class=Weersbestendig

Een scenario is dat mensen met een laag inkomen in woningen terechtkomen die relatief goedkoop zijn, onder meer omdat ze kwetsbaar zijn voor klimaatrisico’s zoals overstromingen of funderingsschade, en dat deze bewoners geen geld hebben om hun woning klimaatbestendig te maken. In dat scenario wonen mensen met hoge inkomens in gebieden die sowieso minder kwetsbaar zijn voor klimaatrisico’s en kunnen ze bovendien hun woning nog duurzamer maken, waardoor de prijs van deze woningen verder stijgt. “Hier ligt een klimaatkloof op de loer”, zeggen de drie hoofdeconomen van de banken, waaronder Ester Barendregt van de Rabobank en Marieke Blom van ING.

Overheidsingrijpen is onvermijdelijk, zeggen banken. Phlippen: “Nu is het ook nodig om op de lange termijn te handelen. “Klimaatwetenschappers halen bijna wekelijks heilige koeien neer en stellen hun verwachtingen over de risico’s voor de volgende eeuw bij. Daarom moet Nederland nu echt beginnen met een scenario voor wanneer we over honderd jaar echt grote aanpassingen moeten doen.”

Op korte termijn adviseren de banken de invoering van een verplicht klimaatlabel voor alle woningen, zodat duidelijk wordt welke kosten kopers nog moeten dragen, bijvoorbeeld om een ​​doorgezakte fundering te repareren en de maandelijkse energierekening te verlagen. Deze kosten moeten de huizenprijzen laag houden, zodat toekomstige generaties die bestaande woningen kopen de kosten van klimaatadaptatie kunnen dragen.

Verplichte duurzaamheidseisen

Alle drie de banken pleiten ook voor duurzaamheidseisen bij de nieuwbouw van woningen. Het verplicht stellen van normen verdient de voorkeur boven het introduceren van prijsprikkels zoals het verhogen van energiebelastingen. Phlippen: “Mensen met een laag inkomen die in een tochtige woning wonen, kunnen vaak niet reageren op die prijsprikkels.”

De hoogste kosten van zogenaamde klimaatadaptatie tot en met 2050 bestaan ​​uit 1 procent van het bruto binnenlands product om huur- en koopwoningen energiezuiniger te maken. De op een na grootste uitgaven, jaarlijks 0,2 procent van het bruto binnenlands product, hebben betrekking op de aanpassing van de stedelijke openbare ruimte aan overstromingen, droogte en hitte. De op twee na hoogste kostenpost, minder dan 0,2 procent van het bruto binnenlands product per jaar, is het repareren van funderingen die door droogte en verzakkingen verzakken of rotten. Het goedkoopste is, ‘in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht’, volgens het rapport de versterking van dijken tegen overstromingen als gevolg van dijkdoorbraken, oftewel 0,1 procent van het jaarlijkse bruto binnenlands product.




Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *