De meldkamer in Noord-Holland viert haar jubileum: ‘Het is goed om iets voor de burgers te kunnen betekenen’

Feest in de Noord-Hollandse meldkamer in Drachten. Deze maand wordt hij 12,5 jaar oud. Toenmalig staatssecretaris Fred Teeven noemde het gebouw tijdens de inwijding de controlekamer van de toekomst. Nu hij het jubileum viert, lijkt hij gelijk te hebben.

Dagelijks zijn zo’n 75 medewerkers actief in de controlekamer. Zij verwerken ruim vijfhonderd telefoontjes per dag. Van hinderlijke honden tot branden, ongelukken en reanimaties. De meldkamer is 24 uur per dag, zeven dagen per week bemand. “Ik vind het leuk om iets voor de burger te kunnen betekenen”, zegt exploitant Robert Swijghuizen. Beantwoordt telefoongesprekken namens brandweerlieden. “Ik kom altijd tevreden thuis. De mensen die bellen hebben problemen en die proberen we allemaal op te lossen.”

Met ons allen doelt hij ook op de collega’s van politie en ambulance. Want al die disciplines komen samen op de werkvloer. “Ik vind dit heel waardevol”, legt Karen Buiter uit. Ze reageert op ambulanceoproepen. “Het is heel nuttig om dicht bij elkaar te kunnen komen en informatie over te brengen terwijl je aan de telefoon bent met een collega in het veld of een slachtoffer.”

Tot nu toe waren er in Nederland 25 kleine controlekamers. In Drachten werden als eerste de meldkamers van Groningen, Fryslân en Drenthe samengevoegd tot één gebouw. “Die schaal heb je nodig om grote incidenten goed te kunnen aanpakken. Bij de vuurwerkramp in Enschede en de cafébrand in Volendam beseften we destijds dat we te klein waren om daar goed mee om te kunnen gaan”, legt de directeur van de meldkamer uit. , Gerhard van Hoeven. .

Volgens medewerkers maakt het niet uit waar iemand vandaan belt. In de controlekamer werken Friezen, Drenthe’s en Groningers en spreken allemaal meerdere talen. “Door dit werk een tijdje te doen, ken je ook het noorden”, zegt Swijghuizen.

Van de 550 telefoontjes die dagelijks binnenkomen, gaat het merendeel naar de politie, ongeveer de helft. 45 procent belt de ambulance en vijf procent belt de brandweer. “Ik denk dat dit komt omdat de politie het makkelijkst te bereiken is”, zegt telefoniste Heidi Wagter. “Dat komt ook omdat we het niet-noodnummer hebben gekregen.” Oudejaarsavond is de drukste dag van het jaar in de controlekamer.

De verschillen met twaalf en een half jaar geleden zijn groot. Er zijn veel technologische veranderingen. “We kunnen de locatie veel makkelijker aflezen als mensen ons mobiel bellen. Maar nu kunnen auto’s ook zelf 112 bellen bij een ongeval. En er is ook een 112-app voor doven en slechthorenden waarmee ze kunnen chatten met een zorgverlener.”

Van Hoeven verwacht dat er de komende jaren veel gaat veranderen. “Ik hoop dat we ons gaan richten op het misbruik van het alarmnummer. Helaas komt dit nog steeds voor: ongeveer dertig procent van de oproepen hoort niet bij de alarmlijn. Dat aantal willen we terugdringen om burgers en hulpdiensten nog beter noodhulp te kunnen bieden. .