De Verenigde Naties herdenken 11 juli als een herdenkingsdag voor de genocide in Srebrenica

In het Servische deel van Bosnië gingen duizenden mensen de straat op. Uiteindelijk stemden 84 landen vóór, waaronder Nederland, en 19 tegen. 68 landen onthielden zich van stemming.

Op 11 juli 1995 werden in Srebrenica 8.000 moslimmannen en -jongens vermoord. Het dorp werd door de VN aangewezen als veilige zone. De Nederlandse vredessoldaten waren verantwoordelijk voor de veiligheid van de groep, maar werden onder de voet gelopen door Servische troepen.

Donderdag luidden de kerkklokken in Servië uit protest tegen het voorstel. Het doel was om de Serviërs te verenigen tegen “valse en onrechtvaardige beschuldigingen” bij de VN, aldus de Servisch-Orthodoxe Kerk.

Legale mening
De Bosnisch-Servische leider Milorad Dodik ontkent genocide. De Servische president Aleksandar Vucic zei dat het instellen van een herdenkingsdag ‘volledige politieke chaos’ zou veroorzaken. Rusland waarschuwde ook dat dit besluit een “bedreiging voor vrede en veiligheid” is.

Het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië hebben geoordeeld dat er in Srebrenica genocide heeft plaatsgevonden.