close
close

‘Het afschaffen van de uitzondering zou kunnen leiden tot een grotere uitspoeling van nitraten’

Om de waterkwaliteit te verbeteren heeft Brussel een einde gemaakt aan de versoepelde regels over de mestplaatsing voor Nederlandse melkveehouders. Onderzoeker Herman de Boer van Wageningen Livestock Research zegt dat dit kan leiden tot een verhoogde uitspoeling van nitraat en daarmee tot een slechtere waterkwaliteit. Met het wegnemen van de uitzondering zal de dierlijke mest vervangen moeten worden door kunstmest om voldoende gras op het land te produceren.

De Boer deed in 2017 al een uitgebreid bibliografisch onderzoek naar dit onderwerp. Hierdoor vermoedde de onderzoeker uit Wageningen, Gelderland, dat de uitspoeling van nitraat uit dierlijke mest op blijvend weiland mogelijk lager is dan die van kalkhoudend ammoniumnitraat (KAS), een veelgebruikte nitraathoudende meststof. Vijf jaar later voltooide hij een veldtest die zijn eerste bevindingen bevestigde. De uitkomsten van dit onderzoek hebben in 2022 geleid tot Kamervragen.


Herman de Boer, onderzoeker bij Wageningen Livestock Research

Caroline van der Plas (BBB) ​​maakte vorige maand bekend de resultaten te willen presenteren aan Europees commissaris Virginijus Sinkevicius om de uitzondering voor melkproducenten terug te vorderen. Hoewel De Boer zich niet wil bemoeien met de politieke besluitvorming, vindt hij het wel belangrijk dat de uitkomsten van zijn onderzoek worden meegenomen.

Wat is de belangrijkste bevinding?

‘In blijvend grasland zou de nitraatuitspoeling uit dierlijke mest minder moeten zijn dan die uit KAS. Die hypothese hebben we getest in een twee jaar durende veldproef.

‘Door 60 procent van de opneembare stikstof uit KAS te vervangen door opneembare stikstof uit dierlijke mest, was de nitraatuitspoeling naar het grondwater gemiddeld 40 procent lager. Omdat 40 procent van de stikstofinput in het mengsel nog uit KAS bestond, kan uit deze resultaten worden afgeleid dat het verschil in uitspoeling tussen rundveemest en KAS nog groter was.’

Hoe verklaar je dat?

‘De helft van de stikstof in KAS-meststof is al in nitraatvorm en is dus gevoelig voor uitspoeling onder de wortelzone na bemesting tijdens regenval. Na afloop van het groeiseizoen wordt dit nitraat uiteindelijk afgevoerd naar de bodem en het oppervlaktewater.

‘In rundveemest zit geen nitraat; die eerst moet worden gevormd uit ammonium en organische stikstof. Deze conversie kost tijd. De volledige omzetting van ammonium naar nitraat kan, afhankelijk van de omstandigheden, twee tot tien weken duren. En tijdens de conversie absorbeert het gras een deel van het voor de groei gevormde nitraat.

“Hierdoor is het nitraatgehalte in de bodem bij bemesting met dierlijke mest gemiddeld lager dan bij bemesting met KAS. Dit verkleint de kans op nitraatuitspoeling uit dierlijke mest.’

Hoe hebben klimatologische invloeden de resultaten van dit onderzoek beïnvloed?

‘In de veldproef hebben we metingen gedaan in zowel het droge jaar 2020 als het natte jaar 2021. In 2021 was de grasgroei heel goed, waardoor het gras meer stikstof opnam en de nitraatuitspoeling veel lager was dan in 2020. Maar toch was de nitraatuitspoeling 35 procent lager toen 60 procent van de stikstof uit KAS werd vervangen door rundermest.

“Uit ons onderzoek blijkt bovendien dat nitraat uit kunst- of vloeibare meststoffen tijdens het groeiseizoen tot minimaal 1 meter onder het maaiveld kan uitspoelen.”

De Europese wetgever heeft de uitzondering geschrapt als uitzonderingspositie om de nitraatuitstoot te beperken. Hoe ziet u dat besluit?

‘De hoeveelheid dierlijke mest die onder de uitzondering op weilanden mag worden uitgereden, is agronomisch gezien een passende hoeveelheid voor de Nederlandse situatie. Zowel qua stikstof als fosfaat.

“Het wegvallen van de uitzondering is ook in strijd met de kringlooplandbouw, waarbij wordt geprobeerd de mest van de koeien zelf zo optimaal mogelijk te gebruiken op de eigen gronden. Melkveehouders moeten nu grote bedragen betalen voor de afvoer van dierlijke mest en daarnaast extra meststoffen aanschaffen om voldoende voer te kunnen blijven produceren.

“Ik schat dat de nitraatuitspoeling uit graslanden eerder zal toenemen dan afnemen. Het lijkt mij een ongewenste evolutie.’

De conclusies van zijn onderzoek zijn voor twijfel vatbaar.

“Andere onderzoekers constateren dat er geen verschil is in uitspoeling tussen dierlijke mest en KAS in graslanden. Dit oordeel is onder meer gebaseerd op de aanname dat er gedurende het groeiseizoen geen noemenswaardig nitraat uit het KAS uitspoelt.

“Deze redenering is niet alleen onlogisch als de processen in de bodem worden geanalyseerd, maar er zijn ook genoeg onderzoeksresultaten die deze tegenspreken. Een vaak gehoord argument is dat de stikstof in vloeibare mest na het groeiseizoen gemineraliseerd wordt, terwijl het gras dit niet meer kan opnemen. Deze stikstof wordt vervolgens weggespoeld. Voor zover ik weet is er geen onderzoek dat deze mening bevestigt.

“Stikstofmineralisatie en opname door gras zijn grotendeels afhankelijk van dezelfde factoren, zoals voldoende temperatuur en gasuitwisseling in de bodem. Dus als stikstof gemineraliseerd kan worden, wordt het ook opgenomen. Het opnamevermogen van het kruid is dan groter dan de mineralisatie.’

Hoe zit het met beweiding?

“Tijdens het beweiden wordt de stikstof uit de urinevlekken ongelijkmatig over de weide verdeeld. Hierdoor wordt er gemiddeld minder stikstof gebruikt en kan er meer nitraat uitspoelen, vergeleken met vloeibare mest die over hele velden wordt verspreid. Bij begrazing later in het jaar neemt de uitspoeling toe, omdat graslanden de rest van het seizoen steeds minder stikstof uit urineplekken kunnen opnemen.

“Een van mijn eerste onderzoeken ging over het effect dat het huisvesten van koeien in het vroege najaar zou hebben op de nitraatuitspoeling. Het verkorten van de weidetijd en het huisvesten van koeien kan de nitraatuitspoeling uit weilanden helpen verminderen.’

Boer Herman (47) is sinds 2001 onderzoeker bij Wageningen Livestock Research. Hij studeerde Plantenwetenschappen in Wageningen en ging als onderzoeker aan de slag bij het toenmalige Praktijkonderzoek Veehouderij in Lelystad. Doet onderzoek naar bemesting, bodemkwaliteit en graslandteelt. De veldproef nitraatuitspoeling is medegefinancierd door onder meer het Mesdag Zuivelfonds, de publiek-private samenwerking Ruwvoer-, Bodem- en Kringlooplandbouw en het LTO Noord Innovatiefonds. “Als vervolgonderzoek zou ik graag een langdurige veldproef willen doen om te onderzoeken wat er gebeurt als er op de lange termijn meer stikstof vrijkomt uit vloeibare mest en er minder kunstmest wordt toegepast.”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *