Openbaar Ministerie: er is geen bewijs van ‘antisemitisme’ bij de inhuldiging van het Holocaustmuseum, zaak afgewezen

“Het onderzoek heeft niet geleid tot een specifieke verdachte”, aldus het Openbaar Ministerie donderdag in een verklaring.

Het CJO heeft een klacht ingediend omdat er beledigende en bedreigende dingen naar een groep van vijftien mensen zouden zijn geroepen terwijl ze op weg waren naar het pas geopende Holocaustmuseum, zoals ‘Juden raus’ en ‘Joden gaan naar de hel’. Daarom is de politie onder leiding van het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek gestart, omdat dergelijke leuzen strafbaar worden geacht.

Zoals vaak het geval is bij pro-Israëlische beschuldigingen, blijkt uit het onderzoek dat er geen getuigen of beelden zijn van het vermeende incident. “De politie heeft geen camerabeelden of andere opnames kunnen bemachtigen van de betreffende locatie in het Wertheimpark”, aldus het parket.

“Bij ondervraging lieten veiligheidsagenten van het Holocaust Museum de politie ook weten dat zij deze leuzen niet hadden gehoord. De politie heeft geen andere getuigen kunnen lokaliseren die mogelijk de strafbare verklaringen hebben gehoord.”

Het Openbaar Ministerie zegt het onderzoek voort te zetten als er getuigen of camerabeelden bekend zijn die kunnen leiden tot een verdachte. Burgemeester Femke Halsema schreef eerder aan het gemeentebestuur dat er tijdens de opening van het museum geen strafbare uitingen zijn geconstateerd.

De aftredende rechter Dilan Yeilgöz bleef echter standvastig in een poging de activisten te demoniseren nadat zij kritiek hadden geuit op de koninklijke ontvangst van de Israëlische president Isaac Herzog.

Zijn aankomst in Amsterdam leidde tot talloze reacties van verontwaardiging over de Israëlische genocide in de Palestijnse Gazastrook, die in bijna zeven maanden tijd het leven eiste van ruim 34.600 Palestijnen.