close
close

De Delftse familie Stuijling (2) door Gulden Haen

Algemeen

DELFT – Vorige week maakten wij kennis met de familie Delft Stuijling die zich in de noordwestelijke hoek van de Markt had gevestigd. Het gebouw op de hoek van Camerette. Dit gebouw heette Gulden Haen maar heette ook Zilverpand.

Door Jeroen Stolk

Deze naam verwees naar de Longobarden die voorheen hun ‘cameren’ hadden in de Camerets waar zij hun geldhandel voerden. De reden dat deze naam lange tijd in verband met Gulden Haen werd gehouden, is dat de familie Stuijling daar generaties lang als goud- en zilversmeden werkte. Nu we weten waar de naam Zilverpand vandaan komt, rijst de vraag hoe Gulden Haen aan zijn naam komt. Vorige week vermeldden we al de link met Alkmaar. In De Nederlandsche Leeuw lezen we over Evert Stuyling: “Geboren in Alkmaar rond het jaar 1460 tot 65, maakte hij het schild erboven, zijnde een witte kraag met een wit zwaard dat de nek kruiste op een rode huid…”. Mogelijk was dit het Alkmaarse woonhuis van de familie Stuylingh, waar zich een glas-in-loodwapen bevond (bron: ds. Petrus Schaack). Daarom lijkt de naam van het huis ontleend aan het familiewapen. De derde generatie in kwestie bestond uit de broers Cornelis en Gerrit, zonen van de eerder genoemde heer Andries. Cornelis woonde in Gulden Haen, terwijl Gerrit in Rietveld in Kalcoensche Haen woonde. De naam (Ver)gulde Haen bleef tenminste tot 1717 bestaan. De eerste vermelding dateert van lang vóór de stadsbrand van 1536. Beide broers waren goudsmeden, maar Gerrit veranderde dit beroep in pontgaerder (graanhandelaar) en werd geïnstalleerd op de Koornmarkt, waar de naam van het huis nog steeds op de gevel prijkt. Is het je ooit opgevallen? Volgende week deel 3 van deze serie met een telg uit deze familie en Museum Prinsenhof Delft.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *