close
close

Reizende bewoners willen zo dicht mogelijk bij het kamp wonen, maar gemeenten creëren maar heel weinig plekken

Jan Rouwkema nadert de salontafel bij de bank. Hij verzamelt een stapel papieren waar de bewoners van woonwagenkamp De Kring in Groningen al langere tijd last van hebben. Het is lijst A. Er zijn ongeveer 75 mensen die in het kamp geboren zijn en op de wachtlijst staan ​​om een ​​eigen plekje te krijgen. Ze wonen met hun ouders in de caravan of in een caravan ernaast.

Rouwkema (66) zit met zijn vriendin en een van zijn kinderen aan de lange eettafel van zijn auto in het Groningse kamp. Het is lunchtijd. Ze eten kibbeling en drinken koffie uit rood-zwart geblokte mokken. Er ligt tapijt op de vloer. In de witte keuken staan ​​gekleurde borden in een kast achter glas. Rouwkema is geboren en getogen in dit woonwagenkamp waar ongeveer 150 gezinnen wonen. De meeste auto’s staan ​​dicht bij elkaar en hebben een wit, grijs of houten hekwerk om de bak. Buren parkeren hun auto op straat. Naast het kamp ligt het veld van voetbalclub PKC’83, “Met elkaar, voor elkaar”, de kampclub.

Zijn twee kinderen en bijna al zijn neven en nichten wonen daar ook. Maar voor de jongere generatie is het niet zo vanzelfsprekend om in het kamp te blijven, hoe graag ze dat ook willen. Er zijn al jaren heel weinig huizen en caravanplaatsen. Achttienjarigen worden direct op de wachtlijst geplaatst. Dan moet je nog eens tien jaar wachten voordat er iets gepubliceerd wordt.

“Het klinkt een beetje hard, maar je weet dat er binnenkort een plek zal zijn waar iemand zal sterven. Pas als iemand overlijdt, komt er iets vrij”, zegt een 27-jarige Kringbewoner. Hij wil niet dat zijn naam in de krant komt, omdat hij bang is als woonwagenbewoner op zijn werk gestigmatiseerd te worden. Zijn naam is bekend bij de redactie.

Niet alleen in Groningen is de wachttijd voor het vinden van een caravanplaats lang. Gemeenten in Nederland hebben zeer weinig plaatsen voor caravans. Dat tekort loopt al jaren op. Tussen 1999 en 2018 was het beleid van de gemeenten om de velden te elimineren. Uit onderzoek dat de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme eerder deze maand publiceerde, blijkt dat dit beleid mede werd beïnvloed door anti-Ziganisme: angst voor Roma, Sinti en ‘reizigers’, oftewel autonome woonwagenbewoners. Onder druk van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en de Ombudsman werd het zonsondergangbeleid in 2018 afgeschaft.

Caravankamp De Kring in Groningen.
Foto: Kees van de Veen

Er zijn 4.000 plaatsen nodig

Gemeenten moesten voortaan meer plekken aanbieden voor Roma, Sinti en reizigers. Maar drie jaar later, in 2021, waren er nauwelijks nieuwe plekken bijgekomen. Uit een nieuwe meting in 2023 bleek dat er wederom nauwelijks extra plaatsen over waren. In vijf jaar tijd zijn er door het hele land nog geen vijftig plaatsen bijgekomen. Eind 2022 waren er in totaal 9.364 locaties in Nederland.

Uit het onderzoek van de Nationaal Coördinator blijkt dat er minimaal 4.000 nieuwe functies nodig zijn. “Het is pijnlijk om je cultuur niet door te kunnen geven aan de volgende generatie omdat de overheid dat bewust onmogelijk maakt. Nu is het aan zowel het Rijk als de gemeenten om al die jaren van discriminerend beleid jegens deze mensen te compenseren”, zegt Nationaal Coördinator Rabin Baldewsingh.

Wat is die cultuur? Woon dichtbij het hele gezin. “We moeten het grote kamp altijd kunnen zien”, zegt Rouwkema’s zoon, die in de auto van zijn vader langsrijdt om een ​​sigaret te roken. “Mijn zoon woont hier weer, in een huis”, zegt Rouwkema als zijn zoon weg is. “Als ik hem morgen vertel dat de buurvrouw vertrekt en haar auto beschikbaar is, gaat hij vanavond. Hij wil terug naar een trailer. Mijn andere zoon woont hier ook in een auto en is er erg blij mee. Het is een ander gevoel om in een auto te wonen. Kan niet uitleggen”.

‘Ik vind het leuk om iedereen om me heen te hebben. Dat ik naar mijn oma kan gaan als er iets gebeurt.

De 27-jarige kampbewoner kocht een huis in een straat buiten het kamp nadat hij jarenlang tevergeefs op de wachtlijst had gestaan. “Ik ga vijftig meter vooruit. Wat voor mij belangrijk is, is niet dat hij in een wagen of in het kamp woont, maar dat hij dichtbij is. Ik vind het leuk om iedereen om me heen te hebben. “Dat ik naar mijn oma kan gaan als er iets gebeurt.”

Omdat hij en zijn vriendin een goede baan hebben, kunnen ze het huis kopen. Maar dat geldt voor veel van zijn vrienden niet. “Als je alleen bent, kun je niet kopen. Veel van mijn vrienden zijn 25, 26 jaar oud. Zij staan ​​al vanaf hun achttiende op de wachtlijst voor een plek. Ze wonen nog bij hun ouders of verblijven tijdelijk in de stad. Maar veel mensen willen niet weg. We hebben ons hele leven hier. Familie, vrienden, de voetbalclub in het kamp.”

Het creëren van plekken is nu een prioriteit voor de gemeente Groningen, zegt wethouder Rik van Niejenhuis. “Wij zijn hier al jaren mee bezig. De wachtlijst is inmiddels zo lang dat we belangrijke maatregelen moeten nemen.” Groningen gaat dit doen door het aantal plaatsen met dertig uit te breiden, wat nog steeds niet voldoende is om een ​​plek te bieden aan de 75 kandidaten op de wachtlijst. Er zullen enkele nieuwe kavels worden gecreëerd en op andere zal de gemeente sociale woningen ter beschikking stellen van de bewoners van de woonwagen.

Reizende bewoners willen dat de nieuwe kampeerplekken vlakbij de Kring komen, het grootste kamp. Maar de gemeente ziet weinig ruimte rondom het terrein. “Grond is ongelooflijk schaars. We moeten de ruimte intelligent gebruiken”, zegt Van Niejenhuis. Zo wordt het oude gemeenschapscentrum van het kamp gesloopt. Er zullen zes plaatsen zijn.

op een begraafplaats

Jan Rouwkema vreest dat de overige locaties te ver van het platteland liggen. “Je eindigde altijd op een begraafplaats, op de vuilstortplaats. Zo was het vroeger. Dat deerde hen niet. Ik ben bang dat ze zo’n plek opnieuw zullen zoeken. Niemand wil daarheen.”

Rouwkema kent de verhalen. Hij woont niet alleen op het platteland, maar werkt ook op het bijzondere huisvestingsbureau van de gemeente Groningen. Dit geldt ook voor caravanparken. Hij doet het al 25 jaar. “Ze wilden de ins en outs van de Cirkel weten.” Rouwkema weet het. Hij ontmoet volwassen kinderen die in een caravan naast de auto van hun ouders slapen. Een zoon die in een chalet achter het huis van zijn ouders woont. ‘Dan ga je het zingen. Maar het is echt verontrustend. Vooral voor jongeren die een gezin willen. Het feit dat ze geen eigen plek hebben, houdt hen nu tegen.”

Daarom is het volgens hem goed dat de gemeente Groningen zich niet alleen richt op nieuwe plekken, maar ook op huurbare woningen. Caravanbewoners vinden het moeilijk om een ​​hypotheek te krijgen om grond voor een perceel te kopen. Alleen de Rabobank verstrekt leningen, met een maximum van 166.000 euro. Rouwkema weet dat dat niet genoeg zal zijn. “De laatste uitbreiding hier was zeventien jaar geleden. Een cursus kostte toen 65.000 euro. Nu zal het bijna een ton zijn. Dan zult u de caravan alsnog moeten kopen. Je kunt het zo gek maken als je wilt, maar het kost al snel veel geld. Je bent dus twee ton kwijtgeraakt. Wie kan het nog betalen?




Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *