close
close

Een terugblik op het jaarlijkse congres voor provocerende coaches

Misschien had ik afgelopen zaterdag te hoge verwachtingen, maar voor zover ik weet was ik de crème de la crème als het om provocerend trainen ging. Het jaarlijkse congres voor provocerende trainers met DE twee Nederlandse oprichters. Het moet goed zijn, dacht ik.

Vanaf de Wageningsche Berg, met prachtige zon en een prachtig uitzicht over de Nederrijn, had de ochtend niet beter kunnen beginnen. Om 10.30 uur zaten er ongeveer 70 mensen in een vergaderruimte en de kamer was gevuld met luide muziek. De twee oprichters liepen in overdreven sprankelende gouden jasjes door het publiek het podium op en schudden elkaar de hand. De volgende 45 minuten waren gevuld met een soort vage talkshow waarin drie mensen op het podium werden geïnterviewd. Ik keek naast me en mijn vriendin was na vijf minuten al “offline”. Na tien minuten zei hij: ‘Ik wil hier weg.’

Provocatief coachen bestaat uit het met warmte coachen van de ander, met veel humor en het uitdagen van de ander. Maar eerst zoek je naar het verband. En ook in groepen. Ik voelde geen enkele verbinding. Met mijn vriendin aan mijn zijde. Maar als ik zoiets zou moeten organiseren, zou ik niet beginnen met een interview dat over niets gaat, maar met een interactief spel of een leuke groepsopdracht zodat mensen met elkaar in contact kunnen komen. Hiermee creëer je naar mijn mening een basis waar je als organisator en deelnemer de hele dag plezier van zult hebben.

Eén van de geïnterviewden kwam het podium op met nuttige informatie en gaf iets leuks aan het publiek. Hij liet zien wat provocerend trainen voor hem betekent. Hij had twee ballen meegenomen. Een ronde bal en een rugbybal. Ze maakte contact met iemand uit het publiek en gooide de ronde bal naar hem en hij kon hem teruggooien naar haar. Toen deden ze dit met een kamer. Hij zei: “Dit is traditionele training. “Het is voorspelbaar.” Toen pakte hij de rugbybal en zei: “Ik ga deze bal met een stuiter naar je gooien.” De persoon in het publiek en de anderen om hem heen zaten anders. Hij gooide de rugbybal en deze kwam op een andere persoon terecht en werd niet gepakt. “Dit is een uitdagende training. Je gaat actiever zitten, je bereidt je voor en je weet niet wat je kunt verwachten.”

Spreker drie had drie zinnen moeten uitspreken. Het publiek mocht vervolgens beslissen wie de “beste” was, en de winnaar kreeg een lelijke beker. Na een wat vreemde start begon de eerste workshop. Er werden drie workshops gehouden in verschillende ruimtes. Mijn vriendin volgde een workshop over provocatieve training voor mensen met moeilijk gedrag. Ik ging naar de workshop van een goeroe. Ik heb twee demo’s gezien die best goed waren, maar ook hier voelde ik geen verbinding of genoeg passie. Ik had al tientallen video’s gezien van wat hij op het podium deed. Het ligt waarschijnlijk aan mij, maar ik had er meer van verwacht.

Terwijl ik naar het restaurant liep voor de lunch, kwam ik mijn vriendin tegen in de cafetaria. Zijn werkplaats was nog in volle gang, maar hij hield er mee op. Het bleek dat de goede man een deel van de DSM-5 monotoon had gelezen en een niet erg goede demonstratie had gegeven. De lunch was ook vergelijkbaar met de dag. We hebben een korte, mooie wandeling gemaakt door het Belmonte Arboretum.

Voor de tweede workshop ging ik naar Guru 2. Er werd een theoretisch verhaal verteld over de Appelo Formule, er volgden twee korte demonstraties en daarna mochten we in tweetallen oefenen. Die dag had ik al veel mensen om mij heen horen zeggen dat ze nog nooit iets ‘provocerends’ hadden gedaan. Ik denk dat er veel context ontbrak. Hij slaagde er niet in mijn aandacht te trekken met die formule en tijdens de training ontbraken veel randvoorwaarden.

We gaan door naar workshop drie. ‘Provocatieve coaching met muziek.’ Wat heerlijk, wat een opluchting! Albert Berman, je had deze workshop op elke gewenste manier kunnen geven en het zou hoe dan ook goed en plezierig zijn geweest. Omdat hij met iedereen verbinding zocht, deed hij dat met passie en met pure oprechtheid. Daarnaast was het ook erg grappig, controversieel en plezierig. Hij begon met zijn gitaar en zong al improviserend een stuk voor iedereen. “Hé Esther, je naamplaatje staat op een heel provocerende manier ondersteboven…” Vervolgens legde hij kort uit wie hij is, wat hij doet en dat hij geen provocerende training heeft gehad. Voor mij was hij de meest provocerende persoon van de dag.

We kregen als klas een leuke opdracht over het liedje: ‘Life is Shit’ van Jeroen van Merwijk. Vervolgens werd een vrouw gevraagd en speelde haar favoriete liedje, wat een emotioneel moment creëerde. Daarna mocht iedereen een instrument meenemen. De keuze was enorm. We gingen samen een liedje spelen. Ik pakte een gitaar en imiteerde de eerste minuut de akkoorden die Albert speelde. Maar na een tijdje, toen ik om me heen keek, zag ik hoeveel plezier iedereen had en ik speelde gewoon wat akkoorden, lachte en genoot van het plezier dat we samen hadden. Vooral de attributen die niet ‘officieel’ bij een instrument horen, zorgden voor het grootste plezier. Het varkentje, dat heerlijk gromde, was hilarisch. Na het lied vroeg Albert: “Waarom heeft hij jouw instrument gekozen?” Ik zei tegen hem: “Deze gitaar heeft mij gekozen omdat er wat stof in zit en hij vindt het leuk als ik hem schoonmaak.” Albert: “Dus je huis is mooi schoon en ik zag dat je mijn akkoorden imiteerde, je hebt een instrument gekozen dat je al goed kent.” Hij zei dit met warmte en dit was een goede spiegel.

Eindelijk mochten we in tweetallen werken. U kunt de ander vragen wat hem of haar speciaal maakt, daar een kort liedje over maken en dit aan de klas presenteren. Ik zong met een trommel: “Hey Hanny, waarom ben je zo normaal gebleven?” Waarop ze reageerde met een viool: “Gewoon schattig!” Dit was een echte workshop! De diversiteit van het onderwerp werd in korte tijd blootgelegd.

Na een deels tegenvallende dag weet ik één ding zeker: ik ben ontzettend blij dat ik volgende week bij ZoetZuur Kumpany mag trainen en volgende week weer kan genieten van alle “provocaties” in Bregje.

Ester van Boer.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *