close
close

100 jaar geleden werd de blauwe tram feestelijk geopend – Reclame Leidschendam en Voorburg | HartKrantje-online

Geschiedenis
93 keer gelezen

Leidschendam-Voorburg – Donderdag 11 april is het honderd jaar geleden dat de elektrische tramlijn Leiden-Voorschoten-Veur (Leidschendam)-Voorburg-Den Haag-Scheveningen van de NZH, de Noord-Zuid Tram Maatschappij van Nederland, officieel en met veel tamtam werd het ingehuldigd. Deze dubbelsporige tramverbinding was een combinatie van twee stoomtramverbindingen: Leiden via Voorburg naar Den Haag/Schenkweg en van station Den Haag/Staatsspoor naar Scheveningen.

Het traject van de stoomtram Den Haag-Leiden liep van de Schenkweg via de Schenkkade naar Voorburg, waar het traject werd aangelegd aan de rand van de Laan van Nieuw Oost Einde. Er kwam echter wel een nieuwe aansluiting voor de elektrische tram: de Koningin Wilhelminalaan met in het midden de tramlijn, aan weerszijden afgeschermd met een ligusterhaag en rijstrookovergangen voor het overige verkeer. De stoomtramlijn liep over de Achterweg (Parkweg) via Rembrandtlaan en Oosteinde en vervolgens onder het spoorviaduct Hofplein via Veur (Leidschendam). Voor de aanleg van de elektrische tramlijn werd de Rembrandtlaan verlaten en werd een directe verbinding met het viaduct Oosteinde gecreëerd.

In 1923 werd het nieuwe trammaterieel geleverd. Het betrof twee typen rijtuigen: een serie van 22 rijtuigen voor de lijn Leiden-Den Haag en een kleiner type van 12 rijtuigen en 15 aanhangwagens voor de plaatselijke dienst Voorburg/Viaduct (Park Vronesteijn) naar Scheveningen . Voor dit nieuwe materieel werd het stoomtramstation Voorburg getransformeerd en uitgebreid tot twee hallen met in totaal 12 sporen.

Op 11 april vond de feestelijke openingswandeling plaats. Na ontvangst van de talrijke autoriteiten op het Leidse stadhuis vertrokken de nieuwe blauw/grijze trams. Net als in Leiden werden de gasten uit Voorschoten en Veur ontvangen door het plaatselijke gemeentehuis. In Voorburg vond de gemeentehuisreceptie plaats in het stationscafé, op de hoek van de Herenstraat en de Zwartelaan. De volgende dag, zaterdag 12 april, kon het publiek voor het eerst gebruik maken van de tram, die snel aan populariteit zou winnen, maar slechts voor 37 jaar.

Op de middag van 9 november 1961 moesten mensen op station Parkweg de blauwe tram verlaten en overstappen op gereedstaande bussen. De burgemeesters van Voorburg, Leidschendam en Voorschoten boden het personeel van de laatste tram rook aan en daarna werden de trams naar het station gereden. Dit afscheid betekende ook het einde van de trammaatschappij NZH, die vooral in de jaren twintig en dertig zijn hoogtijdagen beleefde met een netwerk van lijnen dat zich uitstrekte van Scheveningen via Leiden, Haarlem en Amsterdam naar Volendam.

Vier dagen na de ontbinding was er de treurige terugtrekking van de blauwe trams uit Voorburg en Leiden naar hun eindbestemming: een sloopterrein, tussen Voorschoten en Leiden. Veel liefhebbers wisten daar het een en ander te ‘redden’, zoals een handremwiel, een versnellingspook, stoelen etc.

Met veel moeite slaagde de Stichting Historisch Genootschap De Blauwe Tram erin om in 1976 een blauwe Boedapest-tram, die dienst deed als zomerresidentie voor een baron in Zeeuws-Vlaanderen, naar Voorburg te halen en in zijn oude glorie te herstellen. In 1978 werd hij opgeleverd aan de vereniging een oude NZH wagen met houten spaakwielen. Ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan ​​van de NZH organiseerde de vereniging een tentoonstelling in het Swaensteyn Museum. Enkele jaren later verwierf de vereniging de laatst overgebleven Blauwe Tramrails in Den Haag, op de hoek van de Schenkweg en de Bezuidenhoutseweg. Precies 30 jaar na de sluiting van de blauwe tram huldigde wethouder Wijnants de enig overgebleven betonnen mast van Voorburg in als gedenkteken op de oude remise.

Meer informatie op de website www.blauwtram.nl.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *