close
close

‘Mobiel Erfgoed leeft’ – Al het nieuws uit Katwijk, Rijnsburg en Valkenburg

Algemeen

Afgelopen woensdag vond een bijeenkomst van het Erfgoedplatform plaats in het Smalspoor Stoomtreinmuseum in Katwijk Leiden. Het thema was ‘Mobiel Erfgoed’. In de bomvolle bioscoopzaal van het museum werden de kijkers getrakteerd op boeiende presentaties over de ontwikkeling van het smalspoor en de geschiedenis van de binnenvaart.

Door Jonah van den Oever

Mobiel Erfgoed is de verzamelnaam voor alle (historische) voertuigen die behouden en beheerd worden omdat ze erfgoedwaarde hebben. De gemeente Katwijk beschikt over veel mobiel erfgoed. Denk aan de Rijnsburgse Lijnrijder, de Orion op Valkenburg Airport, het motorschip ‘Wilhelmina’ en de vele historische stoomlocomotieven bij het Smalspoormuseum.

smalspoor

Gerard de Graaf, bestuurslid, curator en stoomingenieur van het Smalspoormuseum, sprak over de ontwikkeling van het smalspoor in Nederland. Het smalspoor is het spoorbreedte kleiner dan 1,43 meter. Dit type spoor maakte zijn debuut in Nederland tijdens de Industriële Revolutie, rond 1830. De eerste openbare wegen verschenen in 1839. Vrachtwagens en stoomlocomotieven reden op smalspoor. “Op veel plekken in de samenleving werd het smalspoor gebruikt om vervoersproblemen op te lossen”, zegt De Graaf. Vanaf 1875 werden ook in Nederland smalspoorbanen geproduceerd, bij de Figee Machinefabriek in Haarlem en in de regio Amsterdam bij Du Croo & Brauns. Dit bedrijf produceerde vroeger stoomlocomotieven voor de export naar (suikerriet)plantages in Indonesië. Sinds vorig jaar staat een vrachtwagen van dit bedrijf, geïmporteerd uit Indonesië, in het Smalspoormuseum. Deze stond begin vorige eeuw op een suikerrietplantage in Indonesië.

Maatschappij

“Vroeger werd het smalspoor op vrijwel alle lagen van de samenleving gebruikt”, zegt De Graaf. In de mijnbouw werd het smalspoor gebruikt voor persluchtlocomotieven, in de keramische industrie voor het transport van klei voor bakstenen en in de gezondheidszorg voor het transport van kolen voor het verwarmen van pensions. Ook in oorlogstijd werd het smalspoor gebruikt. Tijdens de Eerste Wereldoorlog gebruikten de Engelsen en Duitsers bijvoorbeeld de smalspoorlijn om gewonden en munitie te vervoeren. Bij Zuiderzeewerken werd ook smalspoor gebruikt voor de bouw van de sluizen en bijvoorbeeld voor het transport van zand. Ook het Twentekanaal werd aangelegd met behulp van smalspoorlijnen.

Bomen werden ook vervoerd via smalspoor, vooral dennen. De daken van de mijnen waren gemaakt van grenenhout. Voordat grenenhout barst, barst het. Dus toen de mijnwerkers een krakend geluid hoorden, wisten ze dat ze de mijn zo snel mogelijk moesten verlaten. Daarnaast werd het smalspoor ook gebruikt in de landbouw en de voedingsmiddelenindustrie. Op boerderijen vervoerden locomotieven onder meer meststoffen. Het smalspoor werd zelfs gebruikt in de chemische industrie, onder meer in de Sunlight-zeepfabrieken voor het transport van grondstoffen voor zeep. Smalspoorbanen werden ook gebruikt in veenboerderijen om turf over de velden te transporteren. Tenslotte werd de smalle baan ook gebruikt voor rust. De stoomlocomotief ‘Lilliput’ was aanwezig op diverse beurzen door het hele land.

Regio

De locomotieven vervoerden de stenen naar steenfabriek Herwaarde in Hillegom en het smalspoor werd ingezet voor het onderhoud van de gemeentelijke drinkwaterleiding in Rotterdam. Het smalspoor werd ook gebruikt voor de bouw van sluizen in IJmuiden en voor het transport van palen bij de papierfabriek Van Gelder in Velzen. Het smalspoor werd in eigen beheer vervaardigd bij de Leidsche Grofsmederij.

In Katwijk werd het smalspoor gebruikt in de keramische industrie. Bij de steenfabriek in Katwijk aan den Rijn heeft een locomotief van Du Croo en Brau dienst gedaan. Ook in de zorg in Katwijk werd het smalspoor toegepast. Bij het Zeeziekenhuis liep het spoor naar het strand om zieke kinderen naar het strand te vervoeren voor de broodnodige frisse zeelucht. Het smalspoor werd ook gebruikt om puin te transporteren tijdens de bouw van de Atlantikwall. Door het duin liep ook een smalspoorlijn, die zand vervoerde voor onder meer de spooraanleg. Toen de ontwikkeling van vrachtwagens op gang kwam, moest de smalspoorweg snel wijken. Vrachtwagens waren efficiënter, goedkoper en hadden geen weg nodig om te circuleren.

In het Smalspoormuseum wordt het smalspoor nog steeds gebruikt, vooral voor recreatie en ontspanning. Het museum heeft 160 vrijwilligers die zich inzetten voor al het mobiele erfgoed dat het museum te bieden heeft. Jaarlijks bezoeken zo’n 35.000 mensen het museum aan het Valkenburgmeer.

Navigatie-erfgoed

Naast mobiel erfgoed stond deze avond ook in het teken van nautisch erfgoed. IJsbrand Plug, voorzitter van de Stichting Katwijker Motor en directeur van de Historisch Erfgoedpier, gaf hierover een boeiende presentatie. De Stichting Katwijker Motor heeft als doel het nautisch erfgoed van Katwijk in stand te houden. Zo is zij eigenaar van een schip, de ‘Wilhelmina’, en beheert zij namens de gemeente de historische Prins Hendrikkade. De naam ‘Katwijker Motor’ of ‘Kattukse Me-tor’ komt uit de tijd dat de ‘explosie’-motor eind 19e eeuw werd geïntroduceerd. Een schip dat met deze motor voer, heette me-tor.

Prins Hendrik Kanaal

Op 27 maart 1879 werd het Prins Hendrikkanaal geopend. Veel schippers uit Katwijk aan den Rijn en Valkenburg trokken naar dit nieuwe kanaal, zowel met ligplaatsen als accommodatie aan land. In het kanaal waren veel haringbedrijven gevestigd, evenals visserijtoeleveringsbedrijven. Andere industrieën zoals de gasfabrieken en kolen-, zand- en grindhandelaren voegden zich bij hen. Ook het farmaceutische bedrijf ‘Van Dorp’ vond een plekje.

haring

De Katwijkse boten waren een belangrijke schakel tijdens het haringseizoen. Dit seizoen liep jaarlijks van april tot oktober. Beurtvaarders brachten dit seizoen het “droge materiaal” van Katwijk naar IJmuiden (tonnen en netten gerepareerd en schoongemaakt). Na de verovering voeren de schepen met het ‘natte materiaal’ (volle haringtonnen en beschadigde netten) van IJmuiden naar Katwijk. De export van haring vond plaats via zeehavens naar de Oostzee. Zout werd vanuit Boekelo geïmporteerd tot steharing voor de export. Buiten het haringseizoen werden de schippers verhuurd aan transportbedrijven, zoals de firma Wesseling in Sassenheim. Vanwege de sterke geur van pekel konden ze echter niet de hele lading vervoeren. De bazen hadden niet altijd zin om elke keer de kelders schoon te maken. Hierdoor bleven ze vaak met een goede charter(contract) varen.

guillermina

Plug vertelde over de aankoop van het historische motorschip “Wilhelmina” in 2006. Toen de stichting het in 1915 gebouwde schip kocht, was het een zandoverslagschip. Het doel was om dit schip terug te brengen naar de staat van 1930. Hiervoor moesten de kraan en de transportband worden verwijderd, het stuurhuis en de mastbuis naar sleephoogte worden verlaagd en het luikdeksel worden vervangen. De restauratie is inmiddels voltooid en de boot is terug in de oorspronkelijke staat van de jaren dertig.

Naast dit project is de Stichting Katwijker Motor verantwoordelijk voor het beheer van de historische Prins Hendrikkanaalpier. In 2017 heeft de gemeente Katwijk een kade van circa 300 meter lang aangewezen als ligplaats voor voormalige historische bedrijfsschepen. Jaarlijks meren zo’n 55 historische schepen aan in dit historische deel van de Prins Hendrikkade.

Toekomst

Als kers op de taart sprak Plug over een ambitieus plan voor de stichting. “Na het eerste succes na de restauratie van de ‘Wilhelmina’ staat nu de voormalig zeillogger KW 166 op het verlanglijstje.” Het authentieke schip doet nu dienst als woonboot voor een Amerikaanse eigenaar. Het schip kent een lange geschiedenis van ruim een ​​eeuw. Nadat het als visserszeilboot had gediend, werd het later gemotoriseerd en diende het als vrachtschip in Denemarken. Sinds kort is er een fonds beschikbaar dat de aankoop mogelijk maakt. De toekomstige ontwikkeling van dit project blijft voorlopig een verrassing.

Na de boeiende presentaties verliet het publiek met een voldaan gevoel de zaal. Eén ding is zeker: mobiel erfgoed leeft!

Dit is een artikel uit De Katwijksche Post. Meer van Katwijksche Post? Abonneren voor nog geen 5 euro per maand!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *