Pilotresultaten bekend | Al het nieuws uit Uitgeest. Online en in de krant op woensdag.

Donderdag 28 maart om 12.00 uur

Nieuws

REGIO – In 2023 is de pilot Indirecte Lozing uitgevoerd door Milieudiensten Noord-Holland Noord, Noordzeekanaalgebied, IJmond en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. De pilot is een initiatief van de samenwerkende gemeenten Noorderkwartier, het Noordzeekanaalgebied, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, provincie Noord-Holland, Rijkswaterstaat, PWN en de drie bovengenoemde milieudiensten. Er is onderzoek gedaan naar industrieel afvalwater dat wordt geloosd op de riolering van bedrijven in verschillende sectoren van het gebied.

Tijdens de pilot zijn 103 bedrijven uit diverse sectoren bezocht, 77 bedrijven lozen afvalwater op de riolering. Bij ongeveer 60 van de 77 bedrijven zijn stoffen aangetroffen die vanwege hun schadelijkheid vermeden moeten worden. De sectoren waar hoge concentraties Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) zijn aangetroffen zijn de afvalverwerking, metaalverwerking en olie- en vetverwerking. Industrieel afvalwater dat op de riolering wordt geloosd en niet rechtstreeks op het oppervlaktewater of de rioolwaterzuiveringsinstallatie, wordt indirecte lozing genoemd. Deze indirecte lozing van bedrijven op het riool kan gevolgen hebben voor de werking van het riool, voor het zuiveringsproces en voor de kwaliteit van het gezuiverde afvalwater dat via de zuivering naar het oppervlaktewater gaat.

Meer informatie over wat er gebeurt
Het doel van de pilot was om meer informatie te verkrijgen over wat er gebeurt op het gebied van indirecte lozingen in verschillende sectoren van de regio Hollands Noorderkwartier. De pilot richt zich op monitoring in plaats van vergunningverlening en naleving, en richt zich op de stoffen die het meest schadelijk zijn voor oppervlaktewateren. Dit zijn de zogenoemde Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) en prioritaire stoffen uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Ook werd gekeken naar stoffen die problemen veroorzaken bij de werking van rioleringen en rioolwaterzuiveringsinstallaties. Als deze stoffen bij indirecte lozingen op het riool worden aangetroffen, is het aan bedrijven om deze aan de bron terug te dringen en zo bij te dragen aan het verbeteren van de kwaliteit van het water en de gezondheid van de bewoners van het gebied. Een ander doel was om met de opgedane kennis en ervaring het kennisniveau van meer toezichthouders te verhogen, hen specifiekere trainingen aan te bieden en op landelijk niveau ervaringen uit te wisselen.

Pilot versterkt de samenwerking voor de uitwisseling van kennis en ervaringen
De toezichthouders hebben vastgesteld dat de pilot in goed contact met de bedrijven is uitgevoerd en dat de bedrijven bereid zijn eventuele verbeteringen door te voeren. De pilot heeft de samenwerking op het gebied van indirecte lozingen tussen de drie milieudiensten en het waterschap versterkt en geleid tot de vorming van een netwerk voor de uitwisseling van kennis en ervaringen. Met deze joint-sourcing-aanpak lopen de partijen voorop in Nederland. De pilot werd mede mogelijk gemaakt dankzij subsidie ​​uit het Landelijk Interbestuurlijk Programma Versterking Vergunningen-, Toezicht- en Inspectiestelsel (IBP-VTH).

De samenwerkende partijen onderzoeken een vervolgpilot.
De pilot was een eerste stap om meer controle te krijgen over de indirecte lozingen. Op basis van de resultaten gaan de samenwerkende partijen verkennen hoe de pilot verder gaat. In de pilot zijn enkele bedrijven in de regio onderzocht. Geeft waardevolle informatie over de geloosde stoffen per sector en wat er nodig is om inspecties effectief uit te kunnen voeren. De bezochte bedrijven zijn zich bewuster geworden van de werking van de stoffen die zij lozen en hoe zij deze lozing kunnen voorkomen of verminderen. De resultaten van de pilot en de opgedane ervaringen zullen de komende periode ook landelijk worden gedeeld.