close
close

De blind date – Groningen

Zondagmiddag ging ik naar een leuk restaurant. Het was 19.30 uur. Ik liep naar boven en zei tegen de serveerster: ‘Mag ik hier thee drinken?’ Hij keek naar zijn collega die verder weg was en gebaarde dat hij dichterbij moest komen. Ik zei ook tegen hem: “Ik wil graag thee komen drinken.” Ze zei met een opwindende blik in haar ogen: ‘Ja, kom.’ Een fractie van een seconde vond ik het vreemd dat we langs alle lege tafels naar een bezette tafel liepen. Een paar meter verderop zei hij: “Hier is het.” Hij was al wakker en had een grote glimlach op zijn gezicht. Ik zei: “Nee, ik heb geen blind date, een vriend van mij komt binnenkort langs.” Ik ging snel ergens anders zitten.

Thee kan aanvoelen als een date. Of was dit een aanname? Dacht de ober überhaupt dat een alleenstaande vrouw de blind date van de jongeman zou zijn en veranderden zijn hersenen het woord thee in het woord date?

Onze hersenen maken de hele dag aannames. Wij vullen alles. Het komt vaak voor dat je iemands zin afmaakt, het woord zegt dat de persoon niet kan bedenken, of een heel directe vraag stelt omdat je denkt dat de zin of het verhaal die kant op gaat.

De mens is zeer efficiënt geschapen, het maken van aannames heeft een functie. Zonder aannames zouden we overladen worden met prikkels, die zeer intens zouden zijn voor onze zintuigen. Onze zintuigen zijn ontworpen om in een milliseconde te interpreteren wat we denken waar te nemen. De ober dacht binnen een milliseconde dat er een vrouw alleen naar de blind date zou komen en toen de jongeman opstond besefte ik binnen een milliseconde dat dat niet de bedoeling was.

Op het gebied van communicatie zou het goed zijn om vaker stil te staan ​​bij het feit dat wij, jij, ik en iedereen, aannames doen op basis van ervaringen uit het verleden. Ze hebben allemaal een ander verleden en dus ook andere aannames. Aannames kunnen we niet uitsluiten en daarom is het goed dat onze medemensen dit voortdurend beseffen.

In dit geval was het natuurlijk om hardop te huilen. Wat een briljant uitgangspunt! De jongeman die mij met een brede glimlach verdedigde terwijl ik een vriend ontmoette. Maar er zijn ook veel voorbeelden waarbij we iets verder dan onze eigen neus kunnen kijken.

Een vriendin vertelde me dat ze vanwege knieproblemen een muntje heeft om haar fiets op een specifieke plek op het werk te parkeren. Omdat ze een jonge en knappe dame is, komen andere mensen vaak naar haar toe: “Je kunt hier alleen je fiets parkeren als je wat geld hebt.” Wij doen aannames op basis van onder andere uiterlijk. Deze mensen weten niet dat ze een operatie heeft ondergaan en haar hele leven met knieproblemen kampt.

Om nog een voorbeeld te geven: ik open mijn Facebook-account. Ik weet dat ik de aannames binnen een milliseconde ga lezen. Ik krijg een kop van Hart van Nederland met een foto: “Milieuactivisten met ontblote billen tijdens een protest tegen het gebruik van gif op de Keukenhof.” Ik klik op de reacties en de eerste veronderstelling die ik lees is: “Weet je wat deze mensen moeten doen? Zoek een leven, werk je luie reet af. Ik las verschillende reacties, waaronder: “Traangas hierboven.” Ik klik er snel op, de een maakt me nog verdrietiger dan de ander.

Natuurlijk hoeven niet alle reacties lief te zijn. Maar altijd in gedachten houdend dat ons brein aannames doet, is het ook een optie om vaker uit nieuwsgierigheid te reageren: “Hé, heb jij een muntje?” En “Eén vraagje: Vandaag demonstreren, wat ga jij morgen doen voor je werk? En wat zijn de motieven om dit te doen?”

Er is altijd een reden. Wij kunnen de gedachten van anderen niet zien. En de verklaring is niet altijd meteen duidelijk. Hoe vaak zeg jij iets in een bijzondere zinsconstructie terwijl je iets anders wilt zeggen? Begrijp jij precies wat de ander bedoelt? Kijk het eens uit nieuwsgierigheid en dan nog eens.

Ester van Boer.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *