close
close

‘Begin met het flexibeler maken van de meest gebruikte studieroutes’


Interview | Editors




21 maart 2024 | Breng de studentenstromen regionaal in kaart van het mbo naar de universiteit, en let eerst eens op welke routes gebruikelijk zijn. “Als je flexibel kunt zijn, kun je veel studenten tegelijk bedienen”, zegt Saskia Brand-Gruwel. Ze combineert haar functie als directeur van Zuyd met het bijzonder lectoraat ‘Designing Personalised Learning Agreements’ aan de Universiteit Maastricht.






Saskia Brand-Gruwel


Brand-Gruwel is van oorsprong onderwijskundige. In twintig jaar tijd klom ze aan de Open Universiteit op tot ‘hoogleraar’, maar als decaan van de Faculteit der Psychologie en Pedagogische Wetenschappen ontdekte ze dat het administratieve werk haar ook veel plezier gaf. Daarom sprak hij het bestuurscollege van Zuyd Hogeschool toe.

“Bloed is echter koud waar het niet kan komen: ondertussen blijf ik promovendi aan de OU begeleiden”, zegt Brand-Gruwel lachend. Ze stapt nu over van de Open Universiteit naar de Universiteit Maastricht en gaat, naast haar aanstelling bij Zuyd, een dag in de week aan de slag als bijzonder docent bij de School of Health Education (SHE). Op 21 maart houdt zij haar intreerede als bijzonder hoogleraar ‘Ontwerpen van gepersonaliseerde leerarrangementen’.

“Eigenlijk heb ik altijd alleen onderzoek gedaan instructief ontwerp: hoe ontwerp je onderwijs dat aansluit bij de behoeften van studenten”, zegt Brand-Gruwel. “Bij SHE vind ik een leuke onderzoeksgroep die zich ook bezighoudt met… instructief ontwerp en flexibel onderwijs ontwerpen.”

Vier domeinen van flexibiliteit

Flexibiliteit is een veelomvattend begrip, beseft de Limburgse directeur. “Het gaat er in principe om dat je kijkt naar wat studenten nodig hebben en tegelijkertijd oog heeft voor de eindcijfers van een opleiding, wat de vraag is in het werkveld en zelfs wat er mogelijk is binnen een opleiding. Als je studenten een gevoel van flexibiliteit wil geven, dan moet dat binnen de kaders van de opleiding, de eindcijfers en de beroepsomvang zijn.”

Het is mogelijk om het onderwijs flexibeler te maken qua inhoud, tijd, plaats en didactiek, zegt Brandt-Gruwel. “Kan ik in mijn eigen tempo en op de tijden die ik verkies, studeren? Kan ik thuis studeren of alleen op de campus? Kan ik na een bepaalde tijd een richting kiezen binnen mijn opleiding of bijvoorbeeld duaal doorgaan? Kunnen mijn voorkeuren of opties meegenomen worden in de evaluatie?”, geeft hij als voorbeeld een reeks vragen.

Bij de opleiding Accountancy van Zuyd kun je er bijvoorbeeld voor kiezen om na twee jaar voltijdstudie het restant via een duaal programma af te ronden. “Hiermee worden twee vliegen in één klap geslagen, omdat de student zijn diploma haalt terwijl hij werkt en tegelijkertijd wordt voorzien in de behoefte aan financieel personeel in de professionele sector.”

Initieer flexibiliteit vanuit institutioneel perspectief

Soms betekent flexibiliteit een kleine aanpassing, soms vergt het een grote operatie: “van een hoogleraar die wel of niet online iets aanbiedt tot de mogelijkheid om van cursus te wisselen zonder studiepunten te verliezen.” In zijn openingstoespraak zal Brand-Gruwel aangeven dat het belangrijk is om deze niveaus gescheiden te houden. “In de discussie over flexibiliteit moet flexibiliteit op institutioneel niveau niet worden verward met flexibiliteit op onderwijs- of klasniveau. Dan begrijp je het helemaal niet meer.”

De voorwaarden vindt u hier.

Begin met een blik vanuit institutioneel perspectief, zegt de bijzonder hoogleraar. “Vooral op institutioneel niveau moeten er tussen ons een reeks overeenkomsten worden bereikt. Dit schept het kader waarbinnen een cursus of docent flexibiliteit kan bieden. Als wij vinden dat studenten in een bepaalde periode minoren moeten kunnen volgen, kan het niet zo zijn dat de ene minor drie studiepunten beslaat en de andere zes. Tegelijkertijd zorgt deze instellingsvisie er soms ook voor dat we niet ingaan op bepaalde studentenwensen.”

Wat wil de leerling?

Maar wat wil de student eigenlijk? “Ja, nu praten we graag weer over flexibiliteit, maar laten we eerst eens aan de studenten vragen of ze willen flexen en hoe. Van eerstejaarsstudenten kan worden verwacht dat ze zeggen: ‘Geef mij maar onderwijs, ik zal het volgen; Ik weet nog steeds niet wat ik precies wil.’ “Ouderen hebben waarschijnlijk al meer ideeën over een bepaalde richting of de mogelijkheid om werk en leren te combineren.”

Vanuit haar functie als bijzonder hoogleraar wil Brand-Gruwel de flexibiliteitsbehoefte van verschillende groepen leerlingen in kaart brengen. Niet alleen reguliere achttienjarigen, maar ook werkenden die een LLO-programma willen volgen. Kennisbasis heeft hij al gevonden in diverse onderzoeken naar studenten en hun behoeften, maar ook in zijn eigen kennis en ervaringen bij Zuyd en de Open Universiteit.

Een promovendus die zij momenteel begeleidt, zal ook de behoeften van studenten binnen de zorgopleidingen van Zuyd in kaart brengen en deze vervolgens vergelijken met de behoeften uit het werkveld. “Het doel is om hierover een gemeenschappelijk standpunt te vinden en van daaruit, bij voorkeur samen met de studenten, een deel van het onderwijs opnieuw vorm te geven. Dan zien we hoe effectief het is: vergroot het het studentenwelzijn, de studieprestaties en het studiesucces? Dat is uiteindelijk het doel; Het is niet zo dat vrijheid leeft.”

Flexibiliteit op ketenniveau

Bovendien pleit Brand-Gruwel voor een aanpak op ketenniveau. In Limburg plannen mbo, hbo en wo gezamenlijk de studentenstroom. Ze noemt het ‘slimme flexibiliteit’. “Welke vervolgstudie kiezen mbo-studenten? En als ze van studie veranderen, waar gaan ze dan heen? Dit geeft je een soort metrokaart die gerelateerde koersen of gemeenschappelijke routes verduidelijkt. “Als je daar flexibel kunt zijn, kun je veel studenten tegelijk bedienen.”

Sommige cursussen hebben een zeer voorspelbaar focustraject waardoor zeer efficiënte ondersteuning kan worden geboden. “Het mooiste voorbeeld vind ik hier dat een MBO student Economie naadloos kan doorstromen naar onze Advertising Business Management, met dat Advertising diploma in de hand kan hij direct doorstromen naar de Bachelor Bedrijfseconomie en als die student een specialisatie heeft, de schakelprogramma aan de Universiteit Maastricht en daarna kun je aan je masteropleiding aan de UM beginnen. Dat betekent dat er geen tijdverlies is voor een laatkomer die aan een mbo-opleiding begint en toch nog naar de universiteit wil.”

Vanuit zijn onderzoek en ervaring bij OU weet hij ook dat flexibiliteit een grens moet hebben. “Leerprestaties kunnen kelderen als er te veel flexibiliteit wordt toegestaan”, zegt de bijzondere docent. “Bij de OU hadden we bijvoorbeeld een master Onderwijskunde die volledig online was. Het zat goed in elkaar en bood veel flexibiliteit, maar tegelijkertijd kenden we onze studenten helemaal niet goed. Dan wordt het uitvalpercentage erg hoog en neemt de cursusopbrengst af. Daarom is het concept van OU de afgelopen tien jaar veranderd: het is flexibel gebleven, maar nu zijn er echte cohorten.”

Expert als regisseur

Brand-Gruwel is binnen de directie van Zuyd verantwoordelijk voor de portefeuille ‘onderwijs en onderzoek’, zaken waar zij ook als onderzoeker bij betrokken is. Dat maakt zijn rol bijzonder.

“Als directeur zit je natuurlijk op een bepaalde afstand, maar ik ben een directeur met een bepaalde ervaring die ik wil delen met de organisatie. Ik ben blij dat ik dit niet alleen met de managementteams van de trainingen kan bespreken, maar ook met de afdeling Onderwijs en Onderzoek, die zich bijvoorbeeld bezighoudt met flexibiliteit en de trainingen ondersteunt. Ik ben daar niet als regisseur, maar als iemand met dezelfde interesse. Zet de benen op tafel en bespreek samen wat er nodig is en hoe we dat kunnen bereiken. “Ik vind het echt leuk en ik heb het voor mezelf nodig.”

Tegelijkertijd is hij zich bewust van zijn dubbelrol. “Ik ga daar niet zitten en zeggen hoe we het gaan doen; Het is aan ons om samen plannen te maken. Als dat tot beleid leidt, wordt dat automatisch onder de aandacht gebracht van het Directiecomité, waar ik als het ware mijn bestuursmandaat zal hervatten.”

Vanuit zijn nieuwe leerstoel hoopt hij echter iets specifieks te kunnen bijdragen aan Zuyd en de Universiteit Maastricht. “De inzichten die we uit onderzoek halen, kunnen ons ook helpen om bij beide instellingen flexibeler te zijn. Ik ben dus erg blij met deze verbinding.”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *