Peizenaars geïllustreerde boek over aardbevingen laat kinderen aan het woord

Woensdag 20 maart om 12.00 uur

Cultuur

PEIZE – Op verzoek van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) kreeg de Drentse schrijver Pierre Carrière de opdracht een geïllustreerd boek te schrijven, gericht op kinderen tussen de twee en zes jaar oud. Te lang lag volgens NCG de focus op ouders en werden kinderen over het hoofd gezien. NCG hoopt dat het boek kinderen uitnodigt om te praten over wat ze hebben meegemaakt.

Het rijk geïllustreerde prentenboek ‘Noor en Heiko Kom tussenbeide!’ Het werd in december vorig jaar uitgebracht en wordt gratis verspreid in het boostergebied. Het vertelt het verhaal van Noor en Heiko. Plotseling trilt de grond en moeten de huizen overeind worden gehouden. Overal zien ze ‘mannen met mappen’. De ouders van Noor en Heiko hebben het ineens heel druk met van alles en de twee voelen zich vaak eenzaam. Daarom besluiten ze in te grijpen. De illustraties zijn gemaakt door Myriam Berenschot uit Groningen. ‘Het was een hele zoektocht om op zo’n jonge leeftijd uit te zoeken welk plot geschikt is voor kinderen in deze categorie. Meestal schrijf ik een verhaal en vraag ik de illustrator om het te tekenen. Dit boek is echt een product van ons allebei en dat voelt heerlijk. We keken samen veel documentaires, spraken met gezinsadviseurs en een kindercoach en verkenden de omgeving. We komen al snel bij een belangrijk onderwerp: het vergeten kind”, zegt de auteur. ‘Vanaf de zijlijn hoor en lees je veel over aardbevingen. Maar ik had niet verwacht dat de pijn zo diep kon zijn. Het zijn de kleine situaties die kinderen enorm ongemak bezorgen. Wist je dat niet al het speelgoed naar een pleeggezin kan? Er mogen alleen kinderen meedoen en de rest wordt ruim een ​​jaar bewaard. Situaties die voor kinderen heel ingrijpend zijn. Bij schademanagement komen vaak meer emoties kijken dan bij de vorige aardbeving.’

Volgens Pierre maken ouders zich vaak zorgen over verschillende autoriteiten. De tijd die ouders verspillen, gaat ten koste van hun kinderen. ‘Ze zien veel emoties bij ouders. Soms is er goed nieuws en soms is er slecht nieuws. Dat zie je terug in een kind. Agentschappen zijn voor kinderen moeilijk te begrijpen, daarom worden ze in ons boek de mapmannen genoemd.’ De NCG had Pierre gevraagd zich kritisch op te stellen. Vertel het zoals het is, zonder het al te goed te verpakken. ‘Ze doen hun best, maar weten ook dat het hele schadeafhandelingsproces niet soepel verloopt. Het was de wens van de NCG dat wij de ernst van het probleem zouden communiceren. Niet het ‘nou, alles komt goed’-verhaal, maar de harde realiteit. Maar bovenal is het een heel mooi en hoopvol boek geworden. Er is nog nooit eerder een geïllustreerd boek over dit onderwerp verschenen en ik denk dat het een mooie uitnodiging is om een ​​makkelijker gesprek te voeren met kinderen die veel traumatische gebeurtenissen hebben meegemaakt.’

Pierre heeft echter ook mooie momenten meegemaakt. ‘Je ziet dat kinderen gelukkig heel flexibel zijn. Ze kunnen vaak goed met situaties omgaan en kunnen bepaalde problemen positief bekijken. Maar er is ook veel verdriet, vaak onzichtbaar.” Er zijn meerdere thema’s in het boek. Huizen die gerepareerd moeten worden, verhuizen naar tijdelijke huisvesting en het bouwen van een aardbevingsbestendige school. Het boek is landelijk te koop in de boekhandel en online voor 9,95 euro. De opbrengst gaat geheel naar een speciaal fonds van de Nationaal Coördinator Groningen, waarmee initiatieven van en voor kinderen in de provincie Groningen kunnen worden gefinancierd.