close
close

Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen onderbelicht in landbouwmodellen

Om duurzame landbouwsystemen tot stand te brengen, moeten beleidsmakers en boeren rekening houden met factoren op verschillende ruimtelijke schalen. Alternatief landbouwbeleid legt nog steeds te veel nadruk op productie en te weinig op sociaal-economische of ecologische factoren. Daarnaast is het belangrijk om onzekerheden in de resultaten te onderkennen. Dat schrijven onderzoekers van WUR en UvA vorige week in het tijdschrift Nature Food.

Mondiaal gezien moet de hedendaagse landbouw niet alleen zorgen voor voedsel, vezels, voer en brandstof, maar ook de milieueffecten van landgebruik verminderen en sociaal-economische voordelen bieden aan plattelandsgebieden. Dit is vastgelegd in de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties. Veel van deze landbouwfuncties concurreren met elkaar (trade-offs), bijvoorbeeld wanneer de toegenomen landbouwproductie leidt tot verlies van de historisch-culturele waarde van het landschap. In werkelijkheid versterken andere functies elkaar (synergieën): een grotere biodiversiteit kan hand in hand gaan met natuurlijke plaagbestrijding en bestuiving.

Om ervoor te zorgen dat de landbouw de gewenste ‘ecosysteemdiensten’ kan leveren, is het noodzakelijk om de belangen en effecten van landgebruik en beheeropties af te wegen. Beleidsmakers kunnen met voorspellende landbouwmodellen de gevolgen van hun keuzes inschatten, maar de enorme verscheidenheid aan modellen maakt het een grote uitdaging om voor elke specifieke situatie het meest betrouwbare model te kiezen.

Modellen waren te veel op productie gericht.
Onderzoekers van Wageningen University and Research (WUR), het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamics (IBED) van de Universiteit van Amsterdam (UvA) en het internationale instituut ‘Alliance of Bioversity International & CIAT’ analyseerden een breed scala aan landbouwmodellen. Ze concluderen dat de modellen te veel gericht zijn op productie en dat de aandacht voor het belang van natuur en sociaal-culturele voordelen achterblijft. De meeste analyses richten zich op individuele bedrijven of regio’s en niet op meerdere ruimtelijke schalen tegelijk.

Milieuwetenschapper Timo Breure, die eerst bij WUR werkte en nu bij het Joint Research Centre van de Europese Commissie, is de eerste auteur van het onderzoek. “De oorspronkelijke landbouwmodellen waren gericht op het optimaliseren van de opbrengsten. In nieuwere modellen zijn daar inmiddels allerlei factoren aan toegevoegd, zoals biodiversiteit of de uitstoot van broeikasgassen. Na onze analyse van 119 onderzoeken concluderen we: het is mogelijk om factoren mee te nemen gerelateerd aan de SDGs, maar dit wordt over het algemeen zelden gedaan.

Volgens de publicatie wordt er zeer weinig aandacht besteed aan de onzekerheden van de gebruikte modellen. Breure: “Het is belangrijk om de onzekerheden te kennen om de gevolgen van de maatregelen goed te kunnen afwegen.”

De samenstelling van de bodem is belangrijk.
Ook de bodemsamenstelling is van belang bij het ontwikkelen van een alternatief landbouwbeleid. Zo bevatten sommige bodems van nature veel voedingsstoffen, terwijl op andere de boer een grote hoeveelheid (kunst)mest moet toevoegen. De ene bodem houdt bovendien veel beter water vast dan de andere. Bodemchemicus Boris Jansen van IBED: “Om deze reden nemen de modellen veel bodemeigenschappen mee. Bijvoorbeeld het vasthouden van koolstof in de vorm van organische stof in de bodem, om koolstofdioxide uit de lucht te houden.”

Praat met alle actoren in de keten
Agronoom Jeroen Groot van het lectoraat Agricultural Systems Ecology van WUR benadrukt de urgentie van het werk: ‘Er zijn grote uitdagingen op het gebied van de voedselvoorziening in Afrika en Azië. Bovendien wil de wereld graag duurzamer worden, er zijn hele hoge ambities. ‘Tegelijkertijd willen landen ook economische groei. De vraag voor overheden is welke kwantitatieve effecten hun beleid heeft. “Het is belangrijk dat ze met concrete middelen alle afwegingen kunnen doorrekenen.”

Om te beslissen met welke factoren een model rekening moet houden, is het essentieel om met alle actoren in de keten te praten, aldus de onderzoekers. Groot: “Dit zijn niet alleen beleidsmakers en boeren, maar ook partijen die iets weten van ecologie en gezondheid. Hun kennis is onmisbaar voor het uitbouwen van duurzaam landbouwbeleid.”

Bron: WUR

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *