Provincies missen perspectief voor boeren in de plannen van de minister

De provincies willen graag samenwerken om problemen op het gebied van natuur, water, klimaat en stikstof op te lossen, maar bij de aanpak van het landelijk milieu moeten perspectieven worden geboden aan de agrarische sector. IPO, de provinciale belangenorganisatie, schrijft dit naar aanleiding van het concept Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) van demissionair minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof).

De provincies spelen een belangrijke rol bij het realiseren van de doelstellingen. Maar er bestaat volgens de twaalf provincies onduidelijkheid over de rol van het Rijk. Ze zijn al bezig met hun eigen implementatie, maar tot hun frustratie zijn de beloofde miljarden uit het transitiefonds nog niet binnen.

Iedereen is het erover eens dat zogenaamde territoriale processen tot oplossingen kunnen leiden, maar de provincies zeggen deze rol alleen op zich te kunnen nemen als ze op de hoogte zijn van de inspanningen van het kabinet. Ze zeggen dat ze een achterstand aan taken niet aankunnen zonder duidelijke opties en een implementatiestrategie.

“Wij zijn van mening dat de haalbaarheid, haalbaarheid en verklaarbaarheid van de doelstellingen bij dit concept-NPLG nog steeds onvoldoende zijn”, aldus het IPO. Dit sluit aan bij de recente conclusie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en drie andere kennisinstellingen dat er strengere besluiten moeten worden genomen om de (stikstof)doelen op tijd te halen. De minister heeft dat ook erkend.

De provincies, waarin de BBB sinds de verkiezingen van vorig jaar een belangrijke rol speelt, vestigen de aandacht op “de grote bezorgdheid in Nederland en elders in Europa over de toekomstperspectieven voor de landbouw en de voedselvoorziening op de lange termijn”. Om polarisatie en verharding te voorkomen is het nu tijd om via dialoog tot een visie en oplossingen te komen, maar volgens de provincies ontbreekt dit in de NPLG.

Ze hopen dat het commitment van het kabinet duidelijk wordt in de definitieve versie, zodat ze aan de slag kunnen met de provinciale gebiedsprogramma’s. Dit vereist “duidelijke doelstellingen en financiële waardering” voor boeren. Als aan deze en andere voorwaarden wordt voldaan, kunnen er, afhankelijk van de provincies, bestuurlijke afspraken worden gemaakt.

Van der Wal is bezig de plannen verder uit te werken, zei hij vorige week. Deze maand spreekt de minister met de provincies om hierover te praten. Maar er zal veel op het bord van het volgende kabinet liggen.