close
close

De Hoge Raad verwerpt het beroep in de zaak Sumanta Bansi

B. heeft cassatieberoep ingesteld na identificatie van stoffelijke resten

Voor het beroep heeft B. op aandringen van zijn nieuwe advocaat, Theo Hiddema, de plaats op het industrieterrein Hoorn aangewezen waar het stoffelijk overschot van Bansi kon worden gevonden. De rechtbank Amsterdam veroordeelde B. tot 15 jaar gevangenisstraf. Vervolgens ging B. tot ongenoegen van de familie in beroep bij de Hoge Raad.

Advocaat Hiddema vroeg de Hoge Raad de uitspraak van de rechtbank te vernietigen. Het eerste beroep had betrekking op de begrafenis van het lichaam. De verdachte zou niet de bedoeling hebben gehad de doodsoorzaak door begrafenis te verhullen. De rechtbank acht bewezen dat B. het lichaam heeft weggegooid en dat is strafbaar.

De Hoge Raad wijst beide beroepen af

Het tweede beroep heeft betrekking op de bekentenis van B. Volgens advocaat Hiddema is het “onbegrijpelijk” dat de bekentenis niet tot strafvermindering heeft geleid.

De Hoge Raad heeft beide klachten in hoger beroep afgewezen. De klachten kunnen niet leiden tot vernietiging van de rechterlijke beslissing, omdat ze niet onderbouwd zijn. Bovendien ontstaan ​​er volgens de Hoge Raad geen nieuwe juridisch belangrijke vragen die beantwoord moeten worden.

Met de uitspraak van het Hooggerechtshof zijn de veroordeling en de straf van vijftien jaar gevangenisstraf definitief.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *