close
close

Kennis wordt het beste verkregen door de co-creatie van wetenschappers met ervaren experts.

Herfst betekent tijd voor het Kenniscentrum Psychologie en Economisch Gedrag (KCPEG) Najaarssymposium met topsprekers over (on)veiligheid. Wat nemen bezoekers mee uit de schitterende verhalen van weeshuis UTOPA in Leiden?

de spreker

Tim ‘S Jongers, Peter Hein van Mulligen en Aisa Amagir behandelen ieder op hun eigen manier het actuele onderwerp sociale zekerheid. Politicoloog en bestuurskundige ‘S Jongers vertelt over de ervaringen van mensen met lage inkomens, waarbij Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hoofdeconoom Van Mulligen cijfers en statistieken laat zien. Amagir is onderzoeker aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en sinds 1 september directeur van het Amsterdams Kenniscentrum Inequality.

In het ‘rijk van de logica van de rijke mensen’ bepalen hoogopgeleide mensen de regels, zegt de spraakzame Tim ‘S Jongers. Zijn ambitie om laagopgeleide mensen te ‘redden’ van de ondergang mislukt bij het buurthuis met verhalen over gezonde voeding, broccoli (*link naar boek) en pastinaak. ‘Vergeten groenten zijn populair onder hoogopgeleiden, maar ze realiseren zich niet dat veel buurtkinderen niet ontbijten. Niemand komt luisteren naar een verhaal over gezondheid omdat het de mensen niets kan schelen.” De ervaren publicist en deskundige ‘S Jongers’ schreef voor De Correspondent het boek ‘Armoede uitgelegd aan mensen met geld’.

Ontwikkeling van koopkracht en armoede

Peter Hein van Mulligen geeft informatie over de statistieken van het CBS. ‘Hoewel de bestedingsruimte de afgelopen vijftig jaar met 2,5 is toegenomen, moeten we ook de verschillen in de ontwikkeling van de koopkracht waarnemen. Hoewel we de laagste armoede in de geschiedenis hebben, is het een misvatting om aan te nemen dat er geen probleem is. Wie zijn die mensen in armoede? Volgens onze cijfers bestaat het merendeel uit begunstigden en hun minderjarige kinderen.

Van Mulligen heeft het over mensen met een lage opleiding en laagbetaalde banen. Over hoogopgeleide mensen die samenwonen, met elkaar omgaan en in de meeste gevallen Nederlandse ouders hebben. Het laat zien dat de algehele welvaart onder jongvolwassenen achterblijft, dat ze minder vaak alleen wonen en dat het eigenwoningbezit onder dertigers sterk is afgenomen. “In werkelijkheid is hun inkomen hoger, maar dat is niet het enige dat telt voor het welzijn.”


“Hoe kunnen we kwetsbare jongeren betrekken bij het zoeken naar oplossingen?”, vraagt ​​Karin Wartena. Bij ING Bank Nederland is verantwoordelijk voor het financieel gezond maken van jongeren. “Bij alles wat we doen vragen we jongeren om advies, maar bepaalde groepen jongeren vinden het lastig om vertegenwoordigd te worden.” Bent u tevreden met het antwoord? ‘Absoluut! Tim legde uit dat deze jongeren minder ontvankelijk zijn voor hulp van vreemden, omdat ze er in hun leven zoveel ervaring mee hebben gehad. Zijn advies is om je tot iemand uit de omgeving van de jongeman te wenden. Denk hierbij aan een docent of iemand van de sportclub. Dit is uw eerste kennismaking met het Kenniscentrum. ‘Ik vind het inspirerend en kom zeker terug!’

Vechten met het publiek

Sociaal psycholoog Arjaan Wit wil weten of Van Mulligen tevreden is over het gebruik van CBS-cijfers. Van Mulligen: ‘Zonder twijfel bij de planbureaus. Morgen presenteren wij samen met het Bureau Sociaal Culturele Planning (SCP) nieuwe cijfers. Onze expertise ligt op het gebied van de statistiek, maar voor de context moeten we ons wenden tot planbureaus. We moeten deze rollen niet door elkaar halen, want dan zijn onze data niet onafhankelijk.’

Kenniscentrumdirecteur Wilco van Dijk stelt de vraag naar de meerwaarde van het hebben van ervaren experts in zijn organisatie. ‘S Jongers is voorzichtig: ‘Beleidsadviezen zijn heel complex. Maar een gesprek met ervaren deskundigen is zeker een goed idee. Mulligen is ook van mening dat ervaren deskundigen belangrijk zijn voor planbureaus en beleidsambtenaren. Waarom meten we wat relevant is? Hoe zien de mensen het zelf? ‘Stel ons de juiste vraag en wij maken statistieken. Deze zijn op Europees niveau bepaald en zijn nu beter gebaseerd op wat mensen aangeven nodig te hebben.’

Sociale zekerheid lijkt een optelsom van onzekerheden

In Amsterdam wil Amagir als nieuwe directeur van het Kenniscentrum Inequality onderzoekers, politieke functionarissen en praktijkpartners bij elkaar brengen. Daar begon hij op 1 september met interviews over de sociale zekerheid voor laagopgeleiden. ‘Aan koppels bestaande uit een onderzoeker en een deskundige vroegen we: Wat doe je, hoe is je leven? Dit leidde tot veel onzekerheden, vooral onder eenoudergezinnen. De sociale zekerheid lijkt een optelsom van onzekerheden en er is vaak over de overheid gesproken.’ Net als Mulligen ziet Amagir één groep opvallen. Jongeren die hun hogere opleiding niet afmaken, hebben problemen met deelname aan de samenleving. ‘Overheidsfunctionarissen maken beleid voor mensen die ze niet kennen. Achter dat beleid schuilen overtuigingen dat mensen de overheid als vangnet nodig hebben.’

In het interview met de lokale overheid kwamen ook vragen aan bod als: Zijn overheidsfunctionarissen betrouwbaar en luisteren ze goed? Iedereen gelooft in goede bedoelingen, maar ze denken ook dat de overheid niet luistert. Of stel bijvoorbeeld de vraag: wat heb je nodig om goed te leven? Amagir spreekt over goede mensen in een slecht functionerend systeem. ‘Er is geen regisseur, er staan ​​te veel mensen in een dossier. Overheid roept veel emoties, woede en tranen op, maar soms ook dankbaarheid.’


Niels Flick heeft de master Economische en Consumentenpsychologie afgerond en werkt nu als gedragswetenschapper bij het UWV. Flick: ‘Voor mijn werkgever, UWV, is het onderwerp sociale zekerheid uiteraard heel relevant. De mensen die bij ons komen zijn vooral mensen die hun baan zijn kwijtgeraakt of ziek zijn geworden. Het zijn onzekere tijden in iemands leven. Tim (‘S Jongers) bekijkt armoede vanuit de individuele en gezinservaring, waarbij de CBS-presentatie meer zegt over de cijfers en trends. Deze perspectieven contrasteerden soms, maar vulden elkaar vooral prachtig aan. In mijn ervaring moeten we ook kijken naar de (on)veiligheid van het bestaan: niet alleen vanuit data en niet alleen vanuit persoonlijke ervaringen, maar vanuit de combinatie van beide.’

Vechten met het publiek

Kwalitatief onderzoek, hoe doe je dat? Volgens Amagir moeten we eerst met politieke leiders praten, zodat zij vanaf het begin meedoen. ‘Wij strijden samen tegen ongelijkheid. Op welk gebied is er sprake van ongelijkheid en wat ligt daaronder?’ ‘S Jongers merkt op: ‘De overheid opereert vanuit het mantra van zelfredzaamheid. “Daar is het wantrouwen op gebaseerd.”

Van Dijk bouwt een brug naar het Kenniscentrum. ‘Wij willen impact maken met de kennis en het leren van de samenleving door bijvoorbeeld vragen te stellen over financiële stress. We hebben dit onderzocht in 50 landen over de hele wereld. In alle onderzochte landen zien we dat grotere financiële stress gepaard gaat met een lager geestelijk welzijn, een gevoel van zinloosheid en een grotere ervaring van sociale uitsluiting. Van Dijk: “Dit kan leiden tot een neerwaartse spiraal, dus ingrijpen is nodig om te voorkomen dat de situatie voor mensen verergert.”

Net als Amagir ziet hij de oplossing in samenwerking tussen experts, wetenschappers, beleidsmakers en ervaren professionals. “Beter luisteren maakt je effectiever.” Ook de straatcoach uit Den Haag vraagt ​​om medewerking bij de psychologische effecten van stress. “Door kennis te co-creëren met ervaren deskundigen wordt kennis beter ontvangen”, besluit Van Dijk.

Kopfoto: Tim ‘S Jongers en Peter Hein van Mulligen bij het UTOPA weeshuis

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *