close
close

Poppodia in 2023, ondanks meer bezoekers en inkomsten, zorgwekkend stijgende kosten

  • Download hier de volledige publicatieMuzieklocaties en festivals in Cifras 2023
  • Lees hier het persbericht (16 juli 2024) over de jaarcijfers 2023.

Hieronder volgen de belangrijkste conclusies uit het sectorrapport over verschillende aspecten van de commerciële bedrijfsvoering van poppodia en festivals. Denk hierbij aan inkomsten en uitgaven, programma- en artiestenontwikkeling, bezoekersaantallen en werkgelegenheid op poppodia en festivals. De cijfers van 2023 worden vergeleken met die van 2019, vóór COVID-19.

Inkomsten en uitgaven
De totale omzet uit poppodia bedroeg in 2023 € 199,9 miljoen, een stijging van 25% ten opzichte van 2019. De kosten stegen naar € 198,5 miljoen, een stijging van 24%. Hoewel poppodia een gemiddeld positief financieel resultaat behaalden van 0,7%, rapporteerde 38% van deze podia een negatief financieel resultaat. De grootste kostenstijgingen deden zich voor bij de personeelskosten, die met 33% stegen, en bij de programma- en huisvestingskosten. De personeelskosten stegen deels door meer betaald werk, maar de belangrijkste oorzaak waren hogere lonen en tarieven.

De omzet steeg in 2023 met 30%, terwijl de horeca-omzet een stijging liet zien van 27%. Ook de subsidies stegen met 27%. Het grootste deel van de subsidie ​​(94%) kwam van de gemeenten. De gemiddelde indexatie van de gemeentelijke subsidie ​​bedroeg in 2023 4% ten opzichte van een jaar eerder, en maar liefst een kwart (24%) van de poppodia ontving in 2023 exact hetzelfde subsidiebedrag als in 2022.

Meer programma’s, maar minder artiestenoptredens.
In 2023 organiseerden poppodia in totaal 17.362 publiek toegankelijke programma’s, wat neerkomt op een stijging van 4% ten opzichte van 2019. Tijdens deze programma’s vonden 25.341 artiestenoptredens plaats, wat een daling betekende van 5% ten opzichte van 2019. internationale artiesten daalden van 41% in 2019 naar 32% in 2023.

Toename van bezoeken en uitverkochte programma’s
Het aantal bezoeken aan poppodia steeg naar 5,8 miljoen in 2023, een stijging van 11% ten opzichte van 2019. Het betaalde bezoek steeg met 18%, terwijl het aantal gratis bezoeken daalde met 9%. Het aantal uitverkochte concerten en clubavonden lag beduidend hoger dan in 2019.

Werk, beter betaald, minder vrijwillig
De werkgelegenheid bij poppodia groeide in 2023 naar 8.372 werknemers, een stijging van 7% ten opzichte van 2019. Er waren 1.619 fte werkzaam, een stijging van 8% ten opzichte van 2019. Deze groei was vooral te danken aan een toename van betaald werk. Het aandeel vrijwilligerswerk daalde van 16% van alle werkuren in 2019 naar 11% in 2023.

festivals
Het VNPF-sectorjaarverslag voor aangesloten festivals is minder uitgebreid dan dat voor poppodia. Deze festivals trokken in 2023 2,6 miljoen bezoekers, wat het totale aantal bezoeken aan VNPF-locaties en festivals op 8,4 miljoen brengt.

Zorgen en risico’s
Hoewel sectorrapporten enkele positieve ontwikkelingen laten zien, zoals hogere inkomsten en bezoekersaantallen, zijn er verschillende zorgen en enkele andere risico’s die uit de cijfers voortvloeien:

  • Er worden hogere kosten en minder geplande artiesten gezien, hoewel de cijfers nog niet duidelijk een direct verband tussen deze trends aantonen. Het is echter een plausibele en zorgwekkende veronderstelling.
  • De betaalbaarheid van het bezoeken van poppodia staat onder druk. De voortdurende doorberekening van hogere kosten in de ticketprijzen kan leiden tot een negatieve prijselasticiteit, waarbij hogere prijzen resulteren in een afname van het aantal bezoeken. Dit kan ervoor zorgen dat popfestivals, concerten en clubavonden alleen betaalbaar en toegankelijk zijn voor de hogere sociaal-economische klassen, terwijl mensen met een lager budget, vaak jongeren, worden uitgesloten. De VNPF acht dit onwenselijk.
  • Gemeenten indexeren subsidies niet altijd, en als dat wel het geval is, houdt het geen gelijke tred met de verschillende kostenstijgingen. Uiteindelijk zou dit financiële druk kunnen uitoefenen op gesubsidieerde poppodia en festivals. Onder deze economische druk bestaat het risico dat alleen winstgevende programma’s worden gepresenteerd. Dit zou een nadeel zijn voor popartiesten aan het begin van hun carrière, die minder mogelijkheden zouden hebben om voor publiek op te treden en zich verder te ontwikkelen. Ook voor deze popartiesten zijn er steeds minder alternatieven beschikbaar.
  • Vooral gratis of kleinere festivals maken moeilijke tijden door door de grote stijging van de kosten. Deze festivals genereren weinig tot geen inkomsten uit de kaartverkoop, waardoor het steeds moeilijker wordt om financieel te overleven.
  • Minder vrijwilligerswerk: Het terugbrengen van het aandeel vrijwilligerswerk van 16% naar 11% kan betekenen dat er meer betaald personeel moet worden aangenomen; De sector is er niet tegen, maar het zal de exploitatiekosten verder doen stijgen. Dit kan vooral problematisch zijn voor kleinere locaties en festivals die traditioneel sterk afhankelijk zijn van vrijwilligers.
  • Daling optredens internationale artiesten: Het verlagen van het percentage internationale artiesten van 41% naar 32% zou kunnen leiden tot een minder divers programmatisch aanbod, wat de aantrekkelijkheid van poppodia en festivals (VNPF weet niet of dit ook voor festivals geldt) voor een breder publiek zou kunnen verminderen. . Verminderen. Dit kan ook van invloed zijn op de culturele uitwisseling en het internationale netwerk van de Nederlandse popmuziekscene.
  • Hogere woonlasten: Stijgende huisvestingskosten kunnen op de lange termijn voor onhoudbare financiële lasten zorgen, vooral als deze kosten blijven stijgen terwijl subsidies en andere inkomstenbronnen onvoldoende bewegen.
  • Minder kansen voor artistieke vernieuwing en verarming: Economische druk om alleen winstgevende programma’s te presenteren kan tot conservatieve programmering leiden. Dit zet niet alleen aspirant-kunstenaars in het nadeel, maar vermindert ook de artistieke diversiteit. Minder ruimte voor experimentele en nicheprogramma’s die niet direct rendabel zijn, zou op termijn het popcultuurlandschap kunnen verarmen en innovatie binnen de popmuzieksector kunnen belemmeren.
  • Financiële duurzaamheid van muzieklocaties en festivals: Muziekpodia en festivals die voor hun bestaan ​​afhankelijk zijn van subsidies kunnen kwetsbaar zijn voor beleidsveranderingen en economische schommelingen. Als subsidies worden verlaagd of niet voldoende worden geïndexeerd, kunnen deze organisaties moeite hebben om financieel duurzaam te blijven.
  • Impact van de daling van het gratis bezoek: De daling van het aantal gratis bezoeken met 9% kan een indicatie zijn dat minder mensen zonder financiële drempel toegang hebben tot culturele evenementen. Dit kan de inclusiviteit en sociale functie van poppodia aantasten. Dit geldt uiteraard ook voor gratis festivals die niet door kunnen gaan.
  • Minder mogelijkheden voor artistieke vernieuwing: De druk om financieel winstgevend te zijn kan leiden tot conservatieve programmering. Dit kan innovatie binnen de popsector belemmeren, omdat er minder ruimte is voor experimentele en nicheprogramma’s die niet direct rendabel zijn, maar wel belangrijk zijn voor de artistieke ontwikkeling.

VAT
Daarnaast is er onlangs nog een ander groot zorgpunt bijgekomen: het voorstel om de BTW te verhogen van 9% naar 21%. Deze maatregel zal een aanzienlijke impact hebben op de culturele en creatieve sector. Hogere BTW-tarieven zullen leiden tot hogere prijzen, waardoor de toegankelijkheid en betaalbaarheid van cultuur, evenementen, boeken en media voor het publiek onder druk komen te staan. Deze stijging gaat ten koste van het aanbod, vooral in de perifere regio’s, en vermindert het inkomensgenererend vermogen van zelfstandigen en instellingen. Bovendien brengt het het levensonderhoud van kunstenaars en artiesten in gevaar. De BTW-verhoging zal negatieve economische gevolgen hebben. Deze maatregel zal naar verwachting resulteren in 1,5 miljoen minder bezoeken aan festivals en 900.000 minder bezoeken aan de podiumkunsten (inclusief popcultuur). Dit zet de financiële situatie van de popsector verder onder druk, wat kan leiden tot banenverlies en een afname van het aantal beschikbare popculturele programma’s en evenementen. Dit zal vooral de middenklasse en mensen met weinig geld treffen, wat in strijd is met de doelstellingen van de regering om de sociale zekerheid te verbeteren en ondernemerschap te stimuleren.

eerlijke betaling
De positie van creatieve werkers en popcultuurwerkers, op en achter de schermen, is zeer kwetsbaar. Een eerlijke beloning wordt daarom steeds meer een voorwaarde voor subsidies. Uit onderzoek van Berenschot, in opdracht van het fairPACCT netwerkpanel voor popmuzikanten. Er blijkt een aanzienlijk groter budget (7,8 miljoen prijzen in 2022) nodig te zijn om popmuzikanten een eerlijke vergoeding te bieden. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat deze middelen niet door de sector zelf kunnen worden geleverd. De popsector krijgt hier, in tegenstelling tot de direct door het ministerie van OCenW gesubsidieerde organisaties, nauwelijks een vergoeding voor. De popsector praat al jaren met elkaar (makers, podia, festivals, boekingskantoren) om tot een oplossing te komen. Om deze reden start er in september van dit jaar een pilot: fairpop. De VNPF maakt zich echter zorgen over de huidige financiële situatie, waarin stijgende exploitatiekosten en de mogelijke afschaffing van het verlaagde BTW-tarief het voor podia en festivals steeds lastiger maken om tot een eerlijke vergoeding te komen. Dit lijkt vrijwel onmogelijk zonder extra steun of financiële prikkels voor de sector. Dit legt een zware last op de duurzame ontwikkeling van de carrières van popmuzikanten en de culturele diversiteit binnen de popsector.

Download hier de gehele publicatiePoppodia en festivals in cijfers 2023′

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *