close
close

AI en de klimaattransitie: een perfecte combinatie?

Kunstmatige intelligentie (AI) wordt vaak voorgesteld als een technologische redder in de strijd tegen de klimaatverandering. Maar er zijn risico’s verbonden aan de ontwikkeling en het gebruik ervan, zegt Barrie Sander, universitair docent internationale gerechtigheid aan het Leiden University College (LUC).

Barrie Sander is geen onbekende in het onderzoeken van internationale en regionale mensenrechtenkaders in relatie tot digitale technologieën: hij heeft de afgelopen jaren veel werk verricht op het gebied van de regulering van sociale mediaplatforms en in hoeverre deze zich daaraan kunnen en moeten houden. aan de mensenrechten. Recentelijk richtte hij zich op de interactie van AI met klimaatverandering in zijn onderzoeksproject Climate AI Rights (CLAIR). “Ik wil de risico’s, lasten en uitdagingen benadrukken die gepaard gaan met het ontwerp en de implementatie van kunstmatige-intelligentietechnologieën om de klimaatcrisis aan te pakken. Dit onderwerp heeft binnen de juridische studies nog niet veel aandacht gekregen.

Vier interacties tussen AI en klimaatverandering

Sander richt zijn onderzoek op vier interacties tussen AI en klimaatverandering. De eerste is vrij bekend: het feit dat er veel middelen nodig zijn om AI te laten werken. ‘Er is veel water nodig om datacenters te koelen. En onze telefoonbatterijen zijn gemaakt van lithium en kobalt, grondstoffen die regelmatig worden gewonnen door dwangarbeid en geweld. Ook de winning van deze grondstoffen kan vervuiling veroorzaken. Daarom kunnen AI-technologieën bijdragen aan de klimaatverandering in plaats van deze alleen maar te bestrijden”, zegt Sander.

“Kunstmatige intelligentietechnologieën gericht op het tegengaan van klimaatverandering worden vaak misbruikt.”

De tweede interactie is minder bekend: het feit dat AI-technologieën gericht op het tegengaan van klimaatverandering vaak worden misbruikt. Sander: ‘Een voorbeeld is een AI-project ontwikkeld door de Rockefeller Foundation, het surveillancetechnologiebedrijf Palantir en de gemeente New Orleans. Aanvankelijk was de software in dit project bedoeld om overstromingen te voorkomen. Dit veranderde uiteindelijk echter in een systeem van ‘predictive policing’ (red., een systeem dat data en wiskundige modellen gebruikt om te bepalen waar de politie zich op moet concentreren). Daarom wil ik in mijn onderzoek ‘slimme steden’, ‘slimme landbouw’ en ‘slimme bossen’ onderzoeken om te zien of ze worden gebruikt om het klimaat te beschadigen in plaats van het te beschermen.’

AI als surveillance- en desinformatietechnologieën

AI-technologieën kunnen ook worden gebruikt om zich actief te verzetten tegen klimaatactivisten of mensen die door de klimaatverandering worden getroffen. Door AI aangedreven surveillancetechnologieën monitoren bijvoorbeeld klimaatactivisten en houden klimaatvluchtelingen vast aan de grenzen. “Er wordt vaak meer geld uitgegeven aan het opwerpen van barrières voor deze groepen dan aan het aanpakken van de oorzaken van de klimaatverandering”, zegt Sander hoofdschuddend.

Ten slotte kan AI ook een belangrijke rol spelen in de manier waarop samenlevingen omgaan met klimaatverandering. Desinformatie over klimaatverandering wordt bijvoorbeeld vaak verspreid via AI-aangedreven sociale-mediaplatforms en klimaatactivisten worden steeds vaker online bedreigd. Het discours wordt ook sterk beïnvloed door grote technologiebedrijven die aanzienlijke lobbymacht hebben vergaard. “Ik wil onderzoeken hoe AI-technologieën en hun actoren verhalen vormgeven over wat klimaatverandering is en hoe deze kan worden bestreden.”

“Ik wil weten wie er echt profiteert van AI-technologieën.”

Plannen voor de toekomst

Sander staat nog in de beginfase van zijn project en wil de tweede interactie tussen AI en klimaatverandering gaan onderzoeken. “Ik wil weten wie er echt profiteert van de AI-technologieën die worden ontwikkeld om de klimaatverandering tegen te gaan en wiens belangen worden genegeerd en zelfs geschaad.” Sander wil zijn onderzoek ook onder de aandacht brengen in het onderwijs dat hij aan het LUC geeft. ‘Ik geef een vak over digitale technologie en internationaal recht waar dit onderzoek perfect bij zou passen. Verder merk ik dat studenten steeds vaker informatie vragen over de impact van AI, wat laat zien dat het een actueel onderwerp is.’

LUC is in 2010 opgericht door de Universiteit Leiden. Tegenwoordig volgen ongeveer 600 studenten het onderwijsprogramma op kleine schaal, met een gemiddelde van slechts 18 studenten per klas. Daarnaast nemen medewerkers deel aan tal van onderzoeksprojecten en wetenschappelijke samenwerkingen, die samen hun benadering van onderwijs verrijken. LUC-afgestudeerden melden zich elk jaar aan voor masterprogramma’s aan de beste universiteiten ter wereld, en de 1.700 studenten in de studie hebben een breed scala aan carrières gevolgd.

Tekst: Sabine Waasdorp

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *