close
close

Inkomensverschillen in Nederland: hier is niet zo veel gelijkheid

Egbert Jongen doet onderzoek naar de inkomensongelijkheid in Nederland. Waar zitten die verschillen en wat kunnen we eraan doen? De hoogleraar Economie en Sociaal-economisch Beleid zal er op 1 juli over praten tijdens zijn oratie. “We kunnen leren van landen waar de verschillen tussen mannen en vrouwen en tussen mensen met en zonder migratiegeschiedenis kleiner zijn.”

Waar gaat uw openingsconferentie over?

‘Over inkomensverschillen tussen groepen in Nederland. Er bestaat al lang het idee dat inkomensongelijkheid in Nederland niet zo’n hot topic is. Ik had ook het idee dat het allemaal niet zo erg was. Maar de onderzoeken die we de afgelopen jaren hebben uitgevoerd laten belangrijke verschillen zien. Zeker als je naar bepaalde subgroepen kijkt. De afgelopen decennia zijn vrouwen gaan werken en meer verdienen, maar de daling van de zogenaamde kinderstraf is sinds het midden van de jaren 2000 tot stilstand gekomen: als vrouwen een kind krijgen, blijft hun inkomen scherp dalen. Ik spreek ook over ons onderzoek naar mensen van migrerende afkomst. Er zijn meer mensen naar Nederland gekomen en zij hebben gemiddeld een laag inkomen. Voor hun kinderen blijven deze verschillen grotendeels bestaan, vooral als hun ouders van buiten Europa komen.’

Waar komt jouw fascinatie voor inkomensverschillen vandaan?

‘Mijn vader was vroeger kostwinner, zoals de meeste gezinnen. Mijn moeder mocht niet studeren, haar broers wel. Ze was actief in de vrouwenbeweging, dus ik hoorde al op jonge leeftijd over genderverschillen. Op de basisschool in Hengelo, een relatief rijke stad, had ik vrienden die een zwembad in de tuin hadden, op de middelbare school in Enschede had ik ook vrienden uit arme gezinnen. En toen ik later bij het Centraal Planbureau in Den Haag ging werken en door de Schilderswijk en de chique wijken van Den Haag naar kantoor fietste, werd ik getroffen door de verschillen tussen arm en rijk.’

Wat moet er veranderen om de inkomensongelijkheid terug te dringen?

‘Helaas is er geen eenvoudig antwoord op deze vraag, anders hadden we het al lang geleden geïmplementeerd. Ik heb een idee wat we verder moeten onderzoeken. We hebben onlangs een dataset aangelegd met inkomens- en arbeidsmarktgegevens van de afgelopen vijftig jaar, zowel in Nederland als met een internationale groep onderzoekers. Zo kunnen we Nederlandse data vergelijken met andere landen en van elkaar leren. In Zweden zijn de inkomensverschillen tussen kinderen met en zonder migrantenachtergrond relatief klein, hoewel daar ook een diverse groep immigranten arriveert. En in Slovenië, waar ik met mijn gezin woonde, is de inkomensverdeling tussen mannen en vrouwen veel gelijker. Ze hebben daar betaalbare en kwalitatief goede kinderopvang, toegankelijk voor kinderen van alle ouders. Dit maakt het werk van ouders gemakkelijker en stimuleert ook de ontwikkeling van kinderen uit kansarme milieus. Dat zie je later terug in hun schoolresultaten en wat ze verdienen.”

Wat ga je de komende jaren onderzoeken?

‘Ik blijf kijken waarom lage inkomens laag blijven en niet stijgen met midden- en hoge inkomens, en dan denk ik: wat is effectief beleid? Wat zou bijvoorbeeld het gevolg zijn als we het minimumloon verder zouden verhogen of mensen zouden helpen investeren in training en onderwijs? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de kinderstraf voor moeders nog verder daalt? Mijn collega’s en ik werken graag verder met de CBS-data en met vergelijkbare data in het buitenland, want er moet iets veranderen. Als het beleid ongewijzigd blijft, zullen de inkomensverschillen tussen rijk en arm blijven toenemen, en zullen de verschillen naar geslacht en immigratieoorsprong slechts licht afnemen. Ik hoop heel erg dat het anders kan.’

Tekst: Thessa Lageman

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *