close
close

RTV Maastricht – Artsen plaatsen het eerste gepersonaliseerde implantaat tegen chronische polspijn

Het Maastricht UMC+ heeft een nieuwe behandeling ontwikkeld: een gepersonaliseerd implantaat dat een chirurg tijdens een korte operatie kan plaatsen zonder dat hij andere botten of weefsels hoeft te verwijderen of beschadigen.

Eind mei zijn de eerste drie implantaten geplaatst. Traumatologen behandelen vaak complexe polsfracturen. Die bijvoorbeeld zijn ontstaan ​​door een zware valpartij.

Leven met beperkingen
Bij sommige patiënten ontstaat er na verloop van tijd slijtage (artrose) van de gewrichtsvlakken van de pols. Als deze oppervlakken tegen elkaar wrijven, verliezen patiënten kracht, lijden ze voortdurend aan pijn en kunnen ze hun pols dus minder gebruiken. Vaak zijn het jongeren die de rest van hun leven beperkingen ervaren in de dagelijkse activiteiten, maar ook in hun sociale en werkleven. Hoewel een polsbreuk medisch gezien een “goedkope” behandeling is, zijn de maatschappelijke kosten hoog.

Implantaat
Traumatoloog en hand- en polsspecialist Pascal Hannemann en zijn collega-chirurg Philip Schormans, inmiddels werkzaam in het Amphia ziekenhuis in Breda, zochten de medewerking van het bedrijf dsm-firmenich Biomedical, dat een polycarbonaat materiaal ontwikkelde. Na jarenlang onderzoek bleek dit plastic geschikt als implantaat.

Ontwikkeling
Het goed uitvoeren van een dergelijk onderzoek kost veel tijd. “Er zijn strikte regels voor het plaatsen van nieuwe materiaalimplantaten”, legt dokter Jane Gruisen uit. “Dat is logisch, omdat het materiaal niet inheems is in het lichaam en het niet bekend is hoe het lichaam in eerste instantie reageert. Daarom wordt er al jaren onderzoek gedaan in het laboratorium. We wilden ook weten hoe lang het implantaat meegaat, maar we kunnen het natuurlijk niet op mensen testen. Daarom hebben we bijvoorbeeld een robotpop gemaakt die lange tijd echte bewegingen uitvoerde die een mens ook uitvoert. “We ontdekten dat ons implantaat bij veelvuldig gebruik minstens een jaar intact blijft.”

Onderzoek
Hanneman, Gruisen en hun collega’s kregen uiteindelijk toestemming om als onderdeel van het onderzoek naar twaalf patiënten te zoeken die het implantaat zouden krijgen. Ze zullen deze patiënten na plaatsing nauwlettend volgen, inclusief discussies over pijn, het meten van de polsfunctie en MRI-scans die worden vergeleken met scans die vóór plaatsing zijn gemaakt. Hierdoor kunnen artsen zien of er veranderingen optreden in het weefsel of de botten rondom het implantaat. Er wordt periodiek bloedonderzoek gedaan om bijvoorbeeld te controleren of er sprake is van een ontstekingsreactie. Als het implantaat na een jaar nog steeds goed werkt, kan de onderzoeksperiode worden verlengd.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *