close
close

Hoe een gevecht en het woord ‘klootzak’ een agent in de problemen brengen

Het is onduidelijk of agent Wouter O. is vervolgd wegens buitensporig geweld, maar het incident is opnieuw aan het licht gekomen. Nooit eerder zijn zoveel details naar buiten gekomen over een incident dat plaatsvond in de nacht van 5 op 6 december 2020. Wouter O. werd niet berecht voor het geweld op vrijdag 21 juni, maar voor het opstellen van een onvolledig rapport.

In december 2020 wordt Wouter O., een ervaren Dordtse politieagent, gealarmeerd door een melding van een blaffende hond in de wijk Dubbeldam in Dordrecht. Hij besluit direct te reageren, mede omdat hij die avond de leiding heeft en een van de gebelde collega’s nog student is. Bij aankomst in Dubbeldam benaderen hij en zijn twee metgezellen twee mannen voor een veranda. Eén van de mannen, duidelijk onder invloed van alcohol, wordt kalm verzocht naar huis te gaan.

‘Paardhaan’

De mannen beginnen weg te lopen, maar plotseling draait een van hen zich om en schreeuwt tegen Wouter omdat hij een ‘idioot’ is. Op dat moment escaleert de situatie. Wouter probeert de man te arresteren, maar stuit op sterke weerstand en wordt afgewezen. Hij valt op de grond en er ontstaat een gevecht dat volledig uit de hand loopt.

De zoon van een van de mannen komt tevoorschijn en valt een vrouwelijke officier aan. Ook zijn moeder mengt zich in de strijd, wat resulteert in een drie-tegen-vier gevecht. Volgens Wouter escaleert de situatie in een levensbedreigende ruzie. Eén van de agenten haalt een pistool tevoorschijn en Wouter activeert de noodknop. Kort daarna krijgen ze versterkingen. Wouter legt zijn bevindingen later vast in een proces-verbaal.

‘B*tn*ger’

Op 21 juni verschijnt Wouter O. voor de rechtbank Rotterdam om te antwoorden of hij bewust feiten uit zijn rapport heeft weggelaten. Twee van de drie verdachten beweren dat Wouter essentiële informatie heeft achtergehouden, waaronder het gebruik van buitensporig geweld, zoals het vasthouden, het slaan van een geboeide verdachte op de borst en het schoppen tegen zijn hoofd. Daarnaast zou Wouter de “b*tn*ger”-verklaring hebben afgelegd. Wouter is voor dat misdrijf al veroordeeld tot een boete van 250 euro.

De rechtbank merkt op dat in het proces-verbaal staat dat Wouter een beenbeugel gebruikte, zich met zijn handen losmaakte van een verdachte en pepperspray gebruikte, maar dat het rapport geen informatie bevat over de overige genoemde feiten. “Hoe is dat gebeurt?” vraagt ​​de rechtbank aan de officier.

Wouter geeft aan dat daar een duidelijke reden voor is: “Het geweld moet mondeling worden gemeld aan de officier van justitie”, zegt Wouter, ervan overtuigd dat hij de richtlijnen heeft gerespecteerd: “Volgens die richtlijnen was het niet nodig om het geweld zelf te melden. O. herinnert zich niet veel meer van die nacht, afgezien van zijn paniek en zijn grote bezorgdheid om zijn metgezellen.

Op een gegeven moment laat zijn leidinggevende hem camerabeelden zien waaruit duidelijk blijkt dat hij geweld heeft gebruikt tegen de verdachten. Op de beelden is te zien hoe Wouter gewelddadige handelingen verricht tegen een vrouw en een geboeide man op het hoofd slaat. Hij zou ook het woord ‘b*tn*ger’ hebben gezegd. Later die avond zou hij volgens het Openbaar Ministerie tegen zijn collega’s zeggen: “Weet je wat mij stoort? Er bestaan ​​toch beelden waarop ik gewoon een zwarte man ben?”

Wouter lijkt verrast en geeft toe dat hij ‘k*tn*ger’ heeft uitgesproken, maar herinnert zich het incident verder heel anders. ‘Op zo’n moment zit je in een tunnel. “Ik speelde de video heel anders in mijn hoofd”, legt hij uit. Ook stelt de agent dat hij sinds het incident met ernstige klachten kampt. “Mevrouw, ik kan mijn werk niet meer doen en ik durf niet eens meer naar een restaurant”, zegt hij in de rechtszaal.

Post-traumatische stress-stoornis

De advocaat van de verdachte geeft aan dat zijn cliënt sinds het incident lijdt aan een ernstige posttraumatische stressstoornis. “Het was een hectische situatie waarin hij voor zijn leven moest vechten. “Het is begrijpelijk dat ik me niets kan herinneren.” Hij voegt eraan toe dat er te veel nadruk wordt gelegd op wat wel en niet in het proces-verbaal staat.

De advocaat stelt dat het geweldsincident in algemene termen is geschreven en dat is voldoende. Verder stelt hij dat uit onderzoek van het NFI (Nederlands Forensisch Instituut) blijkt dat de controversiële zin die Wouter O. tegen zijn collega’s zou hebben gezegd, helemaal niet door hem is gezegd. Verder was de straf anders, zegt de advocaat, namelijk: “Weet je wat mij stoort, we moesten naar Dubbeldam. “Het is oké, ik ben blij dat ik verder ben gegaan.”

Absolutie

De advocaat van Wouter O. vraagt ​​vrijspraak. De officier van justitie is het daarmee eens. Volgens de agent is het begrijpelijk dat mensen in het hectische tempo van zo’n moment details vergeten. Daarom vindt de ambtenaar het onvolledige rapport ook logisch. Over twee weken wordt de uitspraak in de zaak bekend gemaakt. De verwachting is dan ook dat Wouter O. zal worden vrijgesproken.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *