Bestuur Zuidoost: benoemt per 1 juli naast Bosma nog iemand

Het dagelijks bestuur van het Amsterdamse stadsdeel Zuidoost zou het liefst zien dat het parlement een andere vertegenwoordiger dan Kamervoorzitter Martin Bosma stuurt naar de herdenking van het slavernijverleden op 1 juli in het Oosterpark. In een verklaring noemt het bestuur de uitnodiging van Bosma om de Keti Koti-herdenking bij te wonen ‘een duivels dilemma’.

“Enerzijds kan men de rationele overweging volgen dat niet de persoon, maar de voorzitter van de Kamer, wordt afgevaardigd voor de herdenking. Aan de andere kant kan men zich laten leiden door de morele overweging dat iemand die met zoveel woorden deze belangrijke herdenking heeft ondermijnd, niet als officiële gast mag verschijnen”, aldus het bestuur van Zuidoost.

Het bestuur is tot de conclusie gekomen dat er geen middenweg bestaat in het dilemma, maar dat de verantwoordelijkheid voor de keuze bij het parlement ligt. “Als het parlement de verontschuldigingen van de koning en de regering serieus neemt, zal het een vertegenwoordiger benoemen om deze woorden te ondersteunen. Omdat de buren van zich laten horen en wij dat gevoel uiten: stuur iemand die het meent.”

Bosma is als voorzitter van de Tweede Kamer bij de herdenking uitgenodigd. Zijn komst ligt echter onder vuur omdat hij zich als PVV-gedeputeerde eerder uitsprak tegen een achtergrond van het slavernijverleden en sprak over het ‘slavernijdrama’. Het Nationaal Instituut voor de Geschiedenis en Erfgoed van de Nederlandse Slavernij (NiNsee), organisator van de herdenking, vroeg Bosma eerder deze week om over deze uitspraken te ‘reflecteren’ en ‘een gebaar’ te maken.