Dijkstra: er is overeenstemming bereikt tussen alle kinderhartcentra, de UMC’s gaan samenwerken

De vier Nederlandse kinderhartcentra in Utrecht, Leiden/Amsterdam, Rotterdam en Groningen hebben een ‘bestuurlijke overeenkomst’ getekend over de wijze waarop de vier hun werk zullen voortzetten. Dat meldt demissionair minister Pia Dijkstra (Volksgezondheid, D66) woensdag aan de Tweede Kamer. Oud-minister van Volksgezondheid Ernst Kuipers (D66) besloot vorig jaar de centra in Utrecht en Leiden/Amsterdam te sluiten en alleen die in Rotterdam en Groningen open te houden.

Dat heeft te maken met het aantal patiënten: jaarlijks worden er ongeveer 1.200 kinderen geboren met een hartafwijking. Vier kinderhartcentra zijn teveel voor dat aantal, concludeert Kuipers. Vooral omdat er niet genoeg gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen zijn. En als er per centrum meer patiënten behandeld zouden worden, zouden artsen ook meer ervaring kunnen opdoen.

Ouders van jonge patiënten en ziekenhuizen die hun pediatrische hartafdelingen zouden moeten sluiten, protesteerden tegen het besluit. De hele kinder-IC van het Leids UMC zou ‘instorten’ als jonge hartpatiënten daar niet meer behandeld zouden mogen worden, zei Arno Roest, adjunct-directeur van het kinderziekenhuis destijds. De kinderhartcentra in Utrecht en Leiden/Amsterdam stapten naar de rechter en kregen afgelopen februari gelijk: Kuipers’ besluit was niet voldoende ‘zorgvuldig gemotiveerd en feitelijk onderbouwd’.

Demissionair minister Dijkstra besloot daarop niet in hoger beroep te gaan, maar in gesprek te gaan met de afdelingen van het UMC. Volgens Dijkstra zijn de vier hartcentra al intensiever gaan samenwerken. Er zijn een ‘nationaal multidisciplinair overleg’ en jaarlijkse gezamenlijke evaluaties ingesteld. En er ligt een lijst met afspraken om te zorgen voor ‘verdere verbetering van de kwaliteit, continuïteit en toegankelijkheid van de zorg voor kinderen’.

Delen





E-mail de redacteur