close
close

Pottenberg’s Buurtbrök kampeert in een bouwhut, maar…

Meestal komt hij als eerste aan bij ‘t Potterieke, oftewel de Buurtbrök in Pottenberg. Voor Peter, bijgenaamd Vlegel – Eijssen, is een bezoek aan het buurtrestaurant een ochtendritueel. Elke dag staat de 88-jarige Maastrichtenaar vroeg op, doucht, maakt een eitje voor het ontbijt en gaat dan op pad. Om negen uur zit hij met een kop koffie al het sportkatern van de krant te lezen.

Voor Peter Eijssen is de Buurtbrök een vaste plek om een ​​kopje koffie te drinken en de familiekrant te lezen.© Luc Lodder

Toen de Buurtbrök eind april de deuren moest sluiten omdat de sloop van de oude toegangsdeur en het bedrijfspand was begonnen, viel Eijssen dan ook in een gat. De televisie thuis heeft hij al weggedaan, omdat hij de ellende van de wereld niet hoeft te zien. Maar hij miste zijn krant. “Dus reed ik elke ochtend naar McDonald’s, maar daar hebben ze het alleen. ADVERTENTIE.” ‘De Vlegel’ uit Caberg is nog steeds fit en zorgt zelfs informeel voor twee vrouwen uit de buurt. Hij noemt ze zijn ‘meisjes’. Daarom let je ook op de bereikbaarheid van de nieuwe tijdelijke locatie van de Buurtbrök. Voor het werk ligt alleen een klein trottoir, zegt hij, terwijl hij naar het raam wijst. Moeten rolstoelen in de modder geparkeerd worden?

Vier zaden

Er zijn zeker nog wat obstakels te ontdekken in de nieuwe woning, zegt Geerte Courtens van Trajekt. Zo is er niet genoeg elektriciteit voor alle apparaten en moeten ze door het ontbreken van een gasaansluiting het doen met vier branders, wat niet genoeg is om dagelijks grote maaltijden te bereiden. Het was een hele klus en een grote investering om het restaurant weer op de rails te krijgen. “Het ging gewoon niet sneller, maar we zijn vooral blij dat we weer open zijn. “We zijn echt tot onze laatste adem in het oude gebouw gebleven.”

Gastvrouw Anna Muijtjens (67) en haar man richtten vijftien jaar geleden de Buurtbrök op. “Je ziet hier nog steeds veel mensen”, zo verklaart ze het succes van het buurtrestaurant, dat volgens haar zeker dertig vaste bezoekers trekt. Ondanks de technische mankementen is ze meer dan tevreden met de nieuwe plek die ze heeft helpen inrichten. “Nu hebben we aan twee kanten ramen, waardoor het interieur veel lichter is. En er is niet zoveel vocht als aan de andere kant. Ook daar hadden we vaak lekkage.”

Het tijdelijke noodgebouw waar het buurtrestaurant gevestigd is totdat de nieuwbouw klaar is.© Luc Lodder

Dus nee, hij is niet verdrietig over de sloop van het pand waar tot voor kort de ‘oude’ brug van de wijk gehuisvest was. “Eigenlijk vind ik het hier nu leuker. Ik zeg altijd: sfeer moet je zelf creëren. “Het wordt alleen maar beter.” Het is de bedoeling dat het restaurant binnenkort een plek krijgt in het nieuwe pand, dat op dezelfde plek verrijst, samen met andere maatschappelijke voorzieningen. Het zal nog ruim twee jaar duren voordat dat gebeurt, vermoedt Courtens.

Corry Hauts-Peeters (links aan tafel) en Dolf Lemeer (rechts) zijn blij dat Buurtbrök weer open is.© Luc Lodder

extra portie

De lunch nadert en de tafels raken vol, de sfeer is vrolijk. Dolf Lemeer (81) en Corry Hauts-Peeters (69), beiden single, ontmoeten elkaar ‘aan de andere kant’ en lunchen samen. De eerste plaatst een plastic doos op tafel, met een sticker waarop ‘DOLF’ staat. “Als het eten lekker is, vraag ik of ze er voor het weekend een portie bij kunnen doen.” Uw serveerster neemt ook een extra hulpje mee naar huis. “Voor mijn zoon, als hij thuiskomt van zijn werk.” In werkelijkheid is het eten altijd goed, zegt Lemeer. “Op onze leeftijd zeggen we niet: dat vind ik niet leuk.”

De afgelopen anderhalve maand was een verspilling. “Toen ben ik met de rollator door Pottenberg gelopen, wat tv gekeken en dat was het”, vertelt Corry Hauts. Thuis koken is prima, vult Lemeer aan, “maar ergens heen gaan is beter. Bovendien kost een maaltijd drie euro. Het is lastig om jezelf tegen zo’n lage prijs te bevoorraden.” Hij komt al jaren in Buurtbrök. “In eerste instantie had ik een tafel met mijn twee broers. Maar de een is overleden en de ander ligt in een verpleeghuis. Dus nu kom ik alleen. Dat maakt niet uit, want dat heb ik altijd gedaan anker.” Met een knipoog naar zijn dame aan tafel: “En ik houd altijd mijn handen op tafel, nietwaar, Corry?”

Bent u tevreden over de tijdelijke huisvesting? “Het is alsof we niet ver weg zijn geweest.”

© Luc Lodder

© Luc Lodder

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *