Betere levenskwaliteit op de kleinste plekken van Groningen – Eemskrant.nl

Delfzijl – De levenskwaliteit in de grotere steden van Groningen blijkt minder gunstig te zijn dan in de kleinere steden. Dit komt door factoren als sociale cohesie, overlast, het gevoel van (on)veiligheid en de staat van de woningvoorraad. Deze conclusies komen voort uit het eindrapport ‘Geluk in een klein hoekje’ van Atlas Research, in opdracht van RegioBank. Het onderzoek, dat voor de tweede keer wordt uitgevoerd, richt zich op de leefbaarheid in woonplaatsen, met bijzondere aandacht voor kleinere woonplaatsen, tussen de 7.000 en 23.000 inwoners. Nieuw dit jaar is de analyse van het aantal ontmoetingsplekken.

Belangrijkste resultaten
Volgens onderzoek zijn de meest bewoonbare plaatsen Haren, Zuidhorn en Leek. Haren scoorde ‘uitstekend’. Zuidhorn ‘zeer goed’ en Leek ‘goed’. De minst bewoonbare plaatsen zijn Delfzijl, Hoogezand en Musselkanaal. Delfzijl schreef ‘genoeg’ op. Hoogezand en Musselkanaal zijn ‘meer dan genoeg’.

Het belang van ontmoetingsplekken
Verzamelplaatsen, zoals gemeentehuizen en multifunctionele accommodaties, spelen een cruciale rol in de sociale verbinding en de lokale economie van kleine steden. Ze bieden ruimte voor sport, activiteiten, culturele evenementen en informele bijeenkomsten. Noraly King, expert op het gebied van levenskwaliteit bij RegioBank, onderstreept het belang hiervan: “Ontmoetingsplekken bevorderen de levenskwaliteit in kleine steden door de sociale verbinding te bevorderen en de lokale economie te ondersteunen. Onze adviseurs werken samen met buurtbewoners, verenigingen en stichtingen om deze plekken te creëren en te onderhouden.”

.