close
close

Van Rij “steunt nog steeds box 3-beleid”

Economie16 juni ’24 11:23Auteur: Webredactie van Radio Radio Nacional

De afgelopen tweeënhalf jaar is er alles aan gedaan om de regels rondom ‘box 3’ soepel te laten functioneren. Dat meldt de demissionair staatssecretaris van Belastingen en Belastingdienst Marnix van Rij op de Nationale Radio van Radio Zakendoen. “Het zal nu nog drie jaar duren voordat daar verandering in komt, vooral omdat de politiek de modernisering van ICT-systemen belemmert.”

Van Rij: ‘Ik blijf het box 3-beleid steunen’

Vorige week loste de Hoge Raad de Box 3-regels snel op in het zogenaamde kerstarrest. Met Kerstmis 2021 vond de hoogste rechterlijke instantie deze regels al onredelijk: de Belastingdienst ging ervan uit dat een belegger die 800.000 euro aan spaargeld had, voornamelijk 80 procent in aandelen had, zegt Van Rij. “Het Hooggerechtshof oordeelde toen dat het hele systeem in strijd was met twee artikelen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, op het gebied van eigendomsrechten en non-discriminatie.”

‘Twintig jaar lang hebben vastgoedbeleggers gedacht: die 4 procent haal ik wel’

Marnix van Rij, aftredend staatssecretaris

Box 3, ingevoerd op 1 januari 2001, werkte aanvankelijk heel eenvoudig: op 1 januari en 31 december keek u naar het verschil tussen de waarde van uw bezittingen en de waarde van uw schulden: de heffingsgrondslag. In feite was het een combinatie van een vermogensbelasting en een vermogensbelasting. ‘Op papier was het een inkomstenbelasting, terwijl het feitelijk een vermogensbelasting was.’

Lees ook | ‘Het is goed dat het nieuwe kabinet de uitvoering van de Belastingdienst niet terugschroeft’

En dat ging mis toen vooral voorzichtige beleggers geen 4 procent rendement meer kregen op Nederlandse staatsobligaties, terwijl dat volgens Van Rij bij introductie van de box nog 6 procent was. ‘Toen hadden we de financiële crisis en de rente daalde naar nul. En toen spaarders geconfronteerd werden met een forfaitair bedrag – een situatie die verondersteld werd de basis te vormen voor een belasting – van 4 procent, ontstond de noodzaak. Toen probeerde staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes dit in Rutte II opnieuw te evenaren.’

Belasting op de laagste winstgevendheid

En dat is precies waar volgens Van Rij iets misging: aandeelhouders, obligatiehouders en vastgoedeigenaren moesten ineens belasting betalen op basis van een vijftienjarig gemiddeld rendement. “Twintig jaar lang hebben vastgoedbeleggers gedacht: die 4 procent kan ik halen.” De Hoge Raad heeft nu bepaald dat je over dat lagere werkelijke rendement belasting moet betalen als je kunt aantonen dat je werkelijke rendement (direct en indirect) lager is dan het afkoopsombedrag, benadrukt Van Rij.

Lees ook | De verklaring in Box 3 is een “aanval op het belastingmoreel”

Van Rij is het er niet mee eens dat zijn eigen tussenoplossing de kritiek van de Hoge Raad niet kan weerstaan. ‘Er stond wat het reële rendement is over de categorieën aandelen, obligaties en vastgoed heen: directe en indirecte rendementen, gerealiseerd en ongerealiseerd, in een bepaald jaar. Ik vroeg of het mogelijk was om aandelen, obligaties en onroerend goed apart te doen, zodat er een correct forfaitair bedrag zou worden verkregen. Maar dat kon niet omdat het drie jaar duurde om de computersystemen te veranderen.’

Een kijkje in de machinekamer.

Dat wist Van Rij zelf niet toen hij als staatssecretaris onder Rutte IV ‘een kijkje mocht nemen in de machinekamer’. ‘Dan zie je dat je echt vastloopt; “Ik kon geen beter alternatief op tafel leggen.” Ook Van Rij bleef voorlopig vertrouwen op de ‘starre’ lumpsum, die volgens de internationale aandelenindex MSCI slechts enkele jaren minder gunstig bleek te zijn dan reële rendementen. “Daar ben ik niet blij mee en daarom werk ik samen met de Tweede Kamer aan een nieuw wetsvoorstel.”

Uiteindelijk had Van Rij liever aparte afkoopsommen gezien voor aandelen, obligaties en onroerend goed. Maar de politiek heeft het voor de belastingautoriteiten steeds moeilijker gemaakt om computersystemen te moderniseren, zegt hij. Over het geheel genomen was het echter een superinteressante periode als minister van Buitenlandse Zaken. ‘Ben ik afgestudeerd met airconditioning? Nee. Maar herinner ik me het met trots? Ja, en dat kan alleen met kabinetsfunctionarissen en collega’s, en vooral met de Tweede Kamer en de Senaat. En dit is waar we ons bevinden.”

Het Hooggerechtshof beëindigde vorige week de Box 3-regels.  Met Kerstmis 2021 vond de hoogste rechterlijke instantie deze regels al onredelijk: de Belastingdienst ging ervan uit dat een belegger die 800.000 euro aan spaargeld had, voornamelijk 80 procent in aandelen had, zegt Van Rij.
Het Hooggerechtshof beëindigde vorige week de Box 3-regels. Met Kerstmis 2021 vond de hoogste rechterlijke instantie deze regels al onredelijk: de Belastingdienst ging ervan uit dat een belegger die 800.000 euro aan spaargeld had, voornamelijk 80 procent in aandelen had, zegt Van Rij. (BROOD BROOD)

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *