close
close

Ploert met een t – Alkmaar flessenrek

Ploert met een tPloert met een t

“Niemand geeft meer om correcte, foutloze taal. Ja, een kleine groep boomers en taalpuristen, maar voor de rest van de wereld wordt het echt een groot probleem. Taalfouten moeten we accepteren.”

Dat blijkt uit een NRC-artikel van een paar weken geleden. Ik vind het verschrikkelijk als ik erover nadenk, maar ik ben natuurlijk een boomer. Taalfouten in gedrukte teksten, advertenties of officiële brieven zorgen ervoor dat het glazuur van mijn tanden valt.

Taalfouten kunnen natuurlijk heel grappig zijn, er zijn zelfs websites die ze verzamelen. Ik moet ook lachen als een cateringbedrijf aankondigt dat “we onze eigen taarten maken”, terwijl er op de kaart stoofschotels, oude kaaskroketten en naziplaten staan. Of wanneer de krant kopt dat ‘mannen windmolens lelijker vinden dan vrouwen.’

Maar een klein foutje kan ook grote gevolgen hebben: als er in de advertentie staat dat we mama moeten verrassen op Moederdag, dan denk ik dat ze het liefst bloemen zou ontvangen.

Noem mij maar een ophef, maar ik heb vooral last van onzorgvuldige fouten, je kent ze vast wel: punt, als of dan, als of tenzij, jij of jouw en zij of hun. Dat laatste leek mij alleen acceptabel uit de mond van een hele lange man die zei: “Als wij de bal hebben, kunnen ze niet scoren.” Dat is een klassieker met zijn eigen schoonheid.

Ik weet ook dat de Nederlandse grammatica niet eenvoudig is, dat het kofschip niet bij ons allemaal op de kade is gebleven en dat we niet allemaal hetzelfde taalgevoel hebben. In een app of in een informeel briefje is een taalfout geen probleem, alhoewel het toenemende gebruik van afko’s mij soms wel een beetje deprimeert. Maar een officiële brief of gepubliceerde tekst mag toch geen fouten bevatten?

Acteren is normaal!

Gedurende mijn loopbaan heb ik echter veel sollicitatiebrieven van hoogopgeleide mensen gezien waarin tal van taalfouten stonden. Geloof me, dit vergroot je kansen op een baan niet. Als u weet dat dit niet uw sterkste punt is, vraag dan iemand om deze brief te lezen. Ik heb veel artikelen en scripties gelezen van mijn kinderen die op deze manier hebben gestudeerd, en ze zijn allemaal geslaagd.

Als eerste belastingadviseur had ik een opdrachtgever, een tuinder uit Langedijk met een prachtig West-Fries accent, die erg boos was op de belastinginspecteur. Ik hoefde geen bezwaar te maken, want om op mijn honorarium te besparen ‘schrijf ik zelf een brief’, zei hij.

Ik mocht het resultaat nog eens bekijken. Hij had een hele duidelijke brief geschreven, hij had alleen twee opmerkingen: Hufter is geschreven met een f, en Ploert met een t.

Klaas Kirpensteijn

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *