close
close

Het hoger onderwijs klaagt bij de Kamer van Afgevaardigden over de internationaliseringswet


Nieuws | Editors




12 juni 2024 | Universiteiten, hogescholen en vakbonden luiden de noodklok over de impact van de nieuwe internationaliseringswet. Voor een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer dringen zij aan op maatwerk en langere transitieperiodes. Anders zullen er waarschijnlijk rondes van onnodige ontslagen volgen, betogen zij.






Rianne Letschert, voorzitter van het college van bestuur van de Universiteit Maastricht, waarschuwt de Kamer voor de gevolgen van de Wib.


Het viel nog te bezien of de rondetafelconferentie over de veelbesproken Balanced Internationalization Law (WIB) door zou gaan. Vorige week moesten de twee wetgevende rapporteurs van de Tweede Kamer, Luc Stultiens (Groenlinks-PvdA) en Rosanne Hertzberger (NSC), er bij hun parlementaire collega’s op aandringen zich aan te melden voor het gesprek; anders zou het moeten worden geannuleerd.

De twee plaatsvervangers presenteerden een compleet in de rij gaan staan vooral van universiteiten. Van de vijftien gasten heeft alleen Maurice Limmen, als voorzitter van de Vereniging Hogescholen, een hbo-opleiding. Naast de studentenverenigingen, koepelorganisaties en vakbond AOB waren ook wetenschappers en vele rectoren van de universiteit, maar ook de Nuffic, uitgenodigd. Daarnaast hebben lobbyorganisaties als Brainport Eindhoven en 4TU, de koepelorganisatie van de technische universiteiten, de ruimte om hun verhaal te vertellen. De gasten mochten al een positie papier naar de Kamer sturen.

Bezorgd over de Limburgse arbeider

Rianne Letschert, voorzitter van de raad van bestuur van de Universiteit Maastricht, spoort parlementariërs aan om maatwerk mogelijk te maken. “De WIB zorgt voor verschillende onzekerheden voor zowel de UM als de regio. Zonder personalisatie is het onvermijdelijk dat de ontwikkeling van onze regionale welvaart de gevolgen zal ondervinden. De verplichte invoering van een universitaire opleiding in het Nederlands zou door de inkrimping van de UM en Zuyd Hogeschool op korte termijn ruim 4.500 banen kosten”, schrijft de voorzitter van de meest internationale universiteit van Nederland.

Ook Henk en Ingrid uit Limburg hebben last van dit wetsvoorstel, leest Letscherts artikel. “Het gebrek aan maatwerkoplossingen voor de regio raakt de gewone, hardwerkende Limburger, staat de verdere ontwikkeling van de brede welvaart in de weg en bedreigt de leefbaarheid in onze steden. “Dit is vooral pijnlijk in een tijd waarin er politiek en bestuurlijk wordt gezocht naar een aanpak waarbij iedere regio er echt toe doet.”

Er is veel ruimte om te onderhandelen

Zijn voormalige Jonge Akademie-collega Lotte Jensen waarschuwt voor uitzonderingen. De hoogleraar Nederlandse literatuur aan de Radboud Universiteit, die al jaren pleit voor een herwaardering van het Nederlands in het hoger onderwijs, kijkt aandachtig naar alle uitzonderingen die minister Dijkgraaf in zijn nieuwe wet heeft geformuleerd. “Het risico bestaat dat alle opleidingen die nu Engelstalig worden of willen worden, afhankelijk zijn van één van die vier uitzonderingen. De criteria zijn zo breed en onduidelijk geformuleerd dat er veel onderhandelingsruimte is. Resultaat: er verandert niets ten opzichte van de huidige situatie.”

Als politici uitzonderingsgronden willen formuleren, moeten zij deze op een precieze en begrijpelijke manier formuleren. Voor alle burgers is het dan begrijpelijk dat een cursus aan deze eisen voldoet, schrijft de Nijmeegse docent in haar rapport. positie papier.

Ook University College Roosevelt ziet kansen

De beroepen die vaak als uitzondering worden genoemd, zelfs door de minister zelf, zijn de Universitaire Scholen. Daarom is ook het University College Roosevelt (UCR) uit Middelburg uitgenodigd voor deze ronde tafel. Ze beweren dat het de enige academische opleiding in de regio Zeeland is. De UCR is, in tegenstelling tot Jensen, van mening dat de criteria te rigide zijn. Aan minstens één criterium moet volledig worden voldaan en het is niet voldoende om slechts gedeeltelijk aan de vier uitzonderingsgronden te voldoen, klaagt de instelling.

Maar ook Zeeland UCR heeft hoop: University College ziet zichzelf eerder als oplossing dan als probleem. Door de overvolle vergaderzalen bij Randstad kunnen deze als extra ruimte dienen om vraagstukken daar op te lossen, meent de instelling.

De grimmige en duistere scenario’s die UM-voorzitter Letschert schetste, werden aanvankelijk nauwelijks besproken door de koepelorganisatie UNL. De koepelorganisatie wil vooral overbrengen dat het wetsvoorstel over het algemeen prima in orde is, zolang er maar ruimte is voor zelfsturing, personalisatie en toetsing van het vreemdetalenonderwijs.

Het zelfmanagement bestaat nu uit universiteiten die, onder druk van de Kamer, dit jaar met plannen komen om naast bacheloropleidingen in het Engels ook opleidingen in het Nederlands aan te bieden. Dit is waar het probleem zich voordoet, schrijft UNL: tweetalig onderwijs kan in de nieuwe wet en in het examen vreemde talenonderwijs als ineffectief worden beschouwd. “Wij vragen met klem om de OAT als sluitstuk te gebruiken en de voorkeur te geven aan de inzet van beschikbare managementinstrumenten die sneller en specifieker door de universiteiten zelf kunnen worden geïmplementeerd en aangepast.”

UNL eindigt in mineur

Terwijl de UNL-brief helder en vrolijk begon, verslechtert het schrijven tegen het einde. “Universiteiten maken zich ernstige zorgen over de in het raamakkoord aangekondigde bezuinigingen op de instroom van internationale studenten, die structureel maar liefst 293 miljoen euro bedragen. Deze bezuinigingen gaan zo ver dat ook Nederlandse studenten en Nederlandstalig onderwijs er last van krijgen. Deze bezuiniging zal het internationale karakter van universiteiten vernietigen en onze hoge kwaliteit van onderwijs en onderzoek schaden. “Dit past niet bij de ambitie van de partijen die gevormd worden om de kenniseconomie en het inkomensgenererend vermogen van Nederland te versterken.”

De Vereniging Hogescholen wil het positie papier Maak vooral duidelijk dat de problemen rondom internationalisering in het hoger beroepsonderwijs niet zo ernstig zijn als op universiteiten. Bovendien ervaren hogescholen nu al een krimp, en deze zal alleen maar toenemen, vooral bij beroepen in tekortsectoren. Het heeft geen zin als internationaal talent niet naar deze opleidingen kan worden aangetrokken, zegt de Vereniging Hogescholen. Verder is de koepelorganisatie van hogescholen van mening dat de toets vreemdetalenonderwijs niet mag worden toegepast in het hoger beroepsonderwijs, omdat deze arbeidsintensief is en niet in verhouding staat tot capaciteitsproblemen.

Zeer overstuur door het personeel dat Engels spreekt

Vakbond AOB vraagt ​​aandacht voor Engelssprekend personeel op universiteiten. “De AOB is van mening dat de situatie voor het anderstalige personeel, en met name het Engelssprekende personeel, niet voldoende ontwikkeld is, waardoor er veel onrust is ontstaan ​​en mensen vrezen voor hun baan.”

De bond, die ook het grote belang ziet van onderwijs in het Engels, verzoekt met klem om verlenging van de overgangsperiode van twee naar vijf jaar als de minister besluit dat een cursus niet langer in het Engels kan worden aangeboden. Hierdoor hebben docenten voldoende tijd om het Nederlands op academisch niveau onder de knie te krijgen. Als een leraar na vijf jaar nog steeds niet voldoende Nederlands spreekt, kan hij ontslagen worden, maar zeker niet na twee jaar, stelt de vakbond.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *