close
close

Omroep Flevoland – Nieuws – Is Swifterbant de bakermat van veehouderij en landbouw?

Is Swifterbant de geboorteplaats van veehouderij en landbouw in Nederland? Je zou het bijna denken. Archeologen van de Rijksuniversiteit Groningen en Leiden hebben dierlijk botmateriaal dat in de jaren zestig en zeventig bij Swifterbant werd gevonden, zorgvuldig opnieuw onderzocht. Dit is gedaan met technieken die nu beschikbaar zijn. En dat leverde nieuwe informatie op.

De onderzoekers concludeerden dat de botten in de Swifterbantgrond deels afkomstig waren van dieren die in kleine kuddes waren grootgebracht. Dit heeft gevolgen voor rundvee en varkens.

Dit betekent dat de mensen van de Swifterbantcultuur ruim 6200 jaar geleden al bezig waren met veeteelt en landbouw, zegt hoogleraar archeologie Daan Raemaekers van de Rijksuniversiteit Groningen.

Archeologen die bij het onderzoek betrokken zijn, bevestigen dat de eerste tekenen van landbouw en veeteelt bij dit onderzoek 200 jaar eerder zijn dan eerder werd aangenomen.

Rijksuniversiteit Groningen

‘Ze wisten heel goed wat ze deden’
Die datering is echter niet de belangrijkste conclusie, zegt Raemaekers. Het idee was dat als mensen in de prehistorie dieren hadden, ze dat ‘als een beetje extra’ deden.

Onderzoek aan de botten laat iets anders zien, zegt Raemaekers. “Mensen hadden in die tijd veel meer kennis dan we dachten. Ze dachten na over hoe ze dieren moesten grootbrengen, hoe ze moesten voeren en hoe ze moesten grootbrengen.”

De botten werden onderzocht met behulp van isotopen. Hierdoor kun je de chemische samenstelling van het materiaal zien. Je kunt zien wat de dieren te eten kregen. Uit de gevonden botten blijkt dat er twee afzonderlijke groepen runderen moeten zijn geweest die op verschillende plaatsen werden gehouden.

Een groep runderen graasde in het bos omdat de botten sporen bevatten die ook voorkomen in de botten van wilde herten. De andere groep runderen moet hebben gegraasd.

Ook werden de afmetingen van de botten onderzocht. Hieruit blijkt dat het vee veel kleiner moet zijn geweest dan de wilde oeros. Varkensbotten verschilden ook van de botten van wilde zwijnen. Onderzoekers geloven dat de varkens paren met de wilde zwijnen.

Het onderzoek roept vooral nieuwe vragen op
“Waar haalden die mensen de dieren vandaan?” vraagt ​​Raemaekers. “Hoe kwamen ze aan de kennis om die dieren groot te brengen? Waarom lieten ze hun dieren op verschillende plekken grazen?” Onderzoek aan de botten levert nieuwe informatie op, maar het betekent vooral dat archeologen allerlei nieuwe vragen stellen.

Raemaekers zou graag nieuwe opgravingen willen doen rond het huidige Swifterbant, maar durft niet te zeggen of daar tijd en geld voor is.

De hoogleraar gaat te ver om Swifterbant de bakermat van de veehouderij of de landbouw te noemen. “We weten dat er duizend jaar geleden vee werd grootgebracht in Duitsland.” Maar de Swifterbantvondsten zijn de oudste tot nu toe in Nederland.

Voor Raemaekers is Flevoland een archeologische schat. Na de Swifterbantcultuur stond het gebied duizenden jaren onder water. En dat betekent dat de overblijfselen zeer goed bewaard zijn gebleven. “Als we het nu niet onderzoeken, blijft het materiaal heel goed bewaard in de grond, waar het nu ligt. En dan is het aan de archeologen van de toekomst om dat onderzoek te doen. Met nog betere technieken.”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *