close
close

Kolom | De universiteit remt de nieuwsgierigheid

“Mama, is die meneer al dood?” Ik loop met mijn zoontje van drie, die vrolijk aan het kletsen is, over het pad voor ons huis. De gebochelde heer die ons passeert, kijkt mij geschokt aan. De blos op mijn wangen is nog niet verdwenen als de volgende vraag wordt gesteld. Deze keer wijst zijn vinger naar een dakloze man aan de overkant van de straat, godzijdank buiten gehoorsafstand: “Mama, is hij ziek of wil hij gewoon geld?”

Zoals de meeste kinderen is mijn zoon nieuwsgierig naar de wereld om hem heen en heeft hij een intrinsieke motivatie om alles te begrijpen, vooral onderwerpen die zijn begrip te boven gaan, zoals de ruimte, de dood, mensen die op straat slapen, emoties en dinosaurussen. Ik geef regelmatig lezingen voor kinderen en de meest fascinerende vragen komen bij me op: Hebben katten andere emoties dan kinderen? Waarom hebben honden geen vleugels? Hoe kunnen haaien de emoties van anderen herkennen als ze midden in een orkaan zitten? Hoe zit het met moedervlekken, die zijn blind? Heeft een axolotl emoties? Onder de indruk en een beetje geïntimideerd probeer ik zo goed mogelijk met de kinderen te praten: “Wat is een axolotl?” Het meisje dat de vraag stelde, zucht diep en rolt met haar ogen.

Uit onderzoek blijkt dat kinderen tweehonderd vragen per dag stellen. Volwassenen slechts dertig. Het maakt kinderen niet uit wat anderen van hun vraag vinden. Zonder te oordelen worden ze door alles verrast, vooral door dingen die ze niet weten, weten of begrijpen, en dat uiten ze zonder filters. Dit is hoe wetenschap zou moeten zijn: open, transparant en ambitieus. Mijn begeleider Beatrice de Gelder, een creatieve en succesvolle wetenschapper, zei ooit: “Goed onderzoek roept meer vragen op dan het beantwoordt. Het geeft antwoord op de vraag die je onderzoekt, maar zet ook aan tot reflectie.”

moeilijk te verkopen

Ik ben altijd een beetje een kind geweest. Hoewel sommige onderzoekers teleurgesteld zijn over de eerste resultaten als deze niet aan de verwachtingen voldoen, vergroot dit mijn honger naar kennis alleen maar. De grootste Nederlandse subsidieverstrekker voor wetenschappelijk onderzoek, NWO, heeft de afgelopen jaren de maatschappelijke relevantie benadrukt, maar de trend lijkt te keren en er is ruimte voor hoog risico/hoge winst-onderzoek. Het is soms moeilijk om dergelijk onderzoek aan het grote publiek te verkopen, omdat de relevantie ervan moeilijker uit te leggen is dan die van toegepast onderzoek. Neem bijvoorbeeld onderzoek naar de effecten van behandeling A versus B bij het genezen van kanker. Iedereen is het erover eens dat dit relevant onderzoek is, maar ze vergeten dat het gebaseerd is op een zee van fundamenteel onderzoek.

Nieuwsgierigheid, het ‘willen weten’, vormt de basis van de wetenschap. Dit is geen luxe. Uit onderzoek van de Europese Onderzoeksraad is gebleken dat fundamenteel onderzoek meer langetermijntoepassingen in de samenleving heeft dan onderzoek dat een direct probleem oplost. Dit komt doordat het toepassingsbereik groter is. Er zijn veel voorbeelden van toevallige ontdekkingen die hebben bijgedragen aan vooruitgang en nieuwe kennis. Denk aan de uitvinding van penicilline, röntgenstraling, radioactiviteit, magnetrons en Viagra. Allemaal per ongeluk ontdekt met de intrinsieke motivatie van een wetenschapper die nieuwsgierig is naar het verklaren van een toevallige waarneming.

Deze voorbeelden benadrukken het belang van nieuwsgierigheid, openheid en het vermogen om onverwachte observaties te herkennen en deze vervolgens verder te onderzoeken. Nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek stimuleert de samenwerking tussen verschillende disciplines en daagt wetenschappers uit om verder te kijken dan nodig is voor innovatie.

Aankomende talenten

Universiteiten die dergelijk nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek expliciet waarderen en aanmoedigen, trekken de beste mensen aan, of het nu gaat om gevestigde wetenschappers of opkomend talent. Er zijn veel van zulke mensen in Leiden. Straten en gebouwen zijn naar hem vernoemd, zoals Lorentz, Kamerlingh Onnes, Einstein, Ehrenfest, De Sitter, Huizinga, Einthoven en Oort. Dit soort creatieve geesten hebben mij ook geïnspireerd binnen mijn eigen Instituut voor Psychologie. Sommigen wonnen zelfs de NWO-Spinozapremie, de hoogste onderscheiding in de Nederlandse wetenschap. Naomi Ellemers ontving de prijs voor haar baanbrekende onderzoek naar het gedrag van mensen binnen organisaties, waarbij onderwerpen als diversiteit, inclusiviteit, integriteit en ethiek centraal staan. Eveline Crone ontving de prijs voor haar controversiële onderzoek naar de hersenontwikkeling van adolescenten. Carsten de Dreu voor zijn onderzoek naar groepsprocessen: wanneer besluiten mensen elkaar te vertrouwen en samen te werken en wanneer belemmert eigenbelang het proces?

Lees ook
‘Het is normaler geworden om over angst en depressie te praten. Dit kan leiden tot een self-fulfilling prophecy”, zegt neuropsycholoog Eveline Crone.

Eveline Crone: “Ook jongeren genieten van sociale netwerken.”

Wat deze drie professoren gemeen hebben is een grenzeloos verlangen naar kennis en een bruisend brein boordevol innovatieve ideeën. Ze zijn koppig en ongeremd nieuwsgierig, net als de jonge onderzoekers tot wie ze zich het meest aangetrokken voelen. Hoe mooi zou het zijn als je altijd een klein kind kon blijven in een ‘Babulwar van de academische vrijheid’ en de volwassenen ook vragen bleven stellen?

Mariska Kret is hoogleraar cognitieve psychologie aan de Universiteit Leiden.




Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *