close
close

Opeens ziet Liewe (74) ‘zijn’ schip in de lucht zweven. ‘Ik voel me verbonden met dit schip’

Een vliegend schip, mensen zien het niet zo vaak. Het schip met de naam Alida heeft echter, net als in 1987, enige tijd in de lucht doorgebracht in Groningen voordat het werd overgebracht naar Kunstcentrum De Ploeg in Wehe-den Hoorn.

‘Ho, wees voorzichtig. Gaat dit goed?” Liewe Damminga (74) kijkt bezorgd toe hoe twee kranen het vijftien ton wegende vrachtschip waar hij ruim dertig jaar geleden aan werkte, na wat gekraak in de lucht houden. Het schip uit 1903 manoeuvreert met precisie tussen de monumentale panden. Hier en daar maken voorbijgangers grapjes over de vraag of de auto wel goed verzekerd is.

Zonder ruimte

De enorme operatie is niet zonder reden. Sinds het Museum aan de A, voortgekomen uit het Noordelijk Scheepvaartmuseum, een plek wordt voor de geschiedenis van de stad en de provincie Groningen, is er geen plek meer voor het schip. Daarom brengen ze hem naar Kunstcentrum Wehe-den Hoorn, waar hij een plekje in de tuin krijgt. De tjalk was eigendom van de Ploegschilder George Martens.

“Wij zijn er erg enthousiast over en gaan er goed zorg voor dragen”, zegt Henk Eggens van stichting Art Center De Ploeg. Het schip komt te liggen in de tuin van het Art Center, dat volgend jaar open gaat. ‘Kijk, het hangt gewoon in de lucht. Hoe vaak ervaar jij dat? ”

triest beeld

Damminga was er 37 jaar geleden bij toen het schip uit het water werd gehaald en op de binnenplaats van het museum werd geplaatst. “Dat ging met één kraan door alle huizen, een echt spektakel”, herinnert Damminga zich. “Nu staan ​​er twee veel grotere kranen. Uiteraard zijn de veiligheidseisen ook strenger geworden.”

Damminga was zelf een gewone matroos in de Groningse kustvaart en was vaak op zee. Nadat de tjalk bij het museum was aangekomen, hielp hij mee met de restauratie. Hij weet nog hoe de boot er in 1987 uitzag. “Er hingen stukjes stof aan de boeg, het was een treurig gezicht. Ik kon niet wachten om het nog een keer te doen.”

Blessure

Terwijl het schip in de lucht zweeft, is er plotseling een kleine crash te horen. Het schip stort neer op het dak van een bijgebouw. De schade lijkt beperkt: één tegel is kapot. “Ik zou hebben gezegd: draai het roer om!” klaagt Damminga. “Ik wil er te veel bij betrokken raken, omdat ik me verbonden voel met dit schip.”

Het lijkt jammer dat het schip het museum verlaat waar het ruim dertig jaar heeft gelegen. “Ik weet dat het een goede plek gaat krijgen, maar toch vond ik de tjalk heel mooi in dit museum”, verzucht hij. “Ik hoop dat de prachtige binnenplaats niet ineens een parkeerplaats wordt.”

Geschiedenis van Alida

Het vrachtschip, ook wel tjalk genoemd, werd in 1903 in Franeker gebouwd. kaas verschepen naar Fryslân. Vervolgens kwam het in handen van een eerlijke reiziger en vervoerde bijvoorbeeld een ‘Kop van Jut’. In 1931 kocht de beroemde Ploeg-kunstenaar George Martens de boot en vernoemde hem naar zijn vrouw Alida Pott. Op het schip reisde hij samen met andere leden van kunstenaarskring De Ploeg op zoek naar landschappen om te schilderen. In 1987 ging het schip over in handen van het museum.

De zoon van Martens had de tjalk verwaarloosd en moest hem restaureren. In 1991 werden de werkzaamheden afgerond en werd het schip in de vaart genomen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *