“Grote plannen, maar die moeten nog worden uitgevoerd.” Zo reageren ondernemers en bestuurders uit Groningen en Drenthe op het regeerakkoord

Kor IJszenga (61), voorzitter van Ondernemend Assen en directeur van Koninklijke Van Gorcum

“Mijn indruk is dat er iets meer kennis is bij het bedrijfsleven, dat er sprake is van lastenverlichting en minder regelgeving. Er zijn veel kabinetten geweest die de ambitie hebben gehad om die druk te verminderen, maar dit is slechts zeer succesvol gebleken. En ik ben er nog steeds behoorlijk positief over, want dit punt is voor veel bedrijven belangrijk. En het is goed nieuws dat er weer gebruik van wordt gemaakt. Het bereikte akkoord laat zien dat er ambities zijn. Maar net als bij elke regering moeten we samenwerken om te zien hoe die verwezenlijkt kunnen worden.”

“Veel MKB-bedrijven maken momenteel moeilijke tijden door. Deze zorgen worden in Den Haag regelmatig gedeeld, maar worden wat mij betreft onvoldoende onderkend. Er wordt de afgelopen jaren over het bedrijfsleven gesproken alsof zij de zakken van Nederland vullen. Ook het MKB en familiebedrijven kwamen aan bod. Terwijl we allemaal weten dat ze ontzettend belangrijk zijn voor de economie van ons land. “Ik hoop echt dat dit kabinet er achter zal staan.”

Sieger Dijkstra (56), voorzitter van VNO-NCW Noord

“Veel zaken liggen al een tijdje stil en er moet iets gebeuren. Er wordt nu gezocht naar ministers om de plannen verder te ontwikkelen. Ik vind het positief dat wij als werkgevers en vakbonden gevraagd worden om samen na te denken. Maar dat moet allemaal nog gebeuren. Goede plannen zijn één ding, maar ze moeten ook uitgevoerd worden.”

“Ook vind ik het positief dat er aandacht wordt besteed aan de zorgen van burgers en bedrijven. Mensen willen het vestigingsklimaat versterken en dat is echt nodig. Wat ik ook leuk vind is dat er wordt gezegd dat er meer geïnvesteerd moet worden in de regio. Dit volgt uiteraard uit de in de plannen genoemde lijnen Lely en Nedersaksen. Deze zijn van groot belang voor Noord-Nederland. Een ander punt is dat we hier veel bedrijven hebben die veel energie verbruiken.’ betalen veel minder voor hun energie. Bedrijven in onze regio hebben daar last van. Het is goed dat daar aandacht aan wordt besteed, want het gaat ten koste van de werkgelegenheid.”

“Bezuinigen op universiteiten en onderzoek lijkt mij niet verstandig. Ik ben ook bezorgd dat ze het Groeifonds voor andere doeleinden willen gebruiken. Dat er miljarden worden geïnvesteerd in Invest-NL is positief. “Dit soort financiering moet toegankelijker worden voor het MKB.”

Carine Bloemhoff (41), wethouder Economische Zaken van Groningen

“Het is fantastisch dat de Lely-lijn benoemd is en dat er meer aandacht komt voor de regio. Dat is positief. Ook het akkoord over de partijen vind ik drie keer niet leuk. In de campagne vielen grote woorden over de sociale zekerheid en er was een prachtig rapport over het minimumloon en het sociaal minimum in Nederland. Kijk eens hoeveel inwoners van de provincie Groningen op dat sociaal minimum zitten. Maar wat zien wij dat de werkloosheidsuitkeringen worden verkort en ik lees niets over mensen met beschermde banen. Alles gaat naar grote bedrijven en mensen uit het middensegment.”

‘Onderwijs heeft blijkbaar geen prioriteit, het onderwijskatern is eigenlijk een papiertje. Er zal bezuinigd worden op het hoger onderwijs. En laten we dan de cultuur nemen, die heel belangrijk is voor Groningen, de tweede cultuurstad van het land. Ik las dat de De BTW gaat flink omhoog, bijvoorbeeld op theaterkaartjes en bibliotheekabonnementen. Pretparken als de Efteling houden de tarieven laag. En tenslotte worden de groene subsidies afgeschaft. Rode diesel keert terug naar de landbouw ‘Ik lees niets over de wijdverbreide welvaart of hoe we in de toekomst ons geld gaan verdienen.’ Alles ruikt een beetje naar ‘geluk was toen heel gewoon’.

Eric Bos (70), voorzitter van de Groningse Cityclub

“We zullen het moeten zien. Ze willen genoeg. Ook worden bepaalde zaken uitgesteld, zoals het halveren van het eigen risico. Mensen die wat meer geld op zak nodig hebben, en daar leven we allemaal van, moeten wachten tot 2027. Dat is alweer drie jaar later. Ik hoop dat deze club er nog is.”

“Het verminderen van de regeldruk voor bedrijven klinkt op zichzelf goed. Maar hoe willen ze dat precies doen? Wij hebben te maken met ministeries, met allerlei soorten wetgeving en met officiële organisaties. Als je dat echt wilt veranderen, duurt het lang. Dat kun je niet van de ene op de andere dag oplossen. Wat ik ook mis is de aandacht voor kleine ondernemers, die een stad interessant maken. Maar op dit moment hebben ze het heel slecht.”

“Het belangrijkste voor onze provincies is dat ze de bereikbaarheid en bereikbaarheid van de regio besproken hebben. Dat willen ze verbeteren en dat is prima. Nu zie je dat zakendoen in de provincie steeds lastiger wordt. Grote gebieden worden steeds minder goed bereikbaar en dat Het baart ons zorgen. We moeten de voorzieningen in de provincie draaiende houden. Maar het is een dure grap en we moeten ervoor betalen.’