close
close

Waarom gaat het steeds mis in de strijd tegen de regeldruk?

Eén euro voor een kopje. Zoals elk jaar werden er afgelopen week duizenden bierglazen gevuld voor de deelnemers aan de Alkmaar Stadsloop. Maar in deze editie moesten de lopers voor het eerst hun beker terugkrijgen. Het eerste kopje moesten ze betalen en daarna konden ze het gratis omruilen voor een nieuw exemplaar.

Het is het resultaat van de regels tegen wegwerpplastic die al bijna zes maanden van kracht zijn. Het is verboden wegwerpservies dat plastic bevat in het voedsel of de drank die de klant in de inrichting consumeert. Sinds juli vorig jaar moeten ondernemers een toeslag vragen voor meeneembakjes en plastic bekers.

Het verbod zal ongetwijfeld de verspilling verminderen, zegt Paul Tijm. Het verzorgt de catering bij de Stadsloop en staat in het centrum van Alkmaar naast karren met duizenden herbruikbare bekers. “Vroeger haalden ze na Driekoningen veertig zakken plastic afval uit de gracht. Nu zijn er nog maar twee over.”

Er staat ook iets tegenover. “De huur van de bril kost zo’n drieduizend euro”, vertelt Tijm. Transport, wassen en overwerk komen daar ook bij. Het betaalt ook voor bekers die niet terugkeren. Kortom: regeldruk. Met andere woorden: het voldoen aan alle regelgeving kost steeds meer tijd en geld.

Die druk zal in de nabije toekomst waarschijnlijk alleen maar toenemen. De vorig jaar voorgestelde nieuwe regels zullen wederom leiden tot een forse stijging van de kosten voor bedrijven en burgers, zo blijkt uit het maandag gepubliceerde jaarverslag van de Adviesraad Toetsing Regeldruk (ATR). De nieuwe regels zouden ongeveer €300 miljoen aan extra structurele kosten en nog eens €530 miljoen aan buitengewone kosten met zich meebrengen.

De cijfers zijn gebaseerd op berekeningen van alle ministeries. De werkelijke kosten kunnen lager uitvallen, omdat sommige regels nog worden aangepast of niet worden geïmplementeerd.

De trend van toenemende regeldruk heeft zich het afgelopen jaar in ieder geval voortgezet. ATR schatte in voorstellen tussen 2018 en 2023 € 4,5 miljard aan nieuwe structurele kosten. Het ministerie van Economische Zaken schat een stijging van € 730 miljoen, op basis van de feitelijk ingevoerde regels. Dit voorjaar kwam daar nog eens 850 miljoen euro bij met de introductie van het verbod op plastic voor eenmalig gebruik voor consumptie ter plaatse, de grootste stijging sinds het ministerie cijfers begon bij te houden.

‘Grote opeenstapeling’ van regels

“De druk van de regelgeving staat in de maatschappelijke schijnwerpers”, schrijft ATR, en het is moeilijk om de roep om hulp over de steeds complexer wordende wetten te negeren. De klachten komen uit de gezondheidszorg, het onderwijs en allerlei sectoren van de economie. De ondernemersorganisatie VNO-NCW spreekt van een ‘enorme opeenstapeling’ van normen. In NRC Kleine verzekeraars, twee uitvoeringsorganisaties en een architect riepen onlangs op tot vereenvoudiging van de regels.

Volgens ATR staan ​​de maatschappelijke oproepen in schril contrast met de aandacht die regeldruk krijgt bij de voorbereiding van nieuwe wetgeving. De adviesraad beoordeelt of ministeries de kosten van de nieuwe regels duidelijk genoeg toelichten, zodat kabinet en parlement de juiste beslissing kunnen nemen. In 60 procent van de gevallen, het hoogste percentage tot nu toe, was de begeleiding negatief.

De roep om minder regels, vooral van ondernemers, is eeuwig. Het opleggen van een gedragsverandering brengt vrijwel per definitie extra kosten met zich mee; anders zou de regel onnodig zijn. “De bedoeling van de wetgeving is doorgaans goed”, zegt Marijke van Hees, voorzitter van ATR. Daarom wordt het oordeel over de vraag of een norm evenredig is aan het doel ervan overgelaten aan politici. Maar hij twijfelt er niet aan dat er steeds meer regels bijkomen en dat daar ook overbodige en onnodig ingewikkelde regels in zitten. “Gezien de onrust is het zorgwekkend om te zien dat er geen adequate wetgeving komt op het gebied van regeldruk.” Wat is er gaande?

Een politiek oordeel over de regeldruk begint met een inschatting van de kosten. Alle ministeries hanteren hiervoor een vaste methodiek, het zogenaamde standaardkostenmodel. Het idee is simpel: welke taken moet iemand uitvoeren om aan een regel te voldoen, hoeveel verdient hij per uur en hoe lang duren de taken? Vermenigvuldig de resultaten, voeg wat eenmalige kosten toe en het resultaat is regeldruk.

Neem bijvoorbeeld de kosten voor bedrijven om kennis te maken met de ‘Ministeriële Regeling Plastic Producten voor eenmalig gebruik’, de regels die het gebruik van plastic bekers en bakjes aan banden moeten leggen. Het adviesbureau Sira Consulting ging ervan uit dat deze ‘kennismaking’ een bedrijf een kwartier zou kosten. Voor alle bedrijven samen, gerekend met een uurtarief van 34 euro, kost dit in totaal eenmalig 3,6 miljoen euro. Er komen nog andere kosten bij, zoals de vaatwasser, herbruikbaar servies of keukenrenovatie.

Het standaardkostenmodel meet ook niet veel. Zo ‘kost’ een uur voor een burger in het model 17 euro, maar de werkelijke impact van een nieuwe regel kan per burger sterk verschillen. Ook de vraag of de regels begrijpelijk zijn, speelt geen rol in de berekening. En het model zegt weinig over hoeveel regels er al zijn, terwijl de opeenstapeling van alle regels veel klachten oplevert.

De rekenwijze geeft geen compleet beeld, erkent Peter Bex, directeur van Sira Consulting. Hij hielp meer dan twintig jaar geleden bij de ontwikkeling van het standaardkostenmodel om te berekenen hoeveel geld het kost om formulieren in te vullen, en noemt het een ‘nooit genoeg rupseffect’. Het model wordt nu gebruikt voor alle soorten regels en voor de hele samenleving.

Op vraag van het Ministerie van Economische Zaken ontwikkelde Sira Consulting een alternatief dat alle regels op een rij zet waar een denkbeeldig bedrijf aan moet voldoen. Een kapsalon heeft zeventig wettelijke verplichtingen, zo blijkt uit een eerste analyse. Ruim een ​​kwart van deze verplichtingen is ‘moeilijk na te komen’. Bex: “Kleinere bedrijven schakelen in deze gevallen vaak externe deskundigen in, uit angst voor boetes.”

De huidige schattingen van de regeldruk geven daarom een ​​beperkt beeld van de gevolgen van de nieuwe wetten. Bovendien laat de uitvoering van deze onderzoeken veel te wensen over, zo meldt ATR in haar jaarverslag. “De kwaliteit van de rechtvaardiging zal in 2023 verder zijn afgenomen.”

‘Niet presenteren tenzij’ was ook het advies van de plasticregels. Sportwedstrijden zoals de Alkmaar Stadsloop zijn niet meegenomen in de berekeningen. Toen Sira Consulting op advies van ATR nader onderzoek deed, bleek dat de jaarlijkse kosten per bedrijf wel 33.900 euro konden bedragen.

Van de 20.160 bekers die Tijm huurde, schatte hij dat hij er ruim tweeduizend kwijt was. Voor elke verloren beker betaal je naast de 11 cent huur, nog eens 84 cent per stuk. “Ik zal heel blij zijn als ik de kosten van de drankjes kan dekken.” En het afval? “Nul.”

Met berekeningen en adviezen in de hand is het aan de Tweede en Eerste Kamer om een ​​besluit te nemen: doen de regels wat ze moeten doen, op de eenvoudigste manier? Heiligt het doel de middelen? Zo zou Van Hees het tenminste graag willen.

In plaats daarvan is er volgens de ATR-president sprake van een ‘incidentenbeleid’. “Politieke druk is de belangrijkste reden waarom de regeldruk blijft toenemen”, zegt hij. “De plannen zijn vooraf zo gedetailleerd doordacht dat er weinig manoeuvreerruimte is.” Van Hees denkt dat beter toezicht in veel gevallen meer zal opleveren dan nieuwe regels. “Het toezicht mislukt vaak omdat er bijvoorbeeld te weinig personeel is.”

Soms zijn strengere regels beter werkbaar dan ingewikkelde compromissen, zegt Bex. “Maar ze zijn vaak impopulair.”

Volgens Van Hees maken fracties in de Tweede Kamer zich zorgen over de regeldruk, maar leggen ze de verantwoordelijkheid voor dit vraagstuk vervolgens bij één persoon neer, vaak de woordvoerder van Economische Zaken in hun portefeuille. Door deze ‘verkokering’ kan een partij enerzijds moties steunen die oproepen tot minder regeldruk en anderzijds regels steunen die onnodige regeldruk veroorzaken.

Bij kunststofnormen gaat het om een ​​ministeriële regeling. Daarom hoefde de Tweede Kamer er niet plenair over te debatteren en vond er geen stemming plaats. Er waren kritische vragen, maar de meeste kwamen na de publicatie van het plan. Het kabinet gaf enkele verduidelijkingen, maar het akkoord bleef hetzelfde.

Wat van invloed is, is dat het plan een uitwerking is van een Europese richtlijn die al tot stand is gekomen. De Europese Commissie had de regering een lijst gegeven met voorbeelden van maatregelen die zij kon nemen. Ook uw eigen ideeën zijn welkom, zolang deze maar leiden tot een “ambitieuze en duurzame consumptiereductie” van bepaalde wegwerpproducten.

Brussel wordt vaak aangehaald als bakermat van meedogenloze oekazes. “Soms is dat zo”, zegt Van Hees. “Maar Nederland praat niet altijd in een eerder stadium van de Europese wetgeving over de regeldruk. “Dan mis je de boot.” Bovendien zijn er volgens Van Hees vaak mogelijke uitzonderingen op EU-regels waar Nederland geen misbruik van maakt.

“Zeer onvoorzichtige” moties

Bij de meeste commissiedebatten waarin de plasticrichtlijn werd besproken, was de PVV niet aanwezig. PVV-Kamerlid Barry Madlener beklom in september echter het podium om het ‘dwalende kabinet’ te ondervragen over de toeslag op wegwerpplastic. “Deze maatregel is niet goed doordacht.”

Een maand later steunde een meerderheid van het parlement de motie om de ‘plastic tax’ af te schaffen en het verbod op het gebruik van papieren bekertjes met een dun laagje plastic voor consumptie ter plaatse te versoepelen. Demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) noemde dit “zeer roekeloos”, liet de keuze aan haar opvolger en gaf de Inspectie Leefomgeving en Transport opdracht voorlopig minder strenge maatregelen te treffen.

Horecaondernemers als Tijm hoeven op dit moment geen problemen te verwachten als ze wegwerpbekers uitdelen voor consumptie ter plaatse, maar alleen onder bepaalde voorwaarden: ze moeten zich ter controle aanbieden, hun bekers moeten voor maximaal 5 procent uit plastic bestaan. en volledig recyclebaar zijn, moeten zij driekwart van de glazen inzamelen en dit bijhouden.

“Ja, dat bedoel ik”, antwoordt Tijm. “Op een gegeven moment denk je: waar zijn we mee bezig? Hoe kan ik bijhouden hoeveel ik verdien? Hij heeft geen plannen om terug te keren naar wegwerpbekers, ook al zou hij dat opnieuw mogen doen. “Anders ga je door.”




Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *