close
close

De SRA ziet geen aanleiding om de splitsingsvrijstelling aan te passen

Het Ministerie van Financiën heeft onlangs een online consultatie afgerond over een wijziging van de voorwaarden van de verdelingsvrijstelling overdrachtsbelasting. De kleine accountantsorganisatie SRA beschouwt de reden voor de geplande wijziging als “ongeldig” en begrijpt niet waarom de reikwijdte van de vrijstelling beperkt zou moeten worden.

Met de aanpassing wil het ministerie de toepasbaarheid voor de Belastingdienst verbeteren en de voorwaarden van de spin-offvrijstelling in lijn brengen met de overige bedrijfsfaciliteiten in de overdrachtsbelasting.

In de ontwerpregeling stelt het kabinet drie nieuwe voorwaarden voor het gebruik van de spin-offvrijstelling: de ondernemingsvereiste, de voortzettingsvereiste en de retentievereiste.

Volgens de SRA keert het ministerie met deze beperking terug op een eerder uitgangspunt van aansluiting bij de criteria om een ​​juridische scheiding in de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting te faciliteren, omdat dit uitgangspunt zou leiden tot een onterechte facilitering van sommige reorganisaties. Afhankelijk van de organisatie van het bureau kunnen het ministerie en de Belastingdienst dit vermoeden echter niet onderbouwen.

De SRA heeft ook kritiek op de veronderstelling dat de beoordelingscriteria van de Fusierichtlijn te ruim zijn. Er bestaat onvoldoende reden voor de wijziging, omdat moeilijk is aan te tonen dat een splitsing het ontwijken van de overdrachtsbelasting als hoofddoel heeft.

“Als een reorganisatie niet als hoofddoel vermijding of uitstel heeft, mag er geen belasting worden geheven”, schrijft de SRA over de reorganisatievrijstelling. “De fiscale versoepeling van reorganisatievrijstellingen in de verschillende belastingwetten moet op basis van dezelfde criteria plaatsvinden. Wij beschouwen een verschil tussen de criteria voor de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting enerzijds, en anderzijds voor zover Wat dit overleg betreft is de overdrachtsbelasting enerzijds onwenselijk.”

Tenslotte merkt de SRA in haar commentaar (pdf) op dat de consultatie geen informatie geeft over de verwachte startdatum.

Fontein: MEVR


0

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *