Jonge lepelaars in Alkmaarderhout: “Prie, prie, prie!”

“Tot nu toe hebben we negen nesten geteld, waarvan de meeste aan het broeden zijn”, legt Jeroen van Wetten van de Alkmaarse Vogelwerkgroep uit aan NH Nieuws, mediapartner bij Streeksstad Centraal. Wanneer lepelaars broeden, vallen ze niet erg op tussen de takken en bladeren van de bomen. Zodra de kuikens uitkomen, wordt het nest drukker, maar het zal uiteraard nog wel even duren voordat ze van onderaf te zien zijn. In één van de nesten zijn inmiddels jonge lepelaars gezien en die zijn eigenlijk behoorlijk groot.

Het is heel bijzonder dat lepelaars in Nederland leven en hier broeden, laat staan ​​midden in een stad. In Noordwest-Europa komen ze zelden voor. In Nederland heeft de populatie zich de afgelopen vijftig jaar echter spectaculair hersteld, van circa 170 naar 2.500 broedparen. Ze overwinteren langs de kust van West-Afrika. (tekst gaat verder onder foto)

Stadswerk heeft rondom de nesten in Alkmaarderhout hekken met borden geplaatst om mensen te waarschuwen uit de buurt van de lepelaars te blijven. Echte vogelliefhebbers komen af ​​en toe een kijkje nemen. “Soms kun je ze zien en soms kun je ze horen als er jonge mensen zijn.” Volgens Jeroen maken ze een duidelijk herkenbaar geluid. Imiteer een kuiken: “Prie, prie, prie!”

Volgens Jeroen zal er nu steeds meer activiteit rond de nesten komen. Dit geldt ook voor de blauwe reigernesten in het park. De twee vogelsoorten tolereren elkaar door extra oren en ogen te hebben, voor meer veiligheid. “Als de eieren eenmaal zijn uitgekomen, gaan de ouders op zoek naar voedsel voor de jongen en dan zie je ze vaker voorbij vliegen.”

Lepelaars zijn dol op witvis, stekelbaarsjes en rietvoorn. Ze zijn te vinden op het Alkmaarse platteland en in de omgeving van Geestmerambacht.