close
close

Koude wind verpest jeugdplannen Leiden Atletiek niet

Stine Nuijen (Leiden Atletiek) sprong 4,67 meter op de winderige atletiekbaan Leidse Hout. (Foto’s: Gerry van Bakel)

De 1.500 meterlopers, speerwerpers en polsstokhoogspringers hadden wellicht het meeste last van de harde wind van zondag op de atletiekbaan Leidse Hout. Maar dit weerhield de Leidse Atletiekatleten er niet van om veel punten te scoren in de clubcompetitie. Het doel is een plaats in de finale die in september gepland staat.

Vorig jaar won het Leidse U18/U20 herenteam de landstitel. De meiden uit Leiden stonden op het punt zich te plaatsen voor de finale. Gisteren was de tweede wedstrijd en de jongens staan ​​al op de 2e plaats, de meiden zijn van de 24e plek naar de 19e Progreso gegaan, maar het is nog een uitdaging om de sprong te maken naar de top twaalf die mee mag doen aan de finale.

Journalist Gerry van Bakel praat met Koning’s Akshaay Swaminathan, Julian Boele, Jet van der Heijden en Tim Brouwer over de jeugdcompetitie bij Atletiek Leiden.

Jet van der Heijden nam deel aan drie damesonderdelen: discuswerpen (41,27 m), speerwerpen (36,32 m) en kogelstoten (12,11 m). De wind speelde hem in de eerste twee delen parten. “Met de puck heb je graag een beetje zijwind, zodat je de puck erin kunt zetten. En natuurlijk is de speer erg licht. Je hebt minder problemen met de kogel.” Van der Heijden is tevreden over haar prestatie: ze won met ruime voorsprong bij het discuswerpen, werd derde bij het speerwerpen en eerste bij het schot met een persoonlijk record.

Kans
Julian Boele was niet zo tevreden over zijn prestatie bij het polsstokspringen, ook al eindigde hij als eerste. “Het was niet goed. Normaal spring ik 4,40 meter en ik zou graag nog wat meer omhoog willen, maar vandaag kwam ik niet verder dan 4,10 meter. Hoe dan ook, volgende keer meer succes.” Boele denkt dat het herenteam een ​​goede kans heeft op prolongatie van de titel. “Sommige sporters vallen af ​​of zijn afwezig vanwege trainingen, maar als iedereen erbij is moet het wel lukken.”

Akshaay Swaminathan en Matthijs van der Meulen debuteerden op de 2.000 meter horden. Het is altijd een moeilijk nummer om atleten aan te trekken. Ook voor Akshaay Swaminathan was het geen liefde op het eerste gezicht. “De waterbak is moeilijk, het water is erg koud en ik werd nat tot aan mijn borst.” Ook zijn tijd was lager dan hij had verwacht (6:31.36). Maar teamcaptain Tim Brouwer van Koning was zeer te spreken over de prestatie van Swaminathan, die tweede werd. En ook als reserveloper deed Van der Meulen het goed.

Tevreden
Voordat de laatste Zweedse estafettes verreden werden, kon Brouwer de Koning al tevreden terugkijken. “Ik moet nog steeds mijn verstand erbij houden. “In een estafette kan van alles gebeuren, maar ik denk dat iedereen het heel goed heeft gedaan.”

De Zweedse estafettes (400 meter, 300 meter, 200 meter en daarna 100 meter) leverden geen problemen op. Het damesteam kwam binnen 2:34,31 naar de vierde plaats eindigde het herenteam als vijfde in een tijd van 2:09.89.

Leidse Sport

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *