Waterschappen staan ​​registratie van afgesneden wegen voor CAP niet meer toe

Een jaar lang pilotprogramma Noorderzijlvest wordt niet verlengd. Vorig jaar mochten grondgebruikers in het werkgebied van het waterbureau, actief in de provincies Groningen, Drenthe en Fryslân, onderhoudswegen langs waterwegen toevoegen aan hun inspanningen. Na een jaar wordt bepaald of deze pilot doorgaat. Het bestuur van waterschap Noorderzijlvest heeft besloten de pilot op te schorten.

Dit betekent dat het niet langer mogelijk is om de watervoorziening af te sluiten. De regels van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) zijn aangescherpt. Als gevolg van deze aanscherping moeten met iedere boer afspraken worden gemaakt over een aantoonbare buitenwettelijke tegenprestatie voor het lenen van de oogstpaden. Bij de start van de pilot, in maart 2023, was een mondelinge overeenkomst nog voldoende.

Tijd en capaciteit

Daarnaast moet worden nagegaan of er sprake is van staatssteun voor het lenen van kapwegen. Het rapporteren, handhaven en evalueren hiervan vergt veel tijd en capaciteit, constateert waterschap Noorderzijlvest. Er komt een onderzoek, samen met de agrarische sector, om te kijken welke mogelijkheden er zijn voor 2025 en verder binnen de regels die nu gelden.

Voor het waterschap was het voordeel van het plan vooral dat boerenpercelen gebruikt konden worden voor het onderhoud van de waterwegen. Boeren zouden dan maaipaden als landschapselement kunnen aanwijzen om voor subsidies in aanmerking te komen. Uit de pilot bleek echter dat slechts enkele boeren hiervoor toestemming hadden gegeven, waardoor de meerwaarde voor het waterschap te beperkt was.

Leasecontract

Waterschap Stichtse Rijnlanden heeft vrijwel hetzelfde besloten als Waterschap Noorderzijlvest. Het waterschap, waarvan het werkgebied delen van de provincie Utrecht en de provincie Zuid-Holland omvat, maakt een uitzondering voor boeren die een pacht- of beheercontract hebben met het waterschap.

Aan deze vergunning stelt het waterschap een voorwaarde: in de overeenkomst moet staan ​​dat de boer aantoonbaar werkzaamheden verricht die positief bijdragen aan de biodiversiteit en/of de waterkwaliteit.