close
close

Ruim de helft van de inwoners van Stadjers heeft geen auto, zegt de Groningse wethouder Philip Broeksma. Is dat correct? DVHN gaat het uitzoeken

Er is steeds minder ruimte voor auto’s in Groningen en dat is prima, zegt wethouder Philip Broeksma van GroenLinks. Volgens hem heeft ruim de helft van de inwoners van Stadjer immers geen auto. Hoe zit het daarmee?

Vrijwel geen onderwerp in de Groningse politiek heeft zoveel impact als het parkeerbeleid. Dit zijn het aantal parkeerplaatsen, de uitstoot, illegaal parkeren, de uitbreiding van betaald parkeren of steeds grotere auto’s. Van links naar rechts: iedereen heeft er een mening over.

Het Groningse beleid laat de laatste jaren steeds minder ruimte voor een auto op straat. Het idee is dat het nu te veel ruimte in beslag neemt. Daarom moeten bij nieuwbouwprojecten parkeerplaatsen op eigen terrein of in een plaatselijke parkeerplaats of garage worden voorzien. Het resultaat moet meer ruimte bieden voor voetgangers en fietsers.

“Dit doen wij voor de openbare ruimte”, zegt wethouder Philip Broeksma (GroenLinks) over zijn parkeerbeleid. “Daar zijn wij voorzichtig mee. Het parkeerbeleid is er voor de autobezitter, maar ook voor degenen die de auto niet bezitten.” Het toegepaste beleid is ook mogelijk, zegt Broeksma, omdat ruim de helft van de Groningers geen auto heeft. Maar klopt dat?

DVHN-controles

WHO? Philip Broeksma, wethouder GroenLinks in Groningen. Waar? Tijdens een debat in de gemeenteraad over parkeermaatregelen. Dat? “Meer dan de helft van onze inwoners heeft geen auto.”

Niet het hele verhaal

De stad Groningen heeft ruim 215.000 inwoners. Volgens gegevens van de RDW staan ​​in Groningen in totaal zo’n 77.000 personenauto’s als woonplaats geregistreerd. Daarnaast zijn er ook nog eens bijna 11.000 bedrijfsauto’s, maar die houden we voor dit overzicht buiten beschouwing.

Een snelle rekensom leert dat ruim de helft van de Groningers geen eigen auto heeft. In werkelijkheid zijn er slechts 0,36 auto’s per inwoner. In de gehele gemeente Groningen ligt het gemiddelde iets hoger: 0,40 auto’s per inwoner. Wat Broeksma zegt klopt dus eigenlijk. Maar er zijn enkele belangrijke nuances in deze statistiek.

Studenten en minderjarigen

Er wonen ongeveer 40.000 studenten in de stad, wat een grote invloed heeft op het gemiddelde. Er zijn geen concrete cijfers over het autobezit onder Groningse studenten, maar landelijk bezit 7 procent van de studenten een auto. Dit zou betekenen dat de 40.000 studenten van de stad over iets minder dan 3.000 auto’s beschikken. Als de inwonende studenten en hun beperkte aantal auto’s buiten beschouwing worden gelaten, zijn er 0,42 auto’s per inwoner in de stad.

De meeste bewoners hebben nog steeds geen auto. Onder het begrip bewoners worden echter ook kinderen en jongeren verstaan. Groningen telt ruim 34.000 minderjarigen. Zij (behalve misschien enkele zeventienjarigen) hebben over het algemeen geen rijbewijs, laat staan ​​een eigen auto. Als we de minderjarigen buiten beschouwing laten, zijn er ineens 0,53 auto’s per stad. Iets meer dan de helft van de inwoners van de stad zal over een auto beschikken.

Het blijft uiteraard zo dat ook minderjarigen en studenten in de stad wonen en goed gebruik maken van de openbare ruimte.

Wat zeggen huizen?

Misschien wel de meest betrouwbare manier om de berekening uit te voeren, is door naar het aantal huishoudens te kijken in plaats van naar het aantal inwoners. Hoeveel mensen ook een gezins- of studentenhuis hebben, ze delen immers een adres en de parkeerplaatsen in de buurt van dat adres.

De stad Groningen telt ongeveer 130.000 huishoudens. Als je dat vergelijkt met het totaal van ongeveer 77.000 auto’s in de stad, zijn er 0,59 auto’s per huishouden. Dit betekent dat gemiddeld 6 op de 10 huishoudens in de stad een auto heeft. Als je kijkt naar de hele gemeente Groningen, inclusief de dorpen, dan beschikt bijna 7 op de 10 huishoudens over een auto.

Broeksma vertelt dat ruim de helft van de Groningers geen auto heeft. We kunnen de verklaring van het wethouder als ‘waar’ bestempelen, omdat deze objectief juist is. Het is de meest gunstige berekening om het gevoerde beleid te verdedigen. Maar de wethouder vertelt niet het hele verhaal.

Voor deze factcheck zijn cijfers gebruikt van het Centraal Bureau voor de Statistiek, de RDW en de gemeente Groningen.

Hoe is het in andere steden?

De stad Groningen is een vreemde stad in het noorden van Nederland. Ter vergelijking: in Assen staan ​​zo’n 35.000 personenauto’s voor ruim 32.000 huishoudens. Dit komt overeen met 1,09 auto’s per huishouden. Leeuwarden telt bijna 50.000 woningen en 43.000 auto’s: 0,86 auto’s per huishouden.

In Winschoten (1,04 auto’s per huishouden) en Emmen (1,07 auto’s per huishouden) zijn net als in Assen meer auto’s dan huishoudens. Op het platteland is het autobezit zelfs nog hoger. In een stad als Zuidlaren zijn er 1,27 auto’s per huishouden en in Ten Boer, onderdeel van de gemeente Groningen, zelfs 1,29 auto’s per huishouden.

Het grote verschil in autobezit is logisch te verklaren: naast de grote studentenpopulatie zijn veel voorzieningen in een stad als Groningen op fietsafstand en is het openbaar vervoer veel beter georganiseerd dan op het platteland, waar mensen vaker zijn afhankelijk van auto’s om naar het werk te gaan of boodschappen te doen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *