close
close

Column: Waarom ‘De Limburger’ geen andere keus had dan…

Björn Oostra.©Johannes Timmermans

Daar waren we; diametraal tegenover elkaar voor de deur van de Maastrichtse rechtbank. Hoewel we een paar jaar geleden intensief samenwerkten, ontmoeten we elkaar nu in de rechtbank.

Hoewel ik geloof en geloof dat we in onze rechten staan, blijft het een vreemd gevoel om met L1-collega’s verwikkeld te zijn in een juridische strijd over een app-icoon. Ik was liever niet naar de rechter gegaan. Ik heb het meerdere keren geprobeerd te vermijden. Toen L1 op 4 maart met een grote campagne een nieuw logo aankondigde en tevens aankondigde dat het oude en vertrouwde 1Limburg, ooit in broederlijke samenwerking met deze krant tot stand gekomen, voortaan L1 Nieuws zal heten, hebben wij direct contact met hen opgenomen.

Ik begrijp dat L1 een merk kiest en ik begrijp ook dat er tienduizenden euro’s aan publiek geld zijn uitgetrokken om dat merk stevig in de markt te zetten. Het probleem zit hem in het nieuwe logo. De gele L en blauwe 1, die sinds mensenheugenis bij het station horen, zijn in de applicatie en op sociale netwerken veranderd in de kleuren blauw en wit. En daardoor lijkt het pictogram verdacht veel op ons blauw-witte pictogram. Hoewel L1 een iets andere tint blauw gebruikt en zijn L er ook iets anders uitziet dan de onze, ligt er verwarring op de loer. Nieuwsconsumenten die van beide pushmeldingen ontvangen De Limburger Vanaf L1 moeten we goed letten op wie de afzender is. Voor je het weet beland je in L1, terwijl je wacht op nieuws van De Limburger Klik. Andersom kan natuurlijk ook. Deze verwarring is niet alleen vervelend, maar kan zelfs schadelijk voor ons zijn.

Door zorgvuldig de blauwe en witte kleuren te kiezen, profiteert L1 van ons merk en de betrouwbaarheid die we door de jaren heen hebben opgebouwd. De zender hoopt hiermee ons publiek te stelen. Nu ben ik niet tegen concurrentie. Sterker nog, ik ben ervan overtuigd dat eerlijke concurrentie niemand schaadt. Ik kom uit de tijd dat er in Limburg meerdere kranten waren (De Limburger en de Limburgs Dagblad) en ik ben ervan overtuigd dat gezonde concurrentie je alerter houdt.

Lees ook: Column: Over de Lafayette-kat en het belang van een goed hoofd

Nu er nog maar één krant over is, is L1 de enige provinciale concurrent die we nog hebben. Ik juich het toe dat L1 een publiek bedient dat wij niet bereiken met mooie televisiereportages en goede radio-uitzendingen. Ik vind het lastiger te accepteren dat de omroep publiek geld gebruikt om hetzelfde te doen als wij: een zo groot mogelijk aantal lezers trekken met goed geschreven nieuws en verhalen op de website en app. L1 is in het leven geroepen om radio en televisie te maken en doet dat al jaren heel goed. Het station voorziet daarmee in een behoefte waar marktpartijen niet in voorzien. Ik vind het fantastisch dat daar jaarlijks ruim tien miljoen euro publiek geld aan wordt besteed. Maar omdat L1 steeds meer onze markt betreedt en nu een logo gebruikt dat zo veel op het onze lijkt dat het voor ons moeilijk wordt om nieuwe abonnees aan te trekken, hadden we geen andere keuze dan een kort geding aan te spannen. Hoe vervelend het mij ook lijkt.

Wekelijks kijkt Bjorn Oostra, hoofdredacteur van De Limburger, terug op de journalistieke week en legt uit hoe de artikelen tot stand zijn gekomen.

Opmerking? [email protected]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *