Chamber kiest geen nieuwe richting voor klantprofielen

Wanneer de financiering gebaseerd is op cliëntprofielen, worden cliënten op basis van behoeften en zorgintensiteit in dat profiel ingedeeld. Aangenomen wordt dat een klantprofiel de servicebetrokkenheid per klant kan voorspellen. Het systeem moet resulteren in minder administratie door zorgaanbieders en meer controle geven aan wijkverpleegkundigen.

Kritiek

Maar voorlopig blijft dit een experiment en wil minister Conny Helder er ook een ‘draagvermogen’-model (DKDL-model) inbouwen. Een groep zorgprofessionals benadrukte onlangs dat Helder klantprofielen moet blijven ontwikkelen, omdat dit de wijkverpleging zou helpen de groeiende vraag naar zorg en het tekort aan arbeidskrachten te bestrijden.

Maar er is ook kritiek. Zo ziet zorgbestuurder Jos de Blok van Buurtzorg Nederland ook dat perverse prikkels doelbewust in het systeem worden ingebouwd. Zorgaanbieders zullen proberen cliënten een zo moeilijk mogelijk cliëntprofiel te geven. Er is ook een prikkel om zich zo weinig mogelijk druk te maken over de zak geld die aan een profiel is gekoppeld, meent hij.

Wout Adema, directeur van ZN, stelde onlangs dat zorgverzekeraars nog lang niet klantprofielen gebruiken als basis voor het declaratieproces. Het tijdrecord blijft leidend.

‘Verkeerde oplossing’

Ook binnen de Kamer is er kritiek. In het debat vroegen vooral PVV en NSC wat het voordeel is van klantprofielen. Het nieuwe systeem moet ook zorgen voor meer preventie en meer ruimte voor professionals, maar NSC-Kamerlid Agnes Joseph is nog niet duidelijk hoe cliëntprofielen daaraan daadwerkelijk gaan bijdragen. Ook vraagt ​​hij zich af wat zorgverzekeraars gaan doen met de data die de nieuwe financieringsmethode oplevert. Ook PVV-Kamerlid Fleur Agema noemde perverse prikkels en de angst voor uitbetaling van niet-geleverde uren. “Het is de verkeerde oplossing”, zei de plaatsvervanger. Zij ziet meer in de ideeën van De Blok.

Ook SP-Kamerlid Sarah Dobbe benadrukte het belang van het terugdringen van de administratieve lasten en gaf aan het nieuwe systeem niet te steunen als het tot meer administratie zou leiden. LG-Kamerlid Elke Slagt-Tichelman wilde onder meer weten welke rol preventie precies speelt in het nieuwe systeem.

Deelname van José de Blok

VVD-Kamerlid Sophie Hermans gaf aan de nieuwe financiering een “goed besluit” te vinden en Wieke Paulusma van D66 benadrukt dat tijdregistratie een aanval is op de onafhankelijkheid van de wijkverpleegkundige. “Buurtverpleegkundigen geven aan dat ze af willen van uren en meer regie willen hebben over hun eigen beroep. Juist die uren vormen een grote belemmering voor het doen van hun werk.” Cliëntprofielen zouden het beroep van wijkverpleegkundige aantrekkelijker maken.

Een van de heikele punten van de NSC en de PVV was de deelname van zorgbestuurder De Blok van Buurtzorg, de grootste wijkverpleegkundige van Nederland. Er is eerder in de Tweede Kamer een motie aangenomen om hun deelname te garanderen, maar volgens PVV en NSC heeft VWS hier slechts kort mee ingestemd en wil NSC daarom graag een reactie op de kwestie in een brief van de minister. Helder stelt dat De Blok inderdaad betrokken was bij het proces en gaf aan dat deelname aan de gesprekken geen garantie is dat er altijd overeenstemming zal worden bereikt. “Je mag van mening verschillen.”