Moordverdachte stormt rechtszaal binnen: ‘Ik heb haar vermoord, ik wilde op dat moment zelf doodgaan’

Bij deze eerste voorlopige zitting zit de Alkmaarse rechtszaal vol en zitten er zo’n tien mensen op de publieke tribune. De man komt, vergezeld van twee politieagenten, de rechtszaal binnen en huilt als hij zijn gezin daar ziet zitten.

Hij luistert zwijgend naar wat de aanklager van hem vermoedt: het wurgen en verstikken van zijn vrouw vlak voor Kerstmis vorig jaar. Dit gebeurde bij hem thuis in de vuurtoren van Tuitjenhorn, een park met vakantiehuizen.

Als ze hem vragen of hij iets wil zeggen, bedekt hij zijn ogen met zijn handen en begint te huilen. Hij zet zijn bril af en vertrekt. “Ik heb altijd gehoopt dat alles goed zou komen tussen ons. Toen ze zei: ‘Ik blijf bij je’, was ik zo blij. We hadden zo’n perfecte, mooie week gehad en we waren al van plan om dit weekend samen op vakantie te gaan. Maar toen ik haar vroeg: ‘Hou je van mij?’, zei ze heel hard ‘nee’.’

Zelfmoord

Hij heeft het niet van tevoren gepland, zegt hij. EN als ik passeer, besefte hij dat hij haar had vermoord. “Toen wilde ik zelf doodgaan. Ik wilde gestraft worden voor wat ik mijn vrouw had aangedaan.” Hij heeft kennelijk geprobeerd zelfmoord te plegen, want op 23 december trof de politie hem ernstig gewond aan in zijn woning in Tuitjenhorn.