De Vlaamse regering overwint tegenstand met een nooddecreet om de mestwetgeving te versoepelen

Oppositie: “Dit is juridische onhandigheid van het hoogste niveau.”

Het Vlaams Parlement keurde woensdag dringend enkele versoepelingen van de mestwetgeving goed. Met deze aanpassingen werd de laatste hand gelegd aan het eerder ondertekende landbouwakkoord. De oppositie voelt zich genegeerd. Het landbouwakkoord dat in februari na boerenprotesten werd ondertekend, bevatte al enkele nieuwe regels over de mestverwerking.

Zachtere regels en minder boetes

De nieuwe regels maken de situatie flexibeler voor boeren die hun mestaangiften te laat indienen. Daarnaast krijgen boeren bij overtreding eerst de kans om hun verhaal te doen voordat er sancties worden opgelegd. Kleine administratieve overtredingen worden niet direct beboet, maar krijgen eerst een waarschuwing. Er worden ook verzachtende omstandigheden geïntroduceerd die tot lagere boetes leiden.

De oppositie is er niet blij mee

Linkse oppositiepartijen waren niet blij met het nooddecreet, zeker gezien het feit dat het akkoord al anderhalve maand van kracht is. Mieke Schauvliege van Groen was duidelijk: “Dit is een juridisch gedoe van begin tot eind. Is het verrassend dat uit een recente evaluatie blijkt dat de waterkwaliteit verslechtert en dat de reactie hierop is om de regels te versoepelen? Onze toekomst ziet er dus niet rooskleurig uit.”

Ook Jos D’Haese van de PVDA had zijn bedenkingen: “Ik twijfel ten zeerste aan de juridische soliditeit van dit decreet.” De linkse partijen vroegen de Raad van State om advies, maar kregen daarvoor onvoldoende stemmen.