close
close

Ze was voor niets en niemand de weg op gerend. column Maaike Borst

Ik had verwacht dat het anders zou zijn. Ik stelde me voor dat ze de koelkastla openden en zeiden: ‘Nou, hier is ze.’ Het was tenslotte maar een dier en deze mensen hadden dagelijks te maken met overleden dieren.

Met buikpijn gingen we het kantoor van de Dierenambulance binnen.

We kwamen er pas achter dat onze kat was overleden dagen nadat de auto haar had aangereden. Ondertussen hadden we hoop. Mensen hadden het gezien, geaaid en gedacht: het ziet er goed uit, dus waarschijnlijk heeft het een thuis. Hij had wandelaars achtervolgd, met andere katten in de tuin gespeeld en voor niets of niemand bang geweest.

Mensen vonden haar zo schattig dat ze een video van haar maakten en die twee dagen later naar ons stuurden, toen ze lazen dat ze vermist was, met de vraag: ‘Is dit Mia?’

Dat was de mijne. De liefste en levendigste kat die ik ooit heb gehad. Het is nog maar een half jaar oud.

Bij de Dierenambulance bracht een grote, vriendelijke vrouw ons naar achteren. Niet naar een koude kamer maar naar een speciale kamer. Er hingen kaarsen en troostende teksten aan de muur. Op een tafel stond een doos tissues naast een condoleanceboekje. Je kon op een stoel zitten en er stond zelfs wat kinderspeelgoed in de hoek.

‘Neem de tijd,’ zei de vrouw.

Mia lag onder een deken, met haar hoofd op een handdoek. De kleine zwarte plukjes op die oren waren onmiskenbaar van hem. We zagen een spoor van de fatale klap op zijn wang, maar niets dat de relatie tussen de auto en de kat echt weerspiegelde. Alsof hij weer overeind kon komen. Het was zacht en koud.

Ongeremd enthousiasme voor het leven is niet zonder risico’s

Toen ik dat filmpje kreeg en het blij aan de kinderen liet zien, ‘leeft ze nog!’ – ze was eigenlijk al dood. Hij was naar de weg gerend, zonder angst voor iets of iemand. Ongeremd enthousiasme voor het leven is niet zonder risico’s.

Ik had verwacht dat het anders zou zijn. Ik stelde me voor dat ik, hoewel ik verdrietig zou zijn, vooral onze jongste zou moeten troosten. De ochtend van het nieuws ging ik met hem mee naar voetbal om te zien of alles in orde was. Hij dartelde vrolijk door het veld terwijl ik aan de zijlijn stond te huilen en een van de andere ouders zei: “Ik denk niet hetzelfde over dieren.”

Die middag in dat lieve uitvaartcentrum bleef ik tegen mezelf zeggen dat ik niet zo veel moest overdrijven. Het was tenslotte gewoon een vergissing.

Gelukkig wist Dierenambulance beter.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *