“De voorstellen voor vereenvoudiging van het GLB zijn een goed begin, maar ze zijn nog niet het halve werk”

Op 15 maart presenteerde de Europese Commissie voorstellen om de druk op boeren te verlichten door de lidstaten meer flexibiliteit te bieden in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Vooral met betrekking tot de vereisten voor bodembedekking, vruchtwisseling en het uit productie nemen van bouwland.

Het doel is om de regeldruk te verminderen en de regels beter aan te passen aan de praktijken van boeren, maar ook aan de grillen van de natuur.

Als LTO dringen wij er bij de demissionaire minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op aan om deze voorstellen te steunen en over te nemen en coulant te zijn met landgebruiksinspecties vóór het tussenjaar 2024. In Den Haag horen wij al jaren het argument dat “dit Brussel moet het doen. Wij hopen van harte dat we nu te horen krijgen dat Brussel het toestaat.

Een minder rigide en toegankelijker GLB zal de doelstellingen alleen maar ten goede komen. We hebben gezien dat de eisen van het GLB de afgelopen jaren zwaarder zijn geworden en de beloningen kleiner. Het accent is steeds meer verschoven naar agrarisch natuurbeheer en ecologische regelgeving, maar boeren en tuinders kunnen op deze basis geen bedrijf opbouwen. Gezonde primaire bedrijven zijn voorwaarden voor het succes van het GLB.

Wat mij nog steeds zorgen baart, is dat er nu oplossingen worden gezocht in het GLB. Al schuilt de grootste onvrede over de regelgeving die voortvloeit uit de Green Deal, zoals de Wet Natuurherstel die is aangenomen, zij het in afgezwakte vorm.

Als sector zijn wij uiteraard niet tegen duurzaamheid, maar wetten zonder achterliggend plan, zonder financiering en zonder draagvlak leiden niet tot het gewenste resultaat. We hopen hiervoor oplossingen te vinden in de strategische dialoog over de toekomst van de landbouw, geïnitieerd door voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie.

De Europese voorstellen voor vereenvoudiging van het GLB zijn een goed begin, maar ze zijn niet het halve werk.