close
close

Ontgroening: Waarom ‘Dachau spelen’ altijd op de loer ligt. Job Cohen: ‘Laten we gaan!’ De nieuwe podcast van De Nostalgisten

Vernederen en vernederd worden: dit kenmerkt ontgroening. Ze lopen vaak uit de hand, soms met fatale gevolgen. In de historische podcastserie De Nostalgisten duiken Frank von Hebel, Martin Groenewold en Colin Mooijman in de geschiedenis van deze omstreden initiatierituelen. Zij spraken onder meer met oud-rechtsvechter Job Cohen, oud-burgemeester van Amsterdam.

De Groningse studentengroep Vindicat, opgericht in 1815 om een ​​einde te maken aan excessen tijdens de ontgroening, haalde in 1958 – noch voor de eerste, noch voor de laatste keer – landelijk nieuws vanwege uit de hand gelopen ontgroening. De Telegraaf meldde op 24 september van dat jaar over twee studenten die gewond waren geraakt. Eén van hen verkeerde volgens de krant in het ziekenhuis met overlijden door een hersenschudding. De ander liep een gebroken bekken op.

Korpsleden “speelden Dachau” tijdens de initiatie

De officier van justitie schrijft aan de korpschef: ‘De politie in Groningen heeft geen klachten ontvangen. Maar het is een publiek geheim dat er zelden aangifte wordt gedaan van ontgroeningsmethoden.’

Het fenomeen ontgroening is veel ouder. Begin vorige eeuw werden er al foto’s gemaakt van leden van het korps die met geschoren hoofden trots in de lens keken. Ze wisten het: vanaf nu behoren we tot de elite, de crème de la crème. Niemand klaagde. Hadden zijn ouders tenslotte hetzelfde ritueel ondergaan? Maar in 1962 veranderde dat.

“Leden van het korps speelden Dachautje tijdens de ontgroening”, kopte de krant De waarheid op 9 oktober 1962. Aanleiding was de ontgroening van studenten bij het Amsterdams Studenten Corps. ‘In dit ‘spel’, dat de organisatoren van de ontgroening met veel plezier oefenden, werden grote hoeveelheden groen in een kleine ruimte samengeperst en vervolgens met water besprenkeld en rondgetrapt. Eén van de deelnemers aan de ontgroening riep: “En nu gaan we Dachautje spelen.” De vader van een van de baby’s hoorde dit van zijn zoon en stapte naar de pers.

Een golf van verontwaardiging overspoelde het land. Ontgroeningsrituelen werden op alle universiteiten onder de loep genomen. Op 20 oktober 1962 bracht het College van Grootrectoren van Nederlandse universiteiten en hogescholen een meer dan resolute verklaring uit: “Het College verklaart nadrukkelijk dat het elke vorm van geestelijk letsel en fysieke kwelling veroordeelt.”

Duidelijke taal.

Hetzelfde geldt voor deze opdracht aan de “bevoegde instanties van universiteiten en hogescholen”: “Zij moeten normen vaststellen en, als daaraan niet wordt voldaan, krachtige maatregelen nemen, waaronder eventueel het beëindigen van de relaties met de relevante verenigingen.”

Het werkte?

Mwoah.

Job Cohen: ‘groen tijdperk gebaseerd op ongelijkheid’

Studentenverenigingen beloven keer op keer verbeteringen, maar het blijft misgaan. Job Cohen (1947), de latere burgemeester van Amsterdam, pleitte al tijdens zijn studententijd bij Vindicat voor verandering. “Het groene tijdperk vond plaats op basis van ongelijkheid. De korpsleden hadden de leiding en als potentieel lid moest je maar doen wat zij wilden. Er was de CTTVK, de Commissie Verplichte Invoering Tijdbewaking – mooie uitdrukking trouwens – en die had een regeling die uit twee artikelen bestond. Artikel 1 zei: CTTVK heeft altijd gelijk. Artikel 2: Als de CTTVK geen gelijk heeft, treedt artikel 1 automatisch in werking.”

Gezocht: historische verhalen

Nostalgische mensen zijn altijd op zoek naar historische verhalen die vandaag de dag nog steeds tot de verbeelding spreken. Heeft u zo’n verhaal? Neem dan contact met ons op en stuur een e-mail naar [email protected]

Iedere studentenvereniging had haar eigen moraal om de ‘newbies’, zoals veelbelovende leden werden genoemd, in de juiste vorm te kneden. De hervormde studentenvereniging Vera (veri et recti amici), of “echte en echte vrienden”, voerde ook een zelfonderzoek uit na het “Dachau-incident” en definieerde de “newbie” in het eindrapport van januari 1963 als volgt: ” De beginneling onderscheidt zich van de student: in essentie is hij niet minder waardevol, maar anders. Als hij deel wil uitmaken van de studentengemeenschap, moet hij veranderen.”

Pech voor een beginneling die zijn groene boekje niet bij zich had

Opvallend is de nadrukkelijke rol van het ‘groene boekje’ dat de beginneling aan het begin van de groene periode ontvangt. Volgens Vera (1899-1970) is dit het beste te vergelijken met ‘een brochure over de arbeidstijd’. Dit omvat alle soorten taken die de nieuweling moet uitvoeren. Aan het einde van de groene periode moet de aanvrager vijftig verplichte en tien niet-verplichte handtekeningen hebben van de oudsten die hij bezoekt in het kader van zijn opdrachten. “Je moet je groene boek altijd bij je dragen: waar de beginneling is, is je groene boek, waar het groene boek is, is je beginneling.”

Wee iedereen die tijdens het drie weken durende groene seizoen de regels overtreedt. De straffen zijn zwaar: het dragen van het ‘shirt van schaamte’, het verlengen van de groene tijd, naar voren worden geroepen op het appèl, langer in de club blijven.

De grote ‘verandering’ vond plaats in 1997. Een eerstejaarsstudent overleed tijdens een ontgroening in een studentenhuis van Vindicat nadat hij een liter jenever had gedronken. Sindsdien is alcohol (officieel) verboden tijdens de introductie in Groningen.

Soms gaat het echter later mis. Het Groningse studentengenootschap Fluidum Albertus Magnus dwong aspirant-leden tijdens de introductieperiode in 2007 om water te drinken. Nu is dat niet zo erg, maar in dit geval bevatten de glazen ook goudvissen. Dat je ook te veel water kunt drinken, werd twee jaar geleden overigens duidelijk, toen een potentieel lid van dezelfde vereniging een epileptische aanval kreeg na het drinken van 6 liter water. Hij lag anderhalve dag in coma.

En in 2010 gebeurde het ook in dezelfde vereniging, dit keer tijdens een ontgroening bij een dispuut. Gekleed in sinterklaaspak vroeg een 21-jarige student aan drie klasgenoten om hem in brand te steken. Ze overgoten hem met een brandbare vloeistof. Het gevolg: de goede heilige belandde met tweede- en derdegraadsbrandwonden in het ziekenhuis.

Ontgroening lijkt onmogelijk uit te roeien. In september vorig jaar werd het Amsterdamse dispuut Ares door studentenvereniging LANX geschorst wegens excessen tijdens de ‘introductie’ in Boekarest. Mannelijke eerstejaarsstudenten kregen een lijstje met taken als: ‘repareer een vluchteling’ en ‘naai een kubus (vrouw, red.) in een steegje.’

Dat is niet zo vreemd als je het eindrapport uit november 1962 van de Amsterdamse Universiteitscommissie over het Dachau-spel leest, waarin de leden zich buigen over de toekomst van het groene tijdperk. De commissie beantwoordde de volgende twee belangrijke vragen: Moet de groene tijd worden gehandhaafd? Zo ja, moet dit dan een groen tijdperk zijn, gebaseerd op ongelijkheid?

Het antwoord: “unaniem en met volledige positieve overtuiging.” De commissie citeerde genereus en dankbaar de schrijver Godfried Bomans, die in door Volkskrant van 20 oktober 1962 werpt licht op de commotie. ‘Wat heeft het eigenlijk voor zin om te ontgroenen?’ Dit gebruik kan als volgt worden verdedigd. De groentje heeft zijn voorbereidende of middelbare opleiding afgerond en, met het eindexamencertificaat op zak, gelooft hij dat hij een belangrijk iemand is. Dit berust op een vergissing en wordt op pijnlijke wijze aan het licht gebracht. De jongeman gaat naar de universiteit en merkt plotseling dat zijn positie tot niets is gereduceerd.”

‘Novite moet beseffen dat ze hem genadeloos behandelen’

(…) Naast het ondermijnen van een waargenomen superioriteit, dient ontgroening ook als de inauguratie van een nieuwe gemeenschap. Hij voelt zich geselecteerd en stelt zich alleen open voor de indringer in ruil voor absolute dienstbaarheid. Hij moet beseffen dat hij vriendelijk wordt toegelaten en dus genadeloos wordt behandeld. De rookie betaalt die prijs. Nu is alles wat met moeite wordt verworven ons dierbaar. Daarom creëert ontgroening een grote waardering van de kant van de ontgroende persoon voor wat hij heeft verworven en een hechte band met zijn medeslachtoffers. (…)’

Jochem Myjer en Ede Staal dronken hun biertjes bij Vindicat

Wat dat verband betreft, heb je gelijk. Alle betrokkenen die we voor deze podcast spraken, denken met veel plezier terug aan hun studententijd. Daar maakten ze vrienden voor het leven, ontmoetten ze hun grote liefde, zoals Cohen, en kregen ze veel ruimte en tijd om hun interesses te ontwikkelen en te uiten. De lijst met bekende voormalige Vindicat-leden is verrassend lang: Wim Duisenberg, Wubbo Ockels, leden van het koninklijk huis, Frank de Grave, Jochem Myjer, Ede Staal, Winnie Sorgdrager, Derk Wiersum, Chris Zegers, Johan Remkes, Frits Sissing. en Rutger Kopland dronken daar hun bier.

En zonder Albertus was er misschien geen Klein Orkest (met Harrie Jekkers) of Pé Daalemmer en Rooie Rinus geweest. Tot de voormalige leden behoren verder Stef Blok, Driek van Wissen en Bert Haandrikman.

Met andere woorden: een studentenvereniging heeft alle ingrediënten om allerlei mooie dingen te laten bloeien. Maar het onkruid van de ontgroening lijkt buitengewoon hardnekkig. Cohen: “Je wilt toch niet dat mensen die later zulke belangrijke posities bekleden zich zo hebben misdragen? Kom op.”

De nostalgische podcast

De nostalgische is een zesdelige podcastserie van Dagblad van het Noorden over historische gebeurtenissen in Groningen, Drenthe en Fryslân. In elke aflevering belichten Frank von Hebel, Martin Groenewold en Colin Mooijman een thema. de eerste aflevering Op de tractor naar Madrid , die sinds 14 februari beschikbaar is op je favoriete podcast-app, gaat over de eerste Europa Cup-wedstrijd van FC Groningen. De voetballers uit het Noorden moesten het in de leeuwenkuil opnemen tegen de legendarische spelers van Atlético de Madrid. Nostalgische mensen gaan op onderzoek uit Ondergrondse gangen: mythe of realiteit? (21 februari), wat waar is voor alle legendes over ondergrondse gangen. In Appingedam weten ze het zeker: de stad zit vol met tunnels. Maar ook in Franeker en Groningen blijven de verhalen hangen. De ontsnapping van Aage M. (28 februari) vertelt het verhaal van de spectaculaire ontsnapping van kluizenkraker Aage M. uit het cellencomplex Leeuwarden. Met zijn beroemde thermische lans brandde hij zich op 18 april 1974 een weg naar de vrijheid showbizz-quiz (6 maart) praten De nostalgische met onder meer Ron Brandsteder en mediamagnaat Joop van den Ende over de begindagen van de grote spelshows op zaterdagavond. En zijn er werkelijk nazi-waarden verborgen op Schiermonnikoog? De nostalgische Graaf in De nazi-schat van Schiermonnikoog (13 maart) naar de waarheid. Letterlijk en figuurlijk.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *