close
close

Nu bedrijven als Marktplaats gegevens delen met de belastingdienst, kunnen sommige gebruikers ten onrechte als ‘potentiële fraudeurs’ worden bestempeld.

Stel, u ontvangt een bijstandsuitkering en verkoopt af en toe iets via Marktplaats. U moet dit dan doorgeven aan de gemeente. Zij beoordeelt of het (nog) nodig is om u een uitkering te verlenen. Geef het misschien niet door, want het gaat om kleine bedragen voor de wederverkoop van tweedehands kleding, en zolang niemand je verklikt, zal niemand erover opscheppen.

De kans dat dit onopgemerkt blijft, is aanzienlijk verkleind dankzij een Europese wet die sinds 1 januari vorig jaar van kracht is. Deze wet verplicht zogenaamde platformbedrijven, zoals Marktplaats, Vinted, Airbnb en Temper, om informatie over het inkomen van hun gebruikers door te geven aan de Belastingdienst. De wet heeft tot doel het inkomen van zwarte mensen via deze platforms te detecteren.

Maar de wet zal er hoogstwaarschijnlijk ook toe leiden dat gemeenten veel vaker meldingen van de Belastingdienst krijgen over de bijverdienste van uitkeringsgerechtigden. Een extra vinkje in de gemeentelijke databank, wat kan leiden tot extra controles en uitkeringskortingen.

Lees ook
Vanaf nu weet de Belastingdienst ook wat de fanatieke marktkoopman verdient.

Vanaf nu weet de Belastingdienst ook wat de fanatieke marktkoopman verdient.

Miljoenen Nederlanders nemen actief deel aan online platforms. Ze delen bijvoorbeeld hun auto, verhuren hun huis of verkopen meubels en kleding door. Het is niet altijd nodig om hiervoor belasting te betalen. Maar de criteria voor het verlagen van de uitkeringen zijn anders dan die voor belastingen.

Hoe belastingautoriteiten informatie delen

Hoe het werkt: Het Inlichtingenbureau, een stichting, stuurt op verzoek van de gemeenten (die de uitkeringen verstrekken) het BSN-nummer van een uitkeringsgerechtigde naar de Belastingdienst. Controleer vervolgens of er iets is veranderd in het inkomen of vermogen van die persoon en beantwoord de vraag met ‘ja’ of ‘nee’. Dit overleg (bijvoorbeeld over de nieuwe ‘overige inkomsten box 1’) vindt twaalf keer per jaar plaats.

De Informatiedienst deelt vervolgens het ‘ja of nee’-antwoord met de sociale dienst van de gemeente. Ondertussen moeten uitkeringsontvangers ook maandelijks het zogenaamde statusformulier invullen als zij inkomen hebben. Dit wordt vergeleken met informatie van het Inlichtingenbureau.

Gegevens over het inkomen van burgers via platforms, of het nu Snappcar, Airbnb of Marktplaats is, zullen ertoe leiden dat de vraag van het Inlichtingenbureau aan de Belastingdienst over wijzigingen in Box 1 vaker met ‘ja’ zal worden beantwoord.

Dit blijkt duidelijk uit de antwoorden op de vragen van NRC aan het Inlichtingenbureau en het Ministerie van Financiën, waartoe ook de Belastingdienst behoort. Informatie van de Belastingdienst over wijzigingen in inkomen of vermogen kan vervolgens aanleiding geven tot aanvullend onderzoek of controle door de gemeente.

Gevolgen nog onbekend

Welke gevolgen de wet zal hebben voor uitkeringsgerechtigden valt de komende tijd te bezien. “De regelgeving is net in werking getreden en de Belastingdienst heeft de gegevens nog niet ontvangen”, zegt een woordvoerder. “Deze moeten vervolgens worden geanalyseerd en geëvalueerd. Pas als dit is gebeurd, kan op verzoek van de gemeenten informatie worden gedeeld met de Inlichtingendienst.” Staatssecretaris Van Rij (Belastingdienst, CDA) liet onlangs aan de Tweede Kamer weten dat de implementatie van de wet complex is voor de Belastingdienst. In de eerste fase zijn 147 voltijdse medewerkers nodig.

Lees ook
Belastingdienst meer onder druk: grote informatiestroom van platformbedrijven komt op gang

Airbnb is verplicht om te delen met de Belastingdienst die zijn woning via het platform verhuurt.

De verplichting van platformbedrijven om informatie te delen met de Belastingdienst verschilt per categorie. Dit is altijd nodig bij het huren van een woning of vervoermiddel. Voor platforms als Marktplaats en Vinted is dit alleen nodig als iemand dertig of meer keer in een jaar iets heeft verkocht of voor meer dan tweeduizend euro. Bovendien hoeft dit niet altijd inkomstenbelastinggevolgen te hebben. Het gaat immers vaak om kleine bedragen. De Belastingdienst wil vooral weten of iemand als ondernemer optreedt.

Hulp bij herstel

De Bijstandswet gaat verder dan wat de Belastingdienst als relevant inkomen beschouwt, zegt advocaat André Moerman. Hij is gespecialiseerd in schuldadvies en was betrokken bij het aanjagen van de ‘winkelaffaire’. Daarin kreeg een uitkeringsgerechtigde vrouw een zware boete omdat haar moeder de wekelijkse boodschappen deed, die zij moest opgeven. “De Belastingdienst ziet iets misschien niet als een bedrijf of een vak, maar het kan wel leiden tot terugvordering van de bijstand, omdat het een noodzakelijke uitkering is en dan is elk inkomen relevant.”

Net als bij uitkeringen is het de vraag of de omvang van de vermeende fraude die de wet bestrijdt, in verhouding staat tot de maatregelen en de hoeveelheid gegevens die daarvoor worden verzameld en gedeeld, zegt organisatiewetenschapper Christine Moser van de Vrije Universiteit. En je vraagt ​​je af: is de omvang van het probleem onderzocht? NRC heeft deze kwestie voorgelegd aan het ministerie van Financiën. Dat was niet binnen een paar dagen te beantwoorden.

Moser is verrast door de registratie van het aantal transacties via online platforms. “Stel je voor dat je dertig keer iets verkoopt ter waarde van 1 euro. Dan kom je ook terecht in de groep waarvan de gegevens naar de Belastingdienst worden gestuurd. Waar worden deze gegevens voor gebruikt? Bij de uitkeringsuitgifte werden mensen extra gecontroleerd, ongeacht of de lijsten waarop zij stonden wel effectief waren. “Dat soort dingen gaan een eigen leven leiden.”

Cadeaubon als inkomen

Deze angst kenmerkt ook de reactie van de Nationale Klantenraad op de omvangrijke stroom nieuwe gegevens naar de Belastingdienst. De raad spreekt namens mensen met een uitkering, waaronder de 401.000 mensen met een bijstandsuitkering. Ze hebben moeite om het goed te doen, zegt een woordvoerder. “Een cadeaubon moet je al als inkomen aangeven.” De woordvoerder vertelt over een recent gesprek met een uitkeringsontvanger. “Op het marktplein doen ze niets uit angst. “Dat laat ze haar moeder en zus doen.”

“Stel je voor dat je een bijstandsuitkering krijgt en je auto via Marktplaats verkoopt om die kosten te vermijden. En daarvoor krijg je 6.000 euro. Wat betekent dat dan? De ervaring van de afgelopen jaren heeft geleerd dat gegevens over het algemeen in het nadeel van de begunstigde van een uitkering worden geïnterpreteerd. Het wantrouwen overheerst.

“Natuurlijk zijn er ook mensen die daadwerkelijk hun brood verdienen met een online business. Maar dit is het jagen op kleine vissen”, zegt Roeland van Geuns, emeritus hoogleraar armoedebestrijdingsinterventies aan de Hogeschool van Amsterdam. Het is “ok” als grootschalige inkomsten via platforms vooraf worden ingevuld op het inkomstenbelastingformulier. Maar wat Van Geuns belangrijk vindt, “en de Belastingdienst heeft op dit vlak geen goed track record, is dat het op een gegeven moment gebruikt wordt om mensen te categoriseren als potentiële fraudeurs.” Het verwijst onder meer naar de kwestie van de uitkeringen.

De onderzoekscommissie van het Huis van Afgevaardigden, die vorige week haar bevindingen over de uitkeringskwestie presenteerde, waarschuwde voor een herhaling. “Een schandaal als dit zou opnieuw kunnen gebeuren”, zei president Michiel van Nispen.

Lees ook
dit interview met de voorzitter van de Kamercommissie die onderzoek deed naar de toeslagenproblematiek

Michiel van Nispen, voorzitter van de parlementaire onderzoekscommissie fraudebestrijdingsbeleid, overhandigt het rapport aan Kamervoorzitter Martin Bosma.




Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *